9 redenen voor een vakantie naar Gambia. Gambia wordt de Poort naar Afrika genoemd. Het kleinste land van Afrika is een leuke introductie tot dit continent. Op zes uur vliegen ligt een totaal andere wereld.
1Afrika in een notendop

Gambia is een vriendelijk en plezierig land, waar veel mensen naar blijven terugkeren. De kustlijn is bezaaid met een uitgebreide en gevarieerde verzameling van luxe resorthotels, eigenzinnige eco-lodges en goedkope strandtentjes.
Het zonnige droge seizoen valt heel mooi samen met onze grijze midwinter. Gambia is dan goed bereikbaar vanuit Nederland met betaalbare chartervluchten. Het is een leuk voorproefje voor het echte Afrika. Het is het kleinste land op het vasteland, nergens breder dan 50 km, van noord naar zuid.
Van west naar oost is het land 480 km. Gambia is ongeveer een derde van Nederland. Het wordt volledig omsloten door Senegal, waarmee het al zijn grenzen deelt.
Vakantie naar Gambia: het klinkt heel tropisch. Maar het land ligt net onder de Sahel, dus erg veel groen zie je niet.
Bovendien is het een vlak land. Het hoogste punt steekt slecht 40 meter boven zeeniveau uit.
Toch biedt een vakantie naar Gambia veel variatie.
Landschappen variëren van weelderige schaduwrijke bossen versierd met klimplanten tot eindeloze uitgestrekte gouden zandstranden, van droge savanne tot overvloedige getijden moerassen met mangrove.
Overal stikt het van de wilde dieren, met name vogels en apen.
Qua karakter bestaat Gambia uit drie delen. Het eerste gebied is Banjul en de kustplaatsen Kotu en Kololi, waar bijna al het pakket toerisme naartoe gaat.
Daaronder aan de kust ligt een mooi gebied, bezaaid met kleine eco-lodges die zich richten op onafhankelijke reizigers op vakantie naar Gambia. Het laatste deel is de bovenloop van de rivier de Gambia. Die regio beslaat ongeveer 95% van het oppervlak van het land. In dit binnenland vind je maar weinig voorzieningen.
Het hart van het land is de brede, majestueuze rivier die het land zijn naam geeft. De Gambia is de best bevaarbare rivier van dit deel van Afrika.
2Gambia is relaxed

Een echte highlight op je vakantie naar Gambia zijn de Gambianen zelf. Ze zijn vriendelijk in de omgang en hebben humor. Gambia wordt wel de ‘Smiling coast of Africa’ genoemd.
Opvallend is dat iedereen in Gambia elkaar groet. Elke ontmoeting begint eerst met een ‘salaam aleikum’ (‘vrede zij met u’). Pas na het antwoord (‘aleikum salaam’) gaat het gesprek van gang. Zomaar met de deur in huis vallen is erg onbeleefd.
Gambianen zijn relaxed, voor sommige westerlingen zelfs een beetje te. Deadlines, op tijd op afspraken komen, haast: het zijn allemaal onbekende begrippen in Gambia. Er lijken wel twee tijdszones te bestaan in Gambia: Gambiaanse tijd en Europese tijd. De eerste loopt een paar uur achter op de laatste.
In het kleine Gambia wonen zes stammen, ieder met zijn eigen gebruiken en taal. De grootste groep zijn de Mandinka. De Mandinka komen oorspronkelijk uit Mali. Andere grote groepen zijn de Wolof, de Jola en de Fula.
Een kleine stam zijn de Aku, afstammelingen van bevrijde slaven. Elke groep spreekt een andere taal. Deze verschillen enorm. Toch beheersen veel Gambianen vaak meerdere van deze talen. Dat is voor hen een bron van trots. Kunnen communiceren met elke stam wordt in Gambia als uitermate beschaafd gezien.
In Gambia is 90 procent islamitisch. Erg streng is de islam hier niet. De islam in West-Afrika zit vol met animistische elementen. Ook bijgeloof speelt een grote rol.
3De kleinste hoofdstad van Afrika

De hoofdstad Banjul (voorheen Bathurst) is de kleinste hoofdstad van Afrika. De compacte stad ligt op een eilandje aan de zuidpunt van de monding van de Gambia-rivier.In tegenstelling tot zowat alle Afrikaanse steden heeft Banjul de afgelopen jaren een lichte bevolkingsafname ervaren.
Er wonen nu 32.000 mensen: echt niks voor een Afrikaanse hoofdstad. Een leuke attractie in Banjul is de veerbootterminal. Als je een tour naar de noordoever doet, vaar je vanaf hier in drie kwartier naar de overkant. Sommige veerboten deden vroeger dienst in Nederland, zoals de Kunta Kinteh.
De terminal is een chaotisch en kleurrijk terrein, echt Afrika in een notendop. Moeders met kinderen op hun rug gebonden, venters met zakjes pinda en gekoelde blikjes fris, bont geverfde vrachtwagens: het lijkt wel of heel Afrika hier vertegenwoordigd is. Een echte dienstregeling is er niet. Het veer vertrekt als hij vol is. Geduld is tijdens je vakantie naar Gambia een belangrijke eigenschap.
Mocht je echte Afrikaanse stedelijke drukte willen meemaken, dan moet je naar de grootste stad van Gambia, Serekunda. Serekunda is meer dan tien keer groter dan Banjul en heeft een geschatte bevolking van 350.000 mensen.
4Kleurrijke markten

De bekendste markt van Gambia is de Albert market in Banjul. Op deze markt kun je houtsnijwerk, stro en rieten werk, leer, aardewerk, sieraden, textiel en metaalbewerking kopen. Veel van de houtsnijwerken zijn afgewerkt door de eigenaars van de stal die ze verkopen.
Let wel op bij het kopen. Soms wordt waaibomenhout ingesmeerd met schoensmeer, zodat het op hardhout lijkt. Maskers, kommen, mannelijke en vrouwelijke figuren en dieren zijn leuk om mee naar huis te nemen of cadeau te geven.
Het belangrijkste materiaal in Gambia is katoen. Laken wordt gemaakt door de ‘maabo, een kaste van wevers die traditioneel in het regenseizoen naar Gambia komen en het op aanvraag voor klanten produceren.
Traditioneel werd deze kleding gebruikt voor speciale gelegenheden zoals huwelijksceremonies, besnijdenissen en begrafenissen. De kleurstoffen zijn natuurlijk. De ijzerhoutboom geeft een rode kleur, terwijl de mangoboom zwart produceert. Ook batik zie je in overvloed.
De kleding heeft diverse stijlen, zoals traditionele Gambiaanse stijl – los met borduurwerk – of met westerse snit. Veel kleermakers kunnen binnen een paar dagen een designer jurk of -pak op maat maken.
Ook leuk om te zien zijn de werkplaatsen van metaalbewerkers, die kunstig ontworpen hekwerken en poorten smeden en lassen en gebruiksvoorwerpen van gerecycled materiaal. Zoals pollepels, steelpannen, fel geverfde metalen dozen en kandelaars.
5De zandstranden van Kotu en Kololi

90 procent van alle hotels in Gambia ligt aan de Atlantische kust met zijn brede goudgele stranden. Vooral de gebieden Kotu en Kololi staan bekend om hun mooie zandstranden.
De stranden zijn een plaatje om te zien, compleet met wuivende palmbomen. ‘s Avonds zakt de zon roze in de Atlantische Oceaan. De kuststrook van Kololi en Kotu is een relaxte verzameling van kleinschalige hotels, resorts, met daartussen losjes wat restaurantjes, bars en marktjes gestrooid.
Het hart en het uitgaanscentrum van Kotu en Kololi is de Senegambia Strip, een straat aan de doorgaande weg met restaurants en bars. Hier kun je tijdens je vakantie naar Gambia je hart ophalen aan lekker eten.
6De vissershaven van Tanji

Dit is het grootste visafslag in het zuiden langs de kust. Het is een heerlijk kleurrijke en chaotische plek, geweldig voor actiefoto’s. Let wel dat sommige vissers het niet leuk vinden om een camera in hun gezicht geduwd te krijgen.
Het eerste wat je zal opvallen is de overweldigende geur van vis, gevolgd door de verzameling fel beschilderde houten pirogues die net voor de kust voor anker liggen of op het strand zijn getrokken. Deze lokale kano’s variëren in grootte van kleine eenmansbootjes tot grote boten met een hut voor de bemanning.
Misschien zie je zelfs een paar boten in aanbouw op het strand. Het is fascinerend om te zien hoe ze in elkaar worden gezet. De bouwmethoden zijn door de eeuwen heen weinig veranderd. De grotere boten zijn overigens niet Gambiaans. Ze worden bemand door Senegalezen en Ghanezen.
De vissers en hun families hebben in Gambia soms hun eigen dorpen gesticht. De meeste vissers gebruiken traditionele methoden, zoals kleine netten om kleine hoeveelheden vis te vangen.
Gerookte vis
De vis wordt vervolgens naar het strand gebracht en verkocht aan lokale handelaren, die het op hun beurt verkopen aan kustgemeenschappen, hotels en restaurants. Veel vissen worden in de zon gedroogd of gerookt in hutten aan het strand.
Als je rondloopt en interesse toont, zullen de meeste mensen je graag laten zien hoe dat werkt. Door het roken blijft de vis langer goed, maar het kost ook veel brandhout. Met als gevolg dat enorme delen van de kustbossen en het struikgewas rond Tanji zijn gekapt.
Een gloednieuwe Japanse ijsfabriek om de vis te koelen moet deze ontbossing tegengaan. Tussen de pirogues zie je allerlei afgedankt zeeleven, van krabben tot afgehakte koppen van hamerhaaien.
Twee dingen die je niet zou moeten zien, zijn dolfijnen en zeeschildpadden. Deze zijn wettelijk beschermd in Gambia.
Er zullen altijd ongelukken zijn waarbij deze soorten worden gevangen en verdrinken in visnetten, maar over het algemeen vermijden lokale vissers het om deze dieren te vangen.
7Tour naar het binnenland van Gambia

De meeste mensen op vakantie naar Gambia komen niet verder dan de kustplaatsen aan de Atlantische Oceaan. Anderen trekken het binnenland in. Daar, aan de modderige oevers van de rivier de Gambia, liggen typisch Afrikaanse dorpen, met hutten met aarden muren en puntige rieten daken.
De tropische sfeer van de bovenloop van de rivier is meer dan de som van de individuele attracties. Er zijn hoogtepunten in overvloed, waaronder de mysterieuze megalieten van Wassu en de chimpansees en nijlpaarden van het River Gambia National Park.
Het oosten van Gambia is sinds een paar jaar goed te bereiken dankzij een gloednieuwe asfaltweg over de zuidelijke oever. Uitvalsbasis voor de meeste tours is Georgetown-Janjangbureh, ongeveer zes uur rijden, 300 kilometer vanaf de kust.
Onderweg passeer je een dozijn controleposten, afwisselend bemand door de politie, het leger en soldaten van de West-Afrikaanse Unie. Die laatste bewaakt de vrede sinds 2017. Toen werd dictator Jammeh, na 22 jaar aan de macht te zijn geweest, weggestemd tijdens vrije verkiezingen.
De grote weg voert dwars door de dorpen, waar je moet afremmen voor geiten en kippen, koeien, schapen en stoïcijnse ezels. Het platteland ruikt heerlijk naar munt, meloen en houtvuur.
Op de velden werken mensen in de grote rijstvelden of in hun tuintje met cassave en mangobomen. Mannen zitten onder enorme schaduwrijke bomen en zetten potten groene thee, terwijl fel geklede vrouwen moeiteloos bundels en potten op hun hoofd balanceren.
Georgetown is een eeuwenoude stad op een eiland in de rivier de Gambia. Die rivier is hier een stuk smaller dan aan de kust. Georgetown was dan ook altijd al een belangrijke oversteekplaats. Aan de oever staan eeuwenoude, vervallen pakhuizen. Volgens sommige verhalen werden hier slaven opgesloten.
Vergeleken het drukke westkust voelt dit deel van Gambia leeg aan. Dat klopt, want de trek naar de stad is in Gambia groot. Veel mensen verhuizen naar de westkust voor werk.
8Roots tour

Een indrukwekkende dagtocht op vakantie naar Gambia vanaf de stranden is de Roots tour. Je ziet tijdens deze dagtour allerlei plekken uit de periode van de slavenhandel. De tour voert naar de noordelijke oever van de rivier, ongeveer 25 km stroomopwaarts van Barra en Banjul.
De dorpen Juffureh en Albreda, en het Kunta Kinteh-eiland speelden een centrale rol in de slavenhandel. De handel domineerde vanaf 1600 tot 1900 de economie van Gambia. Portugezen, Britten en Fransen hadden hier belangrijke handelsposten. Ook wij Nederlanders waren er een tijdje aanwezig.
Tegenwoordig zijn de plekken UNESCO-werelderfgoed. De tour is vernoemd naar het boek Roots van de Afro-Amerikaanse auteur Alex Haley. Haley beweerde dat zijn voorvader Kunta Kinteh hier werd gevangen genomen door slavenhandelaren.
Georganiseerde Roots Tours worden aangeboden door de meeste hotels en touroperators. Dit is de gemakkelijkste optie. Als je bereid bent tijdens je vakantie naar Gambia de grillen van de veerboot van Banjul naar Barra te verdragen, kun je hem ook zelfstandig doen. Over de route rijdt een dun straaltje gedeelde taxi’s en bush-busjes, die minder dan D50 kosten.
Een privétaxi kost D1400, maar dan ben je er wel een stuk sneller. Vanaf Barra is het ongeveer 35 km. Dat lijkt niet ver, maar voor het grootste deel volg je een grillige, stoffige, onverharde landweg. Daar kan je niet harder dan een ezel sjokt. De tocht duurt anderhalf uur.
Slavenposten
Albreda werd in 1681 verhuurd aan Franse handelaren door de koning van Niumi en was waarschijnlijk de drukste slavenpost aan de rivier Gambia totdat de handel in 1807 wettelijk werd afgeschaft. Op het centrale plein staat de relatief moderne Welcome Arch en het Emancipation Statue.
Onder een enorme schaduwrijke kapokboom staat een 19e-eeuws kanon. Daarmee hielden de Britten slavenschepen tegen. Op het plein worden onafhankelijke bezoekers benaderd door een vertegenwoordiger van het Juffureh-Albreda Development Fund. Dat werd opgericht in 2008 met een dubbele doelstelling. Met het fonds profiteert de lokale gemeenschap collectief van toerisme, en wordt het gedoe voor bezoekers door opdringerige gidsen en kinderen verminderd.
Alle bezoekers moeten de gemeenschapskosten (D50 per persoon) betalen, inclusief de (optionele) diensten van een gids, die een eerlijke fooi verwacht. Twee gebouwen flankeren het plein. Ze staan beiden ingeschreven als UNESCO Werelderfgoed.
Links staat de ruïne van een Portugese kapel uit de late 15e eeuw. Het is waarschijnlijk de oudste in zijn soort in West-Afrika.Aan de rechterkant bevindt zich een pakhuis van twee verdiepingen. Dit behoorde aan de Compagnie Française d’Afrique Occidentale (CFAO), de Franse West-Afrikaanse Compagnie.
De link tussen het CFAO-gebouw en de slavenhandel is enigszins zwak, omdat het waarschijnlijk in 1847 werd gebouwd. Dat is lang nadat de Britten met dubbele vestingwerken de rivier hadden afgesloten voor ongewenst slavenverkeer.
Slavenmuseum
Een onverharde weg leidt van het centrale plein naar het Nationaal Museum van Albreda, dat is gehuisvest in het Maurel Frères-gebouw, een Britse constructie uit 1840 die later dienst deed als magazijn van de gelijknamige Libanese handelaar.
Het museum is klein maar schrijnend, met een gedetailleerde tentoonstelling over de slavenhandel in West-Afrika en de zware behandeling die de slachtoffers ondervonden na hun aankomst in Amerika.Het museum heeft ook een kamer over Alex Haley en het fenomeen Roots.
Ten oosten van Albreda grenst het kleine Mandinka-dorp Juffureh. Dit staat bekend als de bakermat van de Kunta Kinteh-familie.Historici weten niet zeker of Juffureh wel de plaats is waar Kunta Kinteh woonde (of dat hij uberhaupt echt bestaan heeft).
Toch is het huis van Kunta Kinteh (toegang D50) een bedevaartsoord geworden voor het ‘slavernij toerisme’. In de jaren negentig werd het door 80% van alle toeristen in Gambia bezocht. De familie die er woont vertelt je de geschiedenis van het dorp en het verhaal van Kunta Kinteh. Je krijgt ook een voorraad oude knipsels te zien over het bezoek van Alex Haley aan het dorp.
9Kunta Kinteh (James) eiland

Kunta Kinteh of James Island is een piepklein eiland, 3 km ten zuidoosten van Albreda. Het werd al in 1456 door de Portugezen opgemerkt om zijn strategische ligging aan de monding van de rivier. Het eiland lag ideaal om de rivier te verdedigen en als halteplaats voor de verscheping van slaven.
Het eiland en het fort waren daarom eeuwenlang onderwerp van een felle strijd tussen onze West-Indische compagnie, Frankrijk en Engeland, piraten en lokale koningen. Het verhaal leest als een aflevering van Pirates of the Caribbean.
Nadat de Engelsen in het begin van de 19de eeuw de slavenhandel afschaften, werd het eiland verlaten. Bijna 200 jaar later vormen de uitgebreide ruïnes van Fort James het middelpunt van een UNESCO-werelderfgoed, het belangrijkste overblijfsel van de slavenhandel in dit deel van Gambia. Het is een aangrijpende site.
Het kleine eiland werd tijdens de slavernijperiode uitgebreid met dijken van aarde, rots en boomstammen. Daarvan is het meeste alweer verdwenen in de golven. Wat overblijft van de dikke stenen muren, wordt bijeengehouden door bolvormige baobabwortels en bewoond door ratten en hagedissen.
Een van de weinige vertrekken die nog overeind staat is de kerker. Hier werden wel 20 slaven opeen gepropt voordat ze verscheept werden. Aan het water staan een paar kanonnen. De stranden zijn bezaaid met kralen, ooit de belangrijkste vorm van valuta in dit deel van Afrika.
Bij de meeste Roots tours zit een boottocht naar James Island. Anders kun je voor ongeveer D800 een boot huren, via een van de gidsen die rond het centrale plein en de steiger rondhangen. Alle bezoekers moeten de toegangsprijs van de D150 betalen.
Is een vakantie naar Gambia veilig?
Gambia is een zeer veilig land. Als toerist zul je op vakantie naar Gambia niet snel met criminaliteit in aanraking komen, ook niet in de drukke toeristenwijken. Hotels zijn niet met hekken, poorten en bewakers afgesloten, zoals vaak in Afrika. Hotelkamers hebben een simpel slotje. Ook zakkenrollers of berovingen zijn uitermate zeldzaam.
Mensen zijn erg vriendelijk en erg hangt een onbezorgde sfeer. Je loopt op vakantie naar Gambia veel meer kans om voedselvergiftiging op te lopen. Let dus op met wat je eet en waar. Ook het verkeer is niet zonder gevaar.
Auto’s in Gambia zijn vaak oude wrakken, geimporteerd uit Europa. Op de nieuwe, fluisterstille asfaltwegen is dat vragen om problemen. Aan de kant van de weg zie je regelmatig verongelukte auto’s en busjes.
Gambiaans klimaat
Gambia heeft een heerlijk warm klimaat met een lang droog seizoen van half oktober tot begin juni en een kort regenseizoen van half juni tot begin oktober. De beste reistijd voor een vakantie naar Gambia is van november tot en met maart.Juli en september zijn de warmste maanden, met ongeveer 30°C.
Tijdens deze periode koelen frequente regenbuien alles even af, voordat de luchtvochtigheid omhoog schiet tot bijna 100%. Van december tot half februari daalt de gemiddelde dagtemperatuur tot ongeveer 24°C, lekker als je uit Nederland komt.
Na februari worden de dagen steeds warmer, tot in juni de regens weer beginnen. De temperaturen zijn over het algemeen iets lager langs de kust, dankzij de zeewind.
Vakantie Gambia tips
Gambia is een arm land. Veel mensen aan de kust leven van het toerisme. Dit toeristenseizoen duurt een half jaar. In die tijd moeten de mensen hun kostje voor het hele jaar zien te verdienen.Veel mensen zijn bovendien verantwoordelijk voor het inkomen voor de ‘extended family’: een uitgebreid gezin, inclusief vader en moeder, kinderen, broers en zussen.
In Gambia moet je er rekening mee houden dat je buiten je hotel voortdurend wordt aangeklampt door mensen die hun toeristische diensten aan je willen verkopen, zoals een taxiritje, een tour, massages, eten, drinken, een zonnebedje, enzovoorts. Alles is te krijgen!
Tussen deze mensen zit ook een groep die zich bijna letterlijk aan je vast hecht. Ze blijven net zolang bij je totdat je zwicht en ze iets -wat dan ook- verkocht hebben. Deze categorie heet bumsters of hustlers. Bumsters kunnen erg aanhoudend zijn en dat kan intimiderend zijn.
Verlies nooit je geduld en wordt nooit boos. Zolang je ze met respect behandelt, zullen ze niet lastig worden. Loop verder en zeg ‘maybe tomorrow’. Of zeg dat je al voorzien bent.
Transport en tours in Gambia
In Gambia rijden er overal gammele busjes. Deze bush-busjes worden gerund door particuliere chauffeurs en hun bemanning. Sommige van deze voertuigen hangen van ijzerdraad en ducktape aan elkaar en het comfort is nul, maar een ritje kost dan ook bijna niks.Voor toeristen zijn er een aantal mogelijkheden voor vervoer.
Er zijn om te beginnen twee soorten taxi’s aan de westkust. Beiden hebben geen meter, dus je kunt onderhandelen over de ritprijs. De duurdere zijn de erkende toeristentaxi’s (meestal groen) die buiten de toeristenhotels te vinden zijn. Deze worden gereguleerd door de Gambia Tourist Authority en moeten volledig verzekerd zijn. Ze brengen je naar elke bestemming en hebben meestal een vaste prijs voor een retour, inclusief een wachttijd, dus er kan worden onderhandeld voor enkele rit.
De laatste lijst met tarieven staat altijd vermeld op boards buiten de meeste hotels en taxistandplaatsen in de toeristische zones.Een andere mogelijkheid is iemand inhuren voor je ritjes en tours. Zo iemand vinden is niet moeilijk. Zodra je uit je hotel de straat op loopt, zul je benaderd worden door allerlei chauffeurs en gidsen. Daarmee moet je wel oppassen.
Veel toeristen kopen tijdens hun vakantie naar Gambia voor een laag bedrag een tour bij iemand op straat. Om er tijdens de tour achter te komen dat hun ‘gids’ niet zoveel te vertellen heeft. Ook gebeurt het dat ‘gidsen’ na betaling niet komt opdagen, de gasten ergens halverwege achterlaat, of dat hij voor elk extraatje laat bijbetalen. Goedkoop wordt dan duurkoop.
Advies is om eerst een dag of wat rond te kijken naar gidsen, totdat je iemand hebt gevonden waar je je senang bij voelt. Ook weten receptionisten en conciërges betrouwbare tours te vinden. Zolang je nog niemand in de arm hebt genomen, zul je op straat worden aangesproken.
Zodra je je tours geboekt hebt, zul je merken dat dat minder wordt. Via de tamtam weet men namelijk dat je ‘bezet’ bent. Een van de betere organisaties is Papa’s Tours. Papa biedt kleinschalige tours aan door het hele land.
Sekstoerisme Gambia
Gambia staat bekend als een bestemming voor afgelebberde en afgedankte blanke vrouwen van middelbare leeftijd die op zoek zijn naar een man. Dat is terecht. Zeker in de kustplaatsen is dit soort prostitutie een probleem, hoewel het meestal niet in het oog loopt. In het openbaar gaat het meestal niet verder dan hand in hand over straat lopen.
Je kunt hier van alles van vinden. Houd in het achterhoofd dat een relatie of huwelijk met een blanke vrouw voor jonge Gambiaanse mannen de snelste manier is om Europa binnen te komen.
En op die manier voor hun ‘extended family’ te zorgen. De mannen zijn dan ook erg goed in het binnen hengelen van hun prooi. Ze kunnen de meest sceptische vrouw het gevoel geven dat dit geen prostitutie of uitbuiting is, maar echte liefde en genegenheid.
Eten en drinken in Gambia
De Gambiaanse keuken is vrij eenvoudig. Er wordt veel gekookt met rijst en gierst en met echt Afrikaanse knolgewassen als yam, cassave en zoete aardappel. Op vakantie naar Gambia vind je overal velden waar pinda’s worden verbouwd. Die worden verwerkt tot een pindasaus, maar zachter dan die wij in Nederland kennen.
Groenten groeien in dit warme klimaat natuurlijk als kool, dus er is altijd een voorraad aan tomaten, ui, aubergines, sla en komkommers. Kip is veruit het meest populaire stukje vlees. Een gerecht dat je moet proberen is chicken yassa, gegrilde kip in een milde chilisaus met limoen en gigantisch veel ui.
De variatie met vis heet fish yassa. Met de oceaan naast de deur is vis namelijk ook ruim voorradig. Op menukaarten staan garnalen, sardientjes en de smakelijke bongavis. En soms een verse moot zwaardvis.
Gambia heeft voor elk seizoen een vrucht: in het regenseizoen loopt het land over van de mango’s, papaya’s en passievruchten, in het droge seizoen liggen er stapels watermeloenen op de markten. Daartussen zijn er bananen, sinaasappels en avocado’s te krijgen.
Het traditionele drankje is palmwijn. Palmwijn wordt met de hand geoogst door niet-islamitische mannen. De palmwijntapper klimt naar de top van een palmboom en maakt onder de jonge uitlopers een sneetje. Daar hangt hij een fles onder waar het palmsap in druppelt. Dat begint in de warme zon meteen te fermenteren. Even wachten en klaar is de palmwijn.
Gambia heeft een eigen biermerk, Julbrew, dat uitstekend te drinken is tijdens je vakantie naar Gambia. Een traditionele frisdrank is bissap, limonade van de hibiscus-bladeren.
In de toeristengebieden Kotu en Kololi zitten veel goede restaurants. Opvallend is het aantal Indiase eettentjes gerund door Indiërs, met een uitstekende kwaliteit. Op tours naar het binnenland ben je voor eten op vakantie naar Gambia aangewezen op je hotel.
Lunch stelt in Gambia niet zo heel veel voor. Meestal wordt er een stokbrood opengesneden en gevuld met wat mayonaise en een blikje tonijn of corned beef. Bij eetkramen langs de straat kun je kebab met ui en tomaat scoren.