Een safari is een van de mooiste reizen die je in je leven kan maken. Dat weten ook duizenden andere toeristen die de populaire natuurgebieden van Afrika platlopen. De truc is om naar de onbekende parken te gaan: met deze tips heb je de natuurparken van Kenia helemaal voor jezelf.
Meru National Park in Kenia
Veruit de meeste toeristen die het Oost-Afrikaanse Kenia aandoen, gaan naar de wereldberoemde Masai Mara.
Daar vindt elk jaar in augustus de grote trek plaats, wanneer honderdduizenden wildebeesten en zebra’s over de grasvlaktes trekken, scherp in de gaten gehouden door hongerige leeuwen en busjesvol toeristen in kakikleurige safarikleding.
In Meru National Park, in het midden van Kenia, vind je die laatsten niet. Als je hier op een gamedrive één andere auto tegenkomt, is het veel. En waar op de Masai Mara het de dieren echt niet uitmaakt of er nu zeven of acht auto’s staan te kijken, is een Landcruiser met safarigangers hier nog echt een bezienswaardigheid.
Nieuwsgierig kijkt een kudde buffels dan ook op naar de auto. Met de neuzen omhoog proberen ze in te schatten wat voor vlees ze in de kuip hebben.
„In een park als de Masai Mara zouden ze gewoon stug dooreten”, zegt Michel Dechauffour van Leopard Rock Lodge, een van de weinige safaribedrijven in Meru.
Dechauffour zit hier al tien jaar, maar nog verveelt Meru hem geen moment. „Het is een bijzonder park”, vindt hij. „Veel parken zijn óf savanne, of woestijn, of moeras. Hier vind je zowat alle landschappen van Kenia terug in één park. En je hebt altijd uitzicht op Mount Kenia, de hoogste berg van het land.”
Schat van Kenia
De grootste schat van het park wordt echter achter slot en grendel bewaard, constant bewaakt en in de gaten gehouden. In het hart van Meru, in een speciaal afgezet gebied, leven nu zo’n zeventig neushoorns, waarvan tien van de zeer zeldzame witte soort.
Het hek rond het reservaat wordt constant nagelopen en gerepareerd om te voorkomen dat een neushoorn het minder goed beveiligde deel van het park intrekt. Het hek werkt alleen voor neushoorns: andere dieren lopen eronderdoor, springen eroverheen of, zoals een olifant, duwen het gewoon omver.
Ooit liepen er honderden neushoorns door Meru. Maar in de jaren tachtig werden ze bijna allemaal afgeslacht om hun hoorns, die gebruikt worden in traditionele Chinese ‘medicijnen’. Stropers teisterden het park, dat op sterven na dood was.
Er moesten hele veldslagen worden gevoerd tussen parkwachters en stropers voordat het park weer een beetje hersteld kon worden.
Maar alhoewel de rangers van de Kenia Wildlife Service inmiddels zijn uitgerust met een verkenningsvliegtuig, is de strijd nog niet gewonnen. De laatste tijd neemt het stropen weer fors toe.
Er lijkt een verband te zijn met de bouw van wegen door de Chinezen in het noorden van Kenia. Hoe dan ook: vandaag geen neushoorns, ze houden zich schuil in de struiken.
„Neem het ze eens kwalijk”, haalt Dechauffour zijn schouders op.
Leeuwen van Kenia
Dan maar op zoek naar leeuwen, die andere reden waarom Meru ooit vermaard werd. Dat gebeurde nadat de twee Britse biologen Joy en George Adamson hier in de jaren vijftig onderzoek deden.
Toen George Adamson in 1956 uit zelfverdediging een leeuwin doodschoot die op hem afstormde, vermoedde hij dat ze dat deed om haar welpen te beschermen. Toen hij die even later inderdaad vond, nam hij ze mee naar zijn kamp om ze dan maar zelf op te voeden.
Na een half jaar werden er twee naar de dierentuin in Rotterdam gezonden. De derde, Elsa, werd maandenlang door het echtpaar getraind om zelf te kunnen overleven in het wild.
Elsa werd de eerste leeuwin ter wereld waarbij dat lukte en die bovendien ook nog zelf welpen kreeg: tot die tijd had men dat niet voor mogelijk gehouden. Tien jaar later slaagde George Adamson er nog een keer in, deze keer met een leeuw die als welp in het Britse warenhuis Harrods was verkocht (dat mocht toen gewoon nog).
Toen zijn voormalige baasjes hem een jaar later in het wild kwamen opzoeken, herkende hij ze.
Na een uur of wat hebben we er een paar te pakken. Zomaar langs de kant van de weg liggen er twee een siësta te houden onder een struik. Het klikken van de camera’s vinden ze maar irritant. Lui slepen ze zich naar een wat afgelegener struik, waar de auto niet kan komen.
Ze wachten op een kudde zebra’s, die zich windopwaarts langzaam een weg hiernaartoe graast.
Maar de zon gaat al bijna onder, dus een ‘kill’ maken we vandaag niet meer mee. Dan maar naar het spartaanse kamp van de Adamsons, bovenop een rotsig heuveltje met uitzicht over zowat het hele park.
De plek is ideaal voor een sundowner, een echte safari traditie waarbij je niet veel meer doet dan een drankje drinken en genieten van de zonsondergang. Met uitzicht op Mount Kenia, gehuld in nevelen.
Safari mogelijkheden in Kenia
In de taal van Oost-Afrika, het Swahili, betekent safari letterlijk reis.
Een heel toepasselijke naam voor een land dat zoveel mogelijkheden heeft voor de natuurliefhebber. Niet alleen omdat je in Kenia veel parken hebt, maar ook omdat je daar alle landschappen van Afrika in terugvindt.
Je hebt de meren van de Riftvallei, met duizenden watervogels en nijlpaarden. In het midden torent Mount Kenia, met alpenhooglanden en koele bossen.
In het noorden heb je het woestijnachtige Samburu National Reserve, met dieren die zich aan de droogte hebben aangepast, zoals de struisvogel en de oryx. Aan de kust heb je koraalriffen met tropische vissen, zeeschildpadden en walvishaaien.
Zelfs in Nairobi is er wildlife te zien. Het Nairobi National Park ligt namelijk aan de hoofdstad vastgeplakt. Je kan hier met je taxi meteen het park inrijden en met de wolkenkrabbers op de achtergrond zebra’s, zwarte neushoorns en giraffes zien.
In Giraf Manor, in een buitenwijk van Nairobi, komen die giraffes héél dichtbij.
In dit kleine park kan je ze namelijk zelf voeren, vanaf een verhoogd platform. De giraffes hebben zelfs geleerd voer te pakken dat je tussen je lippen houdt. Niet heel ‘wild’, wel leuk als je een middag in Nairobi hebt stuk te slaan. Ook vlakbij Nairobi is het David Sheldrick Elephant Orphanage, waar jonge verweesde olifanten worden opgevangen.
Beste reistijd Kenia?
Waar je ook heen gaat, je hebt de meeste kans om dieren te zien als rekening houdt met de seizoenen. In de maanden december en januari is het heet en droog in Kenia. Dat betekent dat de dieren naar de waterplaatsen moeten komen om te drinken (waar je ze heel simpel kan opwachten in de safariauto).
Juni en augustus zijn ook goede maanden, want dan is het koel en droog. Tijdens het regenseizoen (van maart tot mei) is er maar een kleine kans om iets te zien. Door het groen is het zicht beperkt en de meeste kuddes zijn verspreid.
Pakketreizen naar Kenia
De meeste mensen kiezen ervoor al in Nederland een pakketreis te boeken. Dat is wel zo slim als je zeker wilt zijn van een plaatsje in een beroemde lodge.
Als je een beperkt budget hebt, is het goedkoper om alles ter plekke te doen. Vanuit Nairobi valt alles te regelen en de meeste safaribedrijfjes hebben er wel een kantoor zitten.
Er zijn safari’s in alle prijsklassen: van een simpel tentenkamp met een bord eten aan het kampvuur tot een superdeluxe lodge middenin een park. De ruggengraat van een safari is de gamedrive, waarbij je zolang mogelijk door de bush rijdt op zoek naar dieren.
De meeste gamedrives zijn vroeg in de ochtend en laat in de middag, zodat je tijdens de warme uren tijd hebt voor lunch en siesta. Ook heel leuk zijn nachtsafari’s, waarbij je dieren kan zien die zich overdag schuilhouden, zoals het schuwe luipaard.
Een gamedrive staat of valt bij de kwaliteit van de safarigids. Die zijn er in alle alle soorten en maten.
Aan de ene kant heb je gidsen die net zo goed de buslijn Nairobi-Mombasa kunnen gaan rijden, aan de andere kant heb je gidsen die alleen al door te ruiken weten dat twee kilometer verderop de zeldzame blauwgestipte laaglandhagedis zijn unieke paringsdans aan het doen is. De laatste categorie gidsen is meestal in dienst van de betere lodges.
Maar of een safari slaagt, ligt uiteindelijk voor een groot deel aan jezelf.
Zet je zintuigen op scherp, hou je stil en kijk naar aanwijzingen: een schaduw tussen de struiken, bladeren die bewegen, een alarmkreet, opspattend water. Het is tenslotte jouw safari, jouw reis.
Kenia in het kort
Kenya Airways, een partner van de KLM, vliegt dagelijks op Nairobi, van waaruit de rest van Kenia makkelijk te bereiken is.
Alle feiten over Kenia: www.magicalkenya.com
Safarilodge Leopard Rock Lodge, midden in Meru: www.leopardmico.com