Bowie in Berlijn: Bezoek de Duitse hoofdstad in de voetsporen van popartiest David Bowie.
De man links op de foto herken je. Als je twee keer kijkt.
Met snor, blik bier en houthakkersblouse. Veel verder van zijn doorgesnoven, in glitterpakken of smokings gehulde Aliens en Thin White Duke kan je niet komen. Nog een geslaagde transformatie van David Bowie.
Het was de zomer van 1976. Na tien jaar in de spotlights te hebben gestaan als Ziggy Stardust stond Bowie op het punt van instorten. Hij was ten prooi gevallen aan de Fame (en cocaïne) van de rock-‘n-roll-lifestyle van Los Angeles. Hij vluchtte naar West Berlijn om zijn leven weer op te rit te krijgen.
Om incognito te kunnen leven in de Duitse hoofdstad had Bowie een paar zinnen Duits geleerd en zijn snor laten staan. Als hij dan in de U-Bahn of tram herkend dreigde te worden, zei zijn assistent Coco Schwab in vloeiend Duits: “Ze denken weer dat jij het bent”.
Bowie zei dan van achter zijn Duitse krant: “Ich weiß, wahnsinnig. Sie denken, Ich bin es. Täglich. so nervig.”
Meestal liepen de Berlijners weer door, denkend dat zij zich vergist hadden. Voor Bowie was het een verademing, hij genoot van de desinteresse van de Berlijners.
Bowie in Berlijn
Op het moment dat David Bowie in 1976 naar Berlijn verhuisde, bevond hij zich op een dieptepunt. Door een rechtszaak met zijn management waren zijn inkomsten bevroren. (Fame, what you need you have to borrow). Hij kwam blut, cokeverslaafd en gefrustreerd over zijn roem naar Berlijn.
Verder lag hij in een scheiding en hield zijn vrouw zijn zoon bij hem weg. Zelf zei hij daar later het volgende over:
I had approached the brink of drug induced calamity one too many times and it was essential to take some kind of positive action. I was going broke; it was cheap to live.
Bowie kwam in 1976 in Berlijn aan toen de stad nog een lege huls was, verwoest achtergelaten door de oorlog. Berlijn was voor hem een wedergeboorte. Hij leidde hier een heel clean, eenvoudig bestaan. Weg van de spotlights en weg van de drugs, vond Bowie in Berlijn een gevoel van rust en vernieuwing.
In de zomer van 1976 vond Bowie in Berlijn een nieuwe carrière. Twee jaar later had Bowie vijf geweldige albums voltooid en zichzelf opnieuw uitgevonden.
1Schöneberg

Berlijn is dé stad om een David Bowie bedevaart te maken.
Bowie woonde in de Berlijnse wijk Schöneberg, een stadsdeel dat behoort tot de wijk Tempelhof-Schöneberg. In het verleden was dit stadsdeel een eigen dorp, maar sinds 1920 behoort dit district officieel tot Berlijn.
Prachtige pleinen tussen mooie oudbouw met koffiezaken, speeltuinen en de grootste vlooienmarkt van Berlijn. De gayscene is al sinds de jaren 20 in deze wijk gevestigd.
Bowie kende de wijk uit het boek Goodbye to Berlin (1939) van Christopher Isherwood, die hij had leren kennen in LA. Het boek was de basis voor de film Cabaret.
In 1978 speelde Bowie in Berlijn samen met Marlene Dietrich (die in de wijk Schöneberg werd geboren) in de campy verfilming van Isherwoods Just a Gigolo. Een film die zo slecht was dat Bowie hem ‘al zijn Elvis Presley-films ineen’ noemde.
2David Bowie’s huis in Berlijn

Waar woonde Bowie in Berlijn?
Bowie’s stek was Hauptstraße 155. Hij woonde van 1976 tot 1978 in een ruim ‘altbau’ appartement op de eerste verdieping, met hoge versierde plafonds en ramen die uitkeken over een balkon boven de straat.
Het appartement werd gevonden door Bowie’s assistent, Coco Schwab, na een periode waarin Bowie in Das Schlosshotel im Grunewald verbleef. Het appartement was back to basics voor Bowie. Een blauwe kamer om te slapen.
In het begin woonde Iggy Pop hier ook. Later huurde Bowie voor zijn vriend een appartement aan de overkant van dezelfde straat.
Op een herinneringstegel aan het appartement staat de tekst “We can be heroes, just for one day” uit Bowie’s hit “Heroes”. De wit porseleinen tegel zelf wordt om de paar jaar gestolen door Bowie fans en binnen 24 uur vervangen door de KPM – Königliche Porzellan-Manufaktur Berlin.
Een muurschildering van Bowie staart je aan wanneer je voor de woning staat.
Berlijn bood in die tijd onderdak aan een grote verscheidenheid studenten, politieke activisten, muzikanten, schrijvers en kunstenaars. De unieke sfeer van Berlijn toen – bohemien maar pretentieloos, versleten maar glamoureus – stuwde Bowie naar grote hoogten.
3Neues Ufer

Een paar huizen verderop, op nummer 157, zit het café waar Bowie vaak zat: Neues Ufer.
Het is een eenvoudig, pretentieloos, bruin café met een permanente fototentoonstelling van Bowie aan de muur – je kunt er terecht voor slechte espresso en goedkoop bier.
“Berlijn bracht me weer in contact met de mensen,” zei Bowie. “En bracht me terug op straat.”
Vanuit het café kun je net als Bowie in Berlijn struinen langs kunst en boekhandels aan de brede trottoirs rond het Nollendorfplatz en Winterfeldplatz.
4Nightclubbing met Bowie in Berlijn

De eerste tijd in Berlijn was Bowie nog onrustig en verviel hij in oude patronen.
Hij maakte de stad onveilig met huisgenoot Iggy Pop, dronk hij KöPi in Joe’s Beer House en gaf zich over aan het Berlijnse nachtleven in clubs als Dschungel, The Unlimited, Exxcess, Harlekin en Tolstefanz, allemaal met een vergelijkbare sfeer. Bowie hield ook van de Lützower Lampe, een beroemde travestietenclub.
Hun absolute favoriet was de SO36-club, een muziekclub aan de Oranienstrasse bij Heinrichplatz, in de buurt van Kreuzberg. Het ontleent zijn naam aan de historische postcode van dat gebied, SO36, waarin de SO staat voor Südost.
Uitgaan was niet de juiste weg voor Bowie: het was zo erg met hem gesteld dat hij op een nacht tijdens een cocaïnepsychose zijn jaren vijftig Mercedes keer op keer gedurende vijf gekke minuten tegen een betonnen muur van een ondergronds Berlijnse parkeergarage ramde: Always crashing in the same car.
Je hoeft de nummers van Bowie maar te luisteren voor verwijzingen naar het wilde uitgaansleven van Pop en Bowie in Berlijn, waaronder de nummers Nightclubbing en Funtime.
Tegenwoordig is Berlijn nog steeds het Walhalla van het uitgaansleven.
5Paris Bar in Charlottenburg

Toen Bowie in Berlijn kwam wonen, was hij bijna failliet. Hij leefde er relatief bescheiden. Maar als hij geld wilde uitgeven, ging hij met Iggy Pop vaak naar de Paris Bar, een duur Frans café in de Kantstraße 152, in de wijk Charlottenburg.
De bar ligt op slechts 5 minuten lopen van metrostation Savignyplatz. De Paris Bar in Berlijn is een gemiddelde Franse brasserie, maar staat bekend als ‘art bar’. Van Madonna tot Leonardo DiCaprio: iedere ster laat zich hier vroeg of laat zien. Je kunt er kaviaar en champagne bestellen, maar Bowie kwam er vooral voor de steak frites.
Paris Bar was ook de locatie van een beroemd Rolling Stone interview met Bowie en Iggy Pop, getiteld Bad Boys in Berlin. De journalist beschreef de bar als een scene uit het schilderij De Drinkers van Van Gogh. Iggy Pop werd zo dronken dat hij aan het einde van het gesprek rollend in de sneeuw lag.
6Hansa Tonstudio

De Hansa Studio’s stonden vroeger op enkele tientallen meters van de Berlijnse Muur.
Het gebouw aan de Köthener Strasse 38 heeft een lange muzikale traditie. De plek heeft een roerige geschiedenis en is de laatste eeuw vaak onherkenbaar veranderd.
Het is de thuisbasis van het beroemde Meistersaal, die in 1913 werd geopend als concertzaal voor kamermuziek. In de roerige jaren 20 was hier een danszaal gevestigd.
Tijdens de nazi-jaren organiseerde de beruchte Reichsmusikkammer er concerten. Het gebouw werd in 1943 gedeeltelijk verwoest door een bom.
Vlak na de oorlog stonden nog maar twee gebouwen overeind. In de jaren zestig werd het in gebruik genomen als opnamestudio.
Het is de plek waar Bowie een drietal albums schreef, opnam en uitbracht. Ze staan nu bekend als de Berlijnse triologie: Low (1977), Lodger (1979) en natuurlijk “Heroes” (1977).
In de jaren zeventig en tachtig, toen behalve Bowie ook Iggy, Nick Cave en Depeche Mode er opnames maakten, was het een desolate plek, pal aan de Muur.
Ook in 1976, toen Bowie aankwam, stond het Hansa gebouw in een leegte. Omdat er verder geen baksteen meer overeind stond, keek de studio direct uit over de Muur en de wachters met hun mitrailleurs. Zo snap je ook hoe Bowie in “Heroes” zong over een zoenend stel, ‘standing against the wall’.
Het lijkt een vreemde atmosfeer om een plaat op te nemen. Maar voor Bowie werkte het perfect. De Berlijnse albums zijn een artistiek hoogtepunt in zijn carrière.
Duitsland was de belangrijkste wegbereider van de elektronische muziek en die invloed is duidelijk aanwezig. David Bowie wist er een funky, warme sound van te maken, die ook nu nog fris klinkt. Dat lukte de meeste Duitse bands waar hij zich door liet inspireren niet.
Bowie zag deze albums als zijn beste:
It is some of the best work that the three of us have ever done. Nothing else sounded like those albums. Nothing else came close. If I never made another album it really wouldn’t matter now, my complete being is within those three. They are my DNA. Uncut.
De wereldberoemde geluidsstudio’s zijn nog steeds in gebruik en te bezoeken. Een bezoek aan de studio Big Hall by the Wall is fenomenaal.
Op de begane grond staat nog steeds de Meistersaal, waar “Heroes” werd opgenomen. De zaal komt ook voor in een van de video’s van One van U2. Je kunt de echo en ruimte van de zaal duidelijk horen.
Boven staat Tonstudio 2, die in 1979 state of the art was. Er stond namelijk een mengpaneel van 1.2 miljoen mark, dat zo groot was dat het met een hijskraan naar binnen moest worden getakeld. Het had mogelijkheden die tegenwoordig ook in een leuk uitgevoerde laptop passen.
Tijdens de rondleiding klinken “Heroes” en Always Crashing in the Same car uit dezelfde boxen waar Bowie ze beluisterde.
De studio was destijds minimaal de helft goedkoper dan alles wat David Bowie daarvoor had gebruikt. Voor de blutte Bowie een fijne bijkomstigheid. De vleugel die Bowie gebruikte voor Low en “Heroes” staat in de hoek.
We kunnen het niet laten om even een paar toetsen aan te raken voor we de trap aflopen.
Music Tours Berlin biedt keuze een drietal tours voor de Berlijnse Bowie Bedevaart; een Video Bustour, een Bowie wandeling naar de Hansa Studio en de buurt waar David Bowie en Iggy Pop woonden.
7Brücke museum

Een paar stadsdelen in Berlijn hebben hun jaren 70-vibe weten te behouden – met name in de omgeving van het Brücke-museum. Dit museum is gewijd aan de expressionistische schilders in Dresden onder leiding van Ernst Kirchner en Erich Heckel. Het was een van Bowie’s favoriete plekken.
Het Brücke-museum werd geopend in 1967 – negen jaar vóór Bowie’s aankomst in Berlijn. Het herbergt ’s werelds grootste verzameling werken van de kunstenaarsgroep Die Brücke.
De oprichters van de groep, opgericht in 1905, (Ernst Ludwig Kirchner, Fritz Bleyl, Karl Schmidt-Rottluff en Erich Heckel) zijn van enkele van de belangrijkste kunstenaars die geassocieerd worden met het Duitse expressionisme. Die Brücke had een enorme impact op de evolutie van moderne kunst in de 20e eeuw. En op Bowie.
Het museum is een kleine oase van rust in druk Berlijn. Maar de schilderijen die er hangen zijn intens en verontrustend. De verf en emoties spatten dik van de doeken.
Bowie en Iggy Pop brachten er vele uren door en namen zelfs de pose van Erich Heckels schilderij Roquairol over, voor de coverfoto’s van The Idiot en “Heroes”.
Een ander werk dat Bowie zeer bewonderde was het schilderij Liebespaar zwischen Gartenmauern uit 1916 van Otto Mueller, waarin een paar in een gepassioneerde omhelzing tussen twee dreigende muren staat.
8Neukölln

Neukölln is shabby cool. Het is een van de meest spannende wijken – op geen andere plek kun je de Turkse sfeer van Berlijn zo goed voelen.
Het vormt ook de achtergrond voor een van de sombere instrumentale soundscapes op “Heroes”. Het is een kille klaagzang voor een ontheemd volk. Neukölln is een deel van Berlijn dat voornamelijk Turks is en ik moest een manier vinden om er een Turks ding in te stoppen,” zei Bowie in 1983 – vandaar zijn klagende saxofoon, die suggestieve Midden-Oosterse tonen speelt tegen Europese explosies van bas en synthesizer.
Neukölln is een opkomende wijk, maar het heeft nog steeds een compleet eigen sfeer.
9David Bowie walk in Berlijn

De Berlijnse muur heeft veel tegenhouden. Maar niet de Westerse radio. Waarschijnlijk heeft dit onze Bowie Walk tourgids zo’n muziekliefhebber en Bowie fan gemaakt?
Philipp is opgegroeid in Oost-Berlijn en vertelt voluit over de sfeer, de val van de Muur en dromen over ‘de andere kant’ die werden opgehangen aan Ziggy, Starman en the Thin White Duke.
Neem de wetenschap dat Bowie Berlijn-fan was, “Heroes” en Low daar opnam en Lodger over Berlijn schreef. Tel daarbij op de Duitse “Heroes” versie Helden, de film Christiane F. – Wir Kinder vom Bahnhof Zoo (1981) en het concert bij de Muur dat in Oost-Berlijn hoorbaar was, en je snapt waarom je hier een mate van loyaliteit en respect voor Bowie en Iggy vindt die wij ons nauwelijks kunnen voorstellen.
Phillip neemt ons mee naar de plek bij Brandenburger Tor, waar David Bowie in 1989 naar Berlijn terugkeerde. Berooid was hij niet meer. Hij had met Let’s Dance een van de grootste miljoenendeals met een platenmaatschappij ooit gemaakt.
Bowie gaf hier, twee jaar voor de val van de Muur, zijn Berlijnse concerten. Phillip vertelt dat de boxen naar Oost-Berlijn gericht stonden en dat er aan die kant van de muur 10.000 man de straat opgingen. Volgens de aanwezigen (waar Philip een van was) was dit de eerste keer dat er massaal ‘de Muur moet weg!’ werd geroepen.
Alleen daarom al zijn Berlijn en Bowie tot in de eeuwigheid met elkaar verbonden