Strand of bergen? Zee of heuvels? In de Languedoc is zulke vakantiekeuze-stress niet nodig. In deze streek rond Montpellier vind je al het moois van Zuid-Frankrijk bij elkaar. En ook natuur die je niet had verwacht.
In een dag kan je in de Languedoc alle soorten landschappen zien. Dit gebied is wat dat betreft misschien wel het meest veelzijdige van Frankrijk.
Cirque de Navacelles
In het noorden liggen de Cevennen, met zijn diepe reliefs en steile rotsen.
Middenin dit gebergte ligt het beroemde Cirque de Navacelles. Dit keteldal is ontstaan uit een oude bocht van de rivier de Vis, die het dal uitsleet in het kalksteen.
De rivier heeft lang geleden zijn loop verlegd, het natuurwonder dat overbleef is uitgeroepen tot Unesco Werelderfgoed.
Grottes des Demoiselles
Even verderop liggen de Grottes des Demoiselles, een van de mooiste grotten van Europa.
Het gangenstelsel is al bijzonder, maar niets kan je voorbereiden op de gigantische zaal in het hart, letterlijk zo groot als een kathedraal, met overal druipstenen.
Typisch Zuid-Frankrijk
Richting de zee, rond het dorpje Lunel, liggen golvende heuvels met wijngaarden en diepe rivierkloven, zoals de Gorges de l’Hérault.
Even verderop liggen de zandstranden van Sète en het Canal du Midi, het smalle en pittoreske 17de eeuws kanaal dat de Atlantische Oceaan met de Middellandse Zee verbindt.
Bergen, grotten, rivieren: alles wat je je voorstelt bij Zuid-Frankrijk.
Étang du Méjean
Minder bekend is dat je in dit deel van Zuid-Frankrijk ook uitgestrekte wetlands hebt. Als je op een landkaart kijkt, zie je achter de kuststrook een uitgestrekt gebied met kustmeren, zoutpannen, weides en prairies.
Zoals het natuurgebied Étang du Méjean, onder de rook van Montpellier. Van die grote stad merk je in dit kleine maar fijne natuurgebied aan de Middellandse-Zeekust helemaal niets.
Als je je ogen een beetje dichtknijpt, lijkt het hier eigenlijk meer op het platteland van Nederland.
Een vlak landschap met water, grasvelden en rijen met populieren. Alleen de warme zon en de strakblauwe hemel verraden dat dit niet een zompige polder is, maar het Middellandse-Zeegebied.
„Het ziet er nu misschien idyllisch uit, maar de natuur hier is extreem”, vertelt de beheerder van het gebied, Jérémie Marin.
Het natuurgebied is soms land, dan weer water. De zomers zijn hier kurkdroog. Dan verdampen de meren in zoutpannen en de velden in dorre prairies. De winters zijn dan weer drijfnat. Dan vallen er stortregens in de bergen en loopt de kust onder.
Als het dan ook nog waait vanuit het zuiden, stuwt de zee zout water naar binnen. Op zo’n moment ligt het waterpeil in de kustmeren wel een meter hoger.
„Kortom: we zijn hier constant bezig met het managen van water. De ene keer is het teveel, de andere te weinig. Gelukkig hebben we de Hollanders en hun uitvindingen”, lacht Marin. „Dankzij jullie staan hier kanalen, sluizen en dijken en kunnen we alles in goede banen leiden.”
‘Lijkt op Nederland’, ‘kurkdroog of drijfnat’: klinkt niet erg aanlokkelijk om hier naartoe op vakantie te gaan.
Maar de lappendeken van rietvelden, zoute weides, bosjes en vijvers is schitterend om doorheen te wandelen.
Vogels spotten | Languedoc-Roussillon
Het is een verfrissende verrassing, een plaatje dat je hier helemaal niet verwacht, zo dicht bij de dichtbebouwde kust van Zuid-Frankrijk.
Overal groeien orchideeën en bloemen en klinkt het gekwaak van kikkertjes. Een beverrat slentert kalm over het pad en kijkt niet op of om. Aan de oevers scharrelen krabbetjes en groene hagedisjes.
Bovenal is het een van de beste plekken in Languedoc om vogels te zien.
Dit is een belangrijke stop voor trekvogels uit en naar Afrika. Kieviten, strandlopers, snippen, van alles komt hier langs. Vooral de ooievaar is hier vaste klant. Zowat alle migrerende ooievaars uit West-Europa komen hier vroeg of laat langs.
Voor hun is dit een paradijs, want er zijn altijd volop kikkertjes te eten.
„Het grootste spektakel is in de herfst, wanneer de ooievaars gezamenlijk aan hun overtocht naar Marokko beginnen”, vertelt Marin.
Met honderden tegelijk laten ze zich op de warme lucht omhoog stuwen, hoger en hoger tot ze uit het zicht verdwijnen. De thermiek doet al het werk.
Tussen het riet zien we ook een blauwe flits van een ijsvogel. En we zien zelfs nieuwe immigranten, Afrikaanse vogelsoorten die hier niet voorkwamen, zoals bijeneters en scharrelaars.
Inmiddels wordt de kuststreek zo goed beschermd en beheerd, dat veel vogels hier overwinteren en het hele jaar door blijven.
Waarom zijn flamingo’s roze in Languedoc-Roussillon?
De beroemdste nieuwe ‘local’ is de flamingo.
„Vroeger vlogen ze naar Afrika, maar nu zijn ze er altijd”, aldus Marin. „Het bevalt ze hier wel.”
Aan Marin de hamvraag: waarom zijn flamingo’s roze?
„Met filters in hun bek filteren ze kleine garnaaltjes en plankton uit het water. Daarin zit caroteen en daarvan krijgen ze hun kleur.” Kleine flamingo’s zijn wit, pas na een paar jaar krijgen ze hun typerende kleur.
Het meest indrukwekkende schouwspel is in april, wanneer de vogels gaan baltsen. Onder luid getoeter voeren ze ingewikkelde, gesynchroniseerde dansen op. „Het is een van de mafste toneelstukjes in de natuur”, lacht Marin. „En dat middenin Europa, bij jou om de hoek.”
Camargue: paarden en stieren
Ten oosten van Montpellier, waar de Rhône in de Middellandse Zee uitmondt, ligt de Camargue, een streek met cowboys, stieren en paarden.
De Camargue beslaat de hele Rhônedelta. Eigenlijk is de Camargue een eiland, dat ligt ingeklemd tussen twee armen van de Rhône.
Het landschap is plat maar afwisselend, met meren en lagunes, bossen en velden die de ene keer onderlopen en dan weer droogbakken in de Mediterrane zon.
Als het regent, verandert het gebied zowat in een moeras en de wegen in modderpaden. Omdat de grond soms zo zout is als de zee, kun je er bijna niets verbouwen. Het is een weerbarstige, dunbevolkte streek waar alleen geharde veeboeren zich thuis voelen.
Een van de oudste veeboerderijen is het Mas Saint Germain, midden in het Parc naturel regional de Camargue.
„Ons landhuis stamt uit de tijd van de Romeinen en is ononderbroken in bedrijf geweest”, vertelt veeboerin Laure Vadon. Het is een van de oudste boerderijen van de Provence en misschien wel van Frankrijk. Inmiddels wordt de boerderij gerund door de zesde generatie Vadon’s.
Laure denkt dat haar ranch is gesticht door een van de legionairs van Julius Caesar.
De romeinse veldheer kwam vaak met zijn troepen in Arles, de hoofdstad van de Camargue. „Die legionairs waren ruige kerels, het soort dat er niet voor terugschrok om hier wat van te maken.”
Het Mas Saint Germain is ook Bed and Breakfast. Je slaapt in een ouderwets hemelbed en ‘s ochtends word je gewekt door een paar nieuwsgierige schapen onder je raam.
Je eet producten uit de streek -zoals Camargue-rijst- en je krijgt een uitgebreide rondleiding over het terrein. Natuurlijk krijg je dan ook alles te weten over de dieren van het Mas. Zoals – verrassend genoeg – wilde trekvogels.
Omdat het Mas er al 2000 jaar staat, is het namelijk een vertrouwd herkenningspunt vanuit de lucht. „Het huis staat helemaal geïsoleerd in de velden”, vertelt Laure. „Generatie na generatie heeft het Mas in het geheugen gegrift op de mentale routekaart.”
Zo komt er steevast op een dag in april een zwerm ganzen aanvliegen, vanuit de Cevennen.
„Je kan ze echt zien zoeken naar ons huis. Als ze het hebben gevonden blijven ze hier boven cirkelen, net zolang tot iedereen is gearriveerd. Dan vliegen ze plots weer naar het noorden on even later terug te komen met de jonge vogels. Ze checken dus blijkbaar hoe de situatie is en als alles in orde is bevonden, halen ze de kinderen op.”
Ook bijeneters uit Afrika weten het Mas te vinden.
In de vroege lente zitten er op een dag opeens honderden op het dak. „Ze maken een enorm kabaal. Net zolang totdat ze er zeker van zijn dat iedereen er is. Even de hoofden tellen na een lange reis.”
Maar de echte trots van het Mas zijn de tweehonderd stieren, die vrij rondlopen in de wei. Ze worden gehouden voor de courses camarguaises, die in het zuiden van de Provence en de Languedoc worden gehouden van april tot oktober.
Het is de regionale obsessie: elk zichzelf respecterend dorp heeft een arena.
Stierenvechten Arena Arles | Languedoc-Roussillon
De grootste staat in Arles. Hij werd gebouwd door de Romeinen en is nog steeds in gebruik. Een course meemaken in deze antieke arena is een hoogtepunt van een reis naar Languedoc-Roussillon.
Voor alle duidelijkheid: de courses camarguaises zijn diervriendelijk.
Er komt geen bloed aan te pas en de stieren worden niet gedood, ook niet na afloop.
Een course duurt tien minuten en in die tijd moeten spelers – razeteurs – hun moed tonen door een lint tussen de hoorns van de stier – de cocardier – te pakken. De stieren zijn de helden van het spel. Zij krijgen het applaus wanneer ze hun linten niet laten afpakken.
Bij de ingang van elk dorp staat er vaak een monument voor de lokale ‘champion’ op de rotonde.
De tweehonderd halfwilde stieren van Mas Saint Germain hebben nog nooit een stal gezien en worden alleen in de winter bijgevoerd. Jonge stiertjes worden gevolgd tot ze vier jaar oud zijn. In die tijd bekijken de cowboys wat voor karakter elk dier heeft en of het geschikt is voor de course.
„De kalfjes die je op de hoorns proberen te nemen als je ze benadert, die zijn geschikt”, glimlacht Laure. „Die zetten we apart bij de oudere, professionele arena-stieren.”
Deze arena-stieren hebben een lui leventje. Ze worden niet geslacht en mogen de rest van hun leven vrij rondlopen. In de zomer treden ze een keer in de twee weken tien minuten op in de arena.
De stieren lijken in niets op onze Hollandse tamme stalkoeien. Ze moeten niets van mensen hebben, dus je kunt niet even de weide in lopen.
Ze zijn alleen te benaderen per paard. Elke veeboerderij in de Camargue houdt daarom ook Camargue-paarden. Dit grijswitte paardenras is zo oud als de Romeinen en staat bekend om zijn uithoudingsvermogen en wendbaarheid.
Het Mas Saint Germain heeft er veertig. „Net als de stieren heeft elk paard zijn eigen karakter”, vertelt Laure. „Sommige zijn heel gevoelig en reageren snel op de ruiter. Die zijn geschikt voor het precieze werk.”
Zoals het verzamelen (de ‘round-up’) van de kalveren, wanneer die na een half jaar gescheiden worden van de koeien. „Andere zijn wat rustiger, daar kan je tochten mee maken.”
Paardenrit | Languedoc-Roussillon
Als gast van de Bed & Breakfast kun je je paard uitzoeken, zadelen en de omgeving verkennen van Languedoc-Roussillon.
Het onderscheid tussen wilde en tamme paarden is in de Camargue moeilijk te maken. „Deze paarden hier in deze wei zijn van ons”, wijst Laure, „maar die daar verderop zijn wild. Maar die wilde paarden zijn net zo nieuwsgierig en onze tamme net zo vrij.”
Wild of tam: een gemiddeld Camargue-paard hoeft niet veel te werken.
„Onze paarden hoeven een keer per week een rit te maken. De rest van de tijd staat de kudde buiten in een grote weide. Echte luxepaarden, dus. Zoals alle dieren hier.”
Natuur rond Languedoc-Roussillon in het kort
- Met zoveel landschappen kan elke buitensporter terecht in Montpellier. Rond het meer van Salagou kan je bijvoorbeeld mountainbiken in de rode aarde. In het massief van Carroux kan je wandelen en in de Gorges de l’Hérault kajakken. De kust is beroemd bij wind- en kitesurfers, roeiers en zeilers. Kijk hier voor alle tips.
- Een goede uitvalsbasis is het mooie stadje Lunel.
- In de buurt van Lunel kun je boerderij Lafon bezoeken, waar stoere Camargue-stieren worden gehouden. In de weiden en wetlands van deze veeboerderij leven veel flamingo’s en witte reigers.
- Lekker eten en overnachten doe je in L’Escampe in het dorpje Saturargues. Deze B&B zit in een oude zijderupsenkwekerij, die met liefde is opgeknapt door eigenaar Manuel. Vroeger kookte hij voor oliesjeiks, nu voor zijn gasten.
- De Hérault is Zuid-Frankrijk, dus met eten en drinken zitten het wel goed. Vooral als je van wijn houdt, want door de grondsoort en de overvloedige zon is de streek ideaal om wijn te verbouwen.
- Door de Hérault loopt een wijnroute met wandeltochten rond het thema. Je kunt door wijngaarden en zonnige landschappen lopen en Languedoc-Roussillon wijnen proeven met mooie namen als Picpoul de Pinet en Clairette du Languedoc.