vrijdag, september 22, 2023
Home Blog

Geweldig Gambia wildlife spotten

Vakantie naar Gambia

In Gambia wildlife spotten? West-Afrika is arm in wild, als je het vergelijkt met de grote nationale parken van Oost-Afrika. Maar op vakantie in Gambia kom je toch veel dieren tegen.

Tot in het begin van de 20ste eeuw kwamen ook in Gambia neushoorns, olifanten en jachtluipaarden voor. Door overbejaging en het verdwijnen van leefgebieden is dit grote wild echter verdwenen.

Toch is er in Gambia overal natuur, of het nu libellen zijn of kleurrijke vlinders, luidruchtige kikkers, rennende hagedissen of slaperige krokodillen.

En wat je zeker niet kunt missen op vakantie naar Gambia zijn apen.

Vlakbij de grote toeristen gebieden aan de westkust ligt een aantal kleine natuurreservaten, zoals Abuko, Makasutu en Bijilo.

Hoewel deze reservaten midden in bevolkte gebieden liggen, loop je er gegarandeerd geelgroene meerkatten, bruine bavianen en huzaarapen tegen het lijf.  

1Bijilo Forest Park

Vakantie naar Gambia apen klein

Bijilo Forest Park is een prachtig voorbeeld van hoe de Gambiaanse kustlijn er ooit uitzag. Bijilo behoort tot de best bewaarde habitats in zijn soort in het land, maar toch ligt het op loopafstand van de Senegambia Strip en de hotels. 

Bijilo omvat 50 hectare kustbos en struikgewas met uitzicht op het strand ten zuiden van Kololi Beach Club. Hier kom je uitstekend aan je trekken voor je Gambia wildlife behoeftes.

De ingang van het reservaat ligt tegenover de Bijilo Beach Club, op slechts 10 minuten lopen van de hotels en restaurants langs de Senegambia-strook. Hier moet je de toegangsprijs betalen en de min of meer verplichte gids ophalen. Deze service zit inbegrepen in de toegangsprijs, maar de gids verwacht aan het eind ook een fooi. 

Highlights in Bijilo zijn de vrij rondlopende, maar aan mensen gewende apen. Er lopen in Bijilo drie soorten rond: de wijdverspreide en gemakkelijk te spotten geelgroene meerkat, de iets schuwere rode franjeaap en heel soms de huzaaraap. 

De meeste gidsen zullen proberen meerkatten te lokken met wat pinda’s. Ze doen dat soms net zo lang tot er een aap op hun schouder zit.

Officieel wordt het voeren van apen in Gambia overal afgeraden, omdat het ze agressief zou maken. Dit zijn van die tegenstrijdigheden waar je je in Afrika niet om moet verbazen.

Andere zoogdieren zijn Gambiaanse zon-eekhoorns, die vaak in de bomen worden gezien, en gestreepte grondeekhoorns die je op de bosbodem kunt zien. Bovendien leeft er in Bijilo een derde van alle vlindersoorten die in het land zijn geregistreerd, een verscheidenheid aan hagedissen, waaronder Nijlvaraan, agame en skink.

En meer dan 130 vogelsoorten, waaronder drie soorten bijeneters, de roodkopsmelleken, rotspatrijs en zeldzame vogels zoals de Ahanta frankolijn en de roodborstblauwsnavel

Vanaf de poort leidt een netwerk van vijf kilometer goed gemarkeerde en onderhouden wandelpaden door het Gambia wildlife reservaat. De paden zijn verdeeld in cirkelvormige routes met kleurcodes, zodat je kunt kiezen hoe ver en in welke richting je wilt lopen. Het meeste is redelijk vlak, hoewel er een paar steile delen met ruwe treden zijn. 

Een ander recht pad door het bos en langs het strand staat bekend als het ornithologische pad, omdat het uitstekende mogelijkheden biedt vogels te bekijken. De meeste hotels en operators kunnen de trip regelen, of je kunt gewoon een taxi vragen om je bij de ingang af te zetten.

2Abuko Nature Reserve

Geweldig Gambia wildlife spotten Abuko

Abuko is een populaire dagtocht. Abuko is het oudste reservaat van het land en werd al in 1916 weggezet als zoetwaterreservoir voor Banjul. In 1968 werd het opgewaardeerd door natuurpark en in 1978 uitgebreid tot zijn huidige grootte. 

Abuko heeft een opmerkelijke biodiversiteit voor een reservaat van deze grootte, met vele duizenden soorten planten, bomen, insecten en andere ongewervelde dieren. Er zijn ongeveer 50 zoogdiersoorten geregistreerd, en het herbergt wel 270 vogelsoorten. Het is misschien wel de beste plek in Gambia voor bosvogels. 

Er staan her en der schuilhutten waar je de dieren kun bespieden. Omdat de dieren hier gewend zijn aan mensen, komen ze vaak dichtbij. Met name de apen negeren je tijdens hun dagelijkse routine. 

Het pad door Abuko begint bij een zeer zeldzaam stuk ongerept galerijbos. Dit bos is bijna het enige overblijfsel in Gambia van het dichte, vochtige oerbos dat zich ooit uitstrekte over heel Zuid-West-Afrika. 

Voor het ongetrainde oog lijkt galerijbos veel op regenwoud, maar het is wel degelijk iets anders. Regenwoud wordt gevoed door regen, galerijbos door grondwater. Hierdoor vind je er andere planten en bomen. 

Even verderop kom je bij de eerste vijver. Als je hier rustig blijft zitten, zie je met een beetje geluk de geelgroene meerkat, rode franjeaap, bosbok, Maxwell’s duiker, krokodil en Nijlvaraan, en watervogels zoals zwarte nachtreiger, lelieloper, Afrikaanse slangenhalsvogel en reuzenijsvogel. 

De belangrijkste krokodillenpoel heeft veel verschillende vogels, waaronder hamerkop, zwarte porseleinhoen en verschillende reigers, ijsvogels en roofvogels. 

Aan het einde van het droge seizoen (maart en april) vormen deze plassen het enige zoete water in kilometers omtrek. Ze zijn dan als een magneet voor grotere vogels, waaronder lepelaars, ooievaars, visarenden en zelfs pelikanen. 

Bij zonsondergang komen hier honderden fruitvleermuizen drinken voordat ze op jacht gaan. Overdag slapen de vleermuizen in het nabijgelegen Lamin. 

Midden in Abuko staat het zogenoemde Gambia wildlife orphanage.

Dit dierenweeshuis is een naargeestig gebied met een paar gedeprimeerde bavianen en gevlekte hyena’s in vervallen kooien. De duistere sfeer wordt versterkt door de honderden gieren die hier wonen, aangetrokken door het nabijgelegen abattoir van Serekunda. 

Abuko nature reserve

3Makasutu Cultural Forest

Gambia wildlife Makasutu

Dit mooie park ligt naast een prachtige, met mangrove omzoomde kreek. Het ‘culturele’ zit hem erin dat Makasutu beheerd wordt door de omliggende gemeenschappen. 

Makasutu staat hoog aangeschreven in Gambia, niet alleen vanwege de flora en fauna, maar ook omdat het een geslaagd ecotoerisme project is. 

Het biedt werk aan meer dan 100 lokale mensen in een gebied dat in het verleden maar zelden bezoekers kreeg: niet alleen werknemers zoals tuinmannen, chauffeurs, koks en gidsen, maar ook de houtsnijders die bij het hoofdkamp hun waren verkopen, en de muzikanten en dansers die de gasten vermaken. 

Het reservaat strekt zich uit over ongeveer 10 km2 oeverbos, savanne en mangroven en biedt een vrijplaats aan veel wilde dieren. Waaronder 200 nogal tamme Guinese bavianen, die je tot dicht kan naderen.

Verder kun je ook kleinere apensoorten tegen het lijf lopen, antilopen en carnivoren, waterdieren zoals krokodillen en af ​​en toe West-Afrikaanse zeekoeien. En natuurlijk tientallen soorten vogels.

Je kunt het beste vroeg in de ochtend in het park aankomen. Dan heb je de meeste kans om Gambia wildlife te zien. 

Nadat je bij de ingang hebt aangemeld begint je tour met een boottocht door de mangrove. Als het tij tenminste hoog genoeg staat, anders eindigt de tour in dit getijdenbos. De boottocht gaat per kano en het varen wordt gedaan door een sterke peddelaar achterin (vergeet zijn fooi niet). 

Weer aan land neemt een gids je mee het bos in. Hij vertelt over de verschillende soorten bomen en planten die gebruikt worden in de traditionele Afrikaanse geneeskunst. Bijna alles heeft wel een functie.

Griots in Gambia

Aan de rand van het bos woont een griot

Griots – ook marabouts genoemd – spelen nog steeds een grote rol in de Afrikaanse traditionele geneeskunst. Veel Gambianen bezoeken regelmatig zo’n Afrikaanse bush doctor. 

De griot van Makasutu staat in hoog aanzien.

De griot heeft een breed werkgebied: hij behandelt ziektes, doet toekomstvoorspellingen, leest handen en verdrijft kwade geesten. Een griot kan amuletten maken tegen onheil en mensen met kwade bedoelingen. Veel Gambianen dragen deze amuletten (zogenoemde juju’s) in de vorm van een ring, als halsketting of aan een touwtje onder de broekriem. 

Je gids in Makasutu zal je de mogelijkheid geven om van zijn diensten gebruik te maken, bijvoorbeeld om je hand te lezen. 

Dat is een heerlijk occulte bedoening in een schemerige hut. De griot zit verborgen onder een doek en kijkt je niet aan. 

Hij pakt je hand en volgt de lijnen met iets wat veel weg heeft van een toverstaf. Soms bekijkt hij je hand via een spiegeltje. Je gids vertaalt ondertussen zijn orakel. 

Of je er nu in gelooft of niet, de aanwezigheid van een waarzegger maakt Makasutu een bijzonder bos.

Mandina Lodges

4Chimpansees Gambia River National Park

Geweldig Gambia wildlife spotten chimpansees

Als je tijd hebt om het binnenland van Gambia in te trekken, dan is de omgeving van Georgetown een aanrader. 

Vlakbij Georgetown kun je wilde chimpansees zien. Op de Baboon Islands, drie eilanden in het Gambia River National Park, leven 125 chimpansees. Het zijn de afstammelingen van verweesde chimpansees die hier eind jaren ‘70 werden uitgezet. 

Je kunt niet aan wal op de eilanden. Chimpansees en mensen delen 99% aan dna, dus de apen zijn vatbaar voor onze ziektes.

Het park wordt gerund door lokale gemeenschappen. Het is een mooi voorbeeld van hoe lokale mensen kunnen profiteren van natuurbehoud.

De beste manier om de chimps te zien, is door aan de westkust een tour te boeken (zie onder Gambia tours).

Een tour naar de chimps duurt drie dagen, met twee overnachtingen in Georgetown. De stad wordt tegenwoordig ook Janjangbureh genoemd. De tour kan ook in twee dagen/een overnachting, maar dan zit je wel erg lang in de auto.

Je vaart in de namiddag vanuit het dorpje Kuntaur in een half uur naar de eilanden. 

Op de eilanden is niet voldoende voedsel te vinden voor de chimps. Daarom worden ze elke avond bijgevoerd. Een verzorger gooit vanaf zijn bootje stukken fruit naar de wal. Daar zitten de chimps klaar om het fruit op te vangen. 

Vanuit je bootje heb je een goed uitzicht over de chimps en kun je mooie actiefotos maken. Met een beetje geluk zie je ook nijlpaarden in de rivier. Bij zonsondergang rijd je terug naar Georgetown. De beste lodge daar is Bao Bolong camp, een goed gerunde lodge dat ook voor alle maaltijden zorgt. 

De mogelijkheden tot overnachting in de buurt zijn beperkt. 

Tegenover de eilanden ligt een van de meest luxueuze lodges van Gambia. Het heeft vier luxe tenten aan de rivier. Dit kamp wordt echter gerund door een Britse Gambia wildlife reisorganisatie en is helaas niet toegankelijk voor toeristen uit andere landen.

5Vogels kijken Gambia

Gambia wildlife vogels

Gambia staat bekend als een geweldige bestemming voor vogelliefhebbers. Je ziet op vakantie naar Gambia veel vogelaars op vogelspot-vakantie.

Afhankelijk van wie je het vraagt, zijn er in Gambia tussen de 450 en 600 soorten vogels. 

Maar je hoeft geen vogelaar te zijn of diep de rimboe in te trekken om de vogels te waarderen. 

In Gambia zijn echt overal vogels, in elk type landschap: spectaculair gekleurde papegaaien, scharrelaars, bijeneters en toerako’s; komische neushoornvogels en sierlijke gekroonde kraanvogels; tientallen arenden en andere opvallende roofvogels; plus een verbijsterende hoeveelheid zee- en watervogels. 

Veel vogels leven pal naast de toeristenresorts aan de westkust. Daar wemelt het van de deskundige lokale natuurgidsen, die je voor een paar euro graag rondleiden.

Zelfs op een wandelingetje over het terrein van je hotel zie je vogeltjes die zo mooi zijn als hun naam: prachtvinken en blauwfazantjes, honingzuigers en goudkapfiskalen. In een week kun je wel 200 soorten bij elkaar spotten.

Een bekende vogel hotspot is de Kotu Creek, pal in toeristenwijk KotuDe kreek stijgt en daalt mee met de getijden van zee. Bij eb scharrelen er tientallen vogelsoorten, zoals kieviten, strandlopers, zandplevieren. Bij vloed grijpen ijsvogels, reigers, futen en wouwen hun kans.

Naast de brug ligt de bird association, een vereniging van 75 professionele Gambiaanse vogelgidsen. Ze kunnen je rondleiden door Kotu Creek. Een tocht van twee uur kost tussen de 700 en 1000 Gambiaanse Dalasi, ongeveer 12-17 euro. Ook kan de club vogeltours verder in het land organiseren naar dichtbij gelegen vogelparken als Tanji, Brufut en Farasutu.

Gambia Birding Experience

Zelf Gambia wildlife spotten?

Tijdens een vakantie naar Gambia is er naast wildlife en vogels zoveel meer te zien. Je kunt tours naar Gambia wildlife boeken bij tourorganisatie Papa’s Tours in Kotu.

Informatie over Gambia

9 geweldige tips voor een vakantie naar Gambia

Vakantie naar Gambia

9 redenen voor een vakantie naar Gambia. Gambia wordt de Poort naar Afrika genoemd. Het kleinste land van Afrika is een leuke introductie tot dit continent. Op zes uur vliegen ligt een totaal andere wereld. 

1Afrika in een notendop

Vakantie naar Gambia

Gambia is een vriendelijk en plezierig land, waar veel mensen naar blijven terugkeren. De kustlijn is bezaaid met een uitgebreide en gevarieerde verzameling van luxe resorthotels, eigenzinnige eco-lodges en goedkope strandtentjes.

Het zonnige droge seizoen valt heel mooi samen met onze grijze midwinter. Gambia is dan goed bereikbaar vanuit Nederland met betaalbare chartervluchten. Het is een leuk voorproefje voor het echte Afrika. Het is het kleinste land op het vasteland, nergens breder dan 50 km, van noord naar zuid.

Van west naar oost is het land 480 km. Gambia is ongeveer een derde van Nederland. Het wordt volledig omsloten door Senegal, waarmee het al zijn grenzen deelt.

Vakantie naar Gambia: het klinkt heel tropisch. Maar het land ligt net onder de Sahel, dus erg veel groen zie je niet.

Bovendien is het een vlak land. Het hoogste punt steekt slecht 40 meter boven zeeniveau uit. 

Toch biedt een vakantie naar Gambia veel variatie.

Landschappen variëren van weelderige schaduwrijke bossen versierd met klimplanten tot eindeloze uitgestrekte gouden zandstranden, van droge savanne tot overvloedige getijden moerassen met mangrove.

Overal stikt het van de wilde dieren, met name vogels en apen.

Qua karakter bestaat Gambia uit drie delen. Het eerste gebied is Banjul en de kustplaatsen Kotu en Kololi, waar bijna al het pakket toerisme naartoe gaat. 

Daaronder aan de kust ligt een mooi gebied, bezaaid met kleine eco-lodges die zich richten op onafhankelijke reizigers op vakantie naar Gambia. Het laatste deel is de bovenloop van de rivier de Gambia. Die regio beslaat ongeveer 95% van het oppervlak van het land. In dit binnenland vind je maar weinig voorzieningen. 

Het hart van het land is de brede, majestueuze rivier die het land zijn naam geeft. De Gambia is de best bevaarbare rivier van dit deel van Afrika.

2Gambia is relaxed

Vakantie naar Gambia mensen

Een echte highlight op je vakantie naar Gambia zijn de Gambianen zelf. Ze zijn vriendelijk in de omgang en hebben humor. Gambia wordt wel de ‘Smiling coast of Africa’ genoemd.

Opvallend is dat iedereen in Gambia elkaar groet. Elke ontmoeting begint eerst met een ‘salaam aleikum’ (‘vrede zij met u’). Pas na het antwoord (‘aleikum salaam’) gaat het gesprek van gang. Zomaar met de deur in huis vallen is erg onbeleefd. 

Gambianen zijn relaxed, voor sommige westerlingen zelfs een beetje te. Deadlines, op tijd op afspraken komen, haast: het zijn allemaal onbekende begrippen in Gambia. Er lijken wel twee tijdszones te bestaan in Gambia: Gambiaanse tijd en Europese tijd. De eerste loopt een paar uur achter op de laatste.

In het kleine Gambia wonen zes stammen, ieder met zijn eigen gebruiken en taal. De grootste groep zijn de Mandinka. De Mandinka komen oorspronkelijk uit Mali. Andere grote groepen zijn de Wolof, de Jola en de Fula.

Een kleine stam zijn de Aku, afstammelingen van bevrijde slaven. Elke groep spreekt een andere taal. Deze verschillen enorm. Toch beheersen veel Gambianen vaak meerdere van deze talen. Dat is voor hen een bron van trots. Kunnen communiceren met elke stam wordt in Gambia als uitermate beschaafd gezien.

In Gambia is 90 procent islamitisch. Erg streng is de islam hier niet. De islam in West-Afrika zit vol met animistische elementen. Ook bijgeloof speelt een grote rol.

3De kleinste hoofdstad van Afrika

Vakantie naar Gambia Banjul

De hoofdstad Banjul (voorheen Bathurst) is de kleinste hoofdstad van Afrika. De compacte stad ligt op een eilandje aan de zuidpunt van de monding van de Gambia-rivier.In tegenstelling tot zowat alle Afrikaanse steden heeft Banjul de afgelopen jaren een lichte bevolkingsafname ervaren.

Er wonen nu 32.000 mensen: echt niks voor een Afrikaanse hoofdstad. Een leuke attractie in Banjul is de veerbootterminal. Als je een tour naar de noordoever doet, vaar je vanaf hier in drie kwartier naar de overkant. Sommige veerboten deden vroeger dienst in Nederland, zoals de Kunta Kinteh. 

De terminal is een chaotisch en kleurrijk terrein, echt Afrika in een notendop. Moeders met kinderen op hun rug gebonden, venters met zakjes pinda en gekoelde blikjes fris, bont geverfde vrachtwagens: het lijkt wel of heel Afrika hier vertegenwoordigd is. Een echte dienstregeling is er niet. Het veer vertrekt als hij vol is. Geduld is tijdens je vakantie naar Gambia een belangrijke eigenschap.

Mocht je echte Afrikaanse stedelijke drukte willen meemaken, dan moet je naar de grootste stad van Gambia, Serekunda. Serekunda is meer dan tien keer groter dan Banjul en heeft een geschatte bevolking van 350.000 mensen.

4Kleurrijke markten

bezoek de markt tijdens vakantie naar Gambia

De bekendste markt van Gambia is de Albert market in Banjul. Op deze markt kun je houtsnijwerk, stro en rieten werk, leer, aardewerk, sieraden, textiel en metaalbewerking kopen. Veel van de houtsnijwerken zijn afgewerkt door de eigenaars van de stal die ze verkopen.

Let wel op bij het kopen. Soms wordt waaibomenhout ingesmeerd met schoensmeer, zodat het op hardhout lijkt. Maskers, kommen, mannelijke en vrouwelijke figuren en dieren zijn leuk om mee naar huis te nemen of cadeau te geven.

Het belangrijkste materiaal in Gambia is katoen. Laken wordt gemaakt door de ‘maabo, een kaste van wevers die traditioneel in het regenseizoen naar Gambia komen en het op aanvraag voor klanten produceren.

Traditioneel werd deze kleding gebruikt voor speciale gelegenheden zoals huwelijksceremonies, besnijdenissen en begrafenissen. De kleurstoffen zijn natuurlijk. De ijzerhoutboom geeft een rode kleur, terwijl de mangoboom zwart produceert. Ook batik zie je in overvloed.

De kleding heeft diverse stijlen, zoals traditionele Gambiaanse stijl – los met borduurwerk – of met westerse snit. Veel kleermakers kunnen binnen een paar dagen een designer jurk of -pak op maat maken. 

Ook leuk om te zien zijn de werkplaatsen van metaalbewerkers, die kunstig ontworpen hekwerken en poorten smeden en lassen en gebruiksvoorwerpen van gerecycled materiaal. Zoals pollepels, steelpannen, fel geverfde metalen dozen en kandelaars.

5De zandstranden van Kotu en Kololi

Vakantie naar Gambia strand

90 procent van alle hotels in Gambia ligt aan de Atlantische kust met zijn brede goudgele stranden. Vooral de gebieden Kotu en Kololi staan bekend om hun mooie zandstranden.

De stranden zijn een plaatje om te zien, compleet met wuivende palmbomen. ‘s Avonds zakt de zon roze in de Atlantische Oceaan. De kuststrook van Kololi en Kotu is een relaxte verzameling van kleinschalige hotels, resorts, met daartussen losjes wat restaurantjes, bars en marktjes gestrooid. 

Het hart en het uitgaanscentrum van Kotu en Kololi is de Senegambia Strip, een straat aan de doorgaande weg met restaurants en bars. Hier kun je tijdens je vakantie naar Gambia je hart ophalen aan lekker eten.

6De vissershaven van Tanji

Vakantie naar Gambia Tanji bezoeken

Dit is het grootste visafslag in het zuiden langs de kust. Het is een heerlijk kleurrijke en chaotische plek, geweldig voor actiefoto’s. Let wel dat sommige vissers het niet leuk vinden om een camera in hun gezicht geduwd te krijgen. 

Het eerste wat je zal opvallen is de overweldigende geur van vis, gevolgd door de verzameling fel beschilderde houten pirogues die net voor de kust voor anker liggen of op het strand zijn getrokken. Deze lokale kano’s variëren in grootte van kleine eenmansbootjes tot grote boten met een hut voor de bemanning. 

Misschien zie je zelfs een paar boten in aanbouw op het strand. Het is fascinerend om te zien hoe ze in elkaar worden gezet. De bouwmethoden zijn door de eeuwen heen weinig veranderd. De grotere boten zijn overigens niet Gambiaans. Ze worden bemand door Senegalezen en Ghanezen.

De vissers en hun families hebben in Gambia soms hun eigen dorpen gesticht. De meeste vissers gebruiken traditionele methoden, zoals kleine netten om kleine hoeveelheden vis te vangen.

Gerookte vis

De vis wordt vervolgens naar het strand gebracht en verkocht aan lokale handelaren, die het op hun beurt verkopen aan kustgemeenschappen, hotels en restaurants. Veel vissen worden in de zon gedroogd of gerookt in hutten aan het strand.

Als je rondloopt en interesse toont, zullen de meeste mensen je graag laten zien hoe dat werkt. Door het roken blijft de vis langer goed, maar het kost ook veel brandhout. Met als gevolg dat enorme delen van de kustbossen en het struikgewas rond Tanji zijn gekapt.

Een gloednieuwe Japanse ijsfabriek om de vis te koelen moet deze ontbossing tegengaan. Tussen de pirogues zie je allerlei afgedankt zeeleven, van krabben tot afgehakte koppen van hamerhaaien.

Twee dingen die je niet zou moeten zien, zijn dolfijnen en zeeschildpadden. Deze zijn wettelijk beschermd in Gambia. 

Er zullen altijd ongelukken zijn waarbij deze soorten worden gevangen en verdrinken in visnetten, maar over het algemeen vermijden lokale vissers het om deze dieren te vangen.

7Tour naar het binnenland van Gambia

Bezoek binnenland tijdens vakantie naar Gambia

De meeste mensen op vakantie naar Gambia komen niet verder dan de kustplaatsen aan de Atlantische Oceaan. Anderen trekken het binnenland in. Daar, aan de modderige oevers van de rivier de Gambia, liggen typisch Afrikaanse dorpen, met hutten met aarden muren en puntige rieten daken. 

De tropische sfeer van de bovenloop van de rivier is meer dan de som van de individuele attracties. Er zijn hoogtepunten in overvloed, waaronder de mysterieuze megalieten van Wassu en de chimpansees en nijlpaarden van het River Gambia National Park.

Het oosten van Gambia is sinds een paar jaar goed te bereiken dankzij een gloednieuwe asfaltweg over de zuidelijke oever. Uitvalsbasis voor de meeste tours is Georgetown-Janjangbureh, ongeveer zes uur rijden, 300 kilometer vanaf de kust. 

Onderweg passeer je een dozijn controleposten, afwisselend bemand door de politie, het leger en soldaten van de West-Afrikaanse Unie. Die laatste bewaakt de vrede sinds 2017. Toen werd dictator Jammeh, na 22 jaar aan de macht te zijn geweest, weggestemd tijdens vrije verkiezingen. 

De grote weg voert dwars door de dorpen, waar je moet afremmen voor geiten en kippen, koeien, schapen en stoïcijnse ezels. Het platteland ruikt heerlijk naar munt, meloen en houtvuur.

Op de velden werken mensen in de grote rijstvelden of in hun tuintje met cassave en mangobomen. Mannen zitten onder enorme schaduwrijke bomen en zetten potten groene thee, terwijl fel geklede vrouwen moeiteloos bundels en potten op hun hoofd balanceren.

Georgetown is een eeuwenoude stad op een eiland in de rivier de Gambia. Die rivier is hier een stuk smaller dan aan de kust. Georgetown was dan ook altijd al een belangrijke oversteekplaats. Aan de oever staan eeuwenoude, vervallen pakhuizen. Volgens sommige verhalen werden hier slaven opgesloten.

Vergeleken het drukke westkust voelt dit deel van Gambia leeg aan. Dat klopt, want de trek naar de stad is in Gambia groot. Veel mensen verhuizen naar de westkust voor werk. 

8Roots tour

Vakantie naar Gambia roots tour

Een indrukwekkende dagtocht op vakantie naar Gambia vanaf de stranden is de Roots tour. Je ziet tijdens deze dagtour allerlei plekken uit de periode van de slavenhandel. De tour voert naar de noordelijke oever van de rivier, ongeveer 25 km stroomopwaarts van Barra en Banjul.

De dorpen Juffureh en Albreda, en het Kunta Kinteh-eiland speelden een centrale rol in de slavenhandel. De handel domineerde vanaf 1600 tot 1900 de economie van Gambia. Portugezen, Britten en Fransen hadden hier belangrijke handelsposten. Ook wij Nederlanders waren er een tijdje aanwezig.

Tegenwoordig zijn de plekken UNESCO-werelderfgoed. De tour is vernoemd naar het boek Roots van de Afro-Amerikaanse auteur Alex Haley. Haley beweerde dat zijn voorvader Kunta Kinteh hier werd gevangen genomen door slavenhandelaren. 

Georganiseerde Roots Tours worden aangeboden door de meeste hotels en touroperators. Dit is de gemakkelijkste optie. Als je bereid bent tijdens je vakantie naar Gambia de grillen van de veerboot van Banjul naar Barra te verdragen, kun je hem ook zelfstandig doen. Over de route rijdt een dun straaltje gedeelde taxi’s en bush-busjes, die minder dan D50 kosten.

Een privétaxi kost D1400, maar dan ben je er wel een stuk sneller. Vanaf Barra is het ongeveer 35 km. Dat lijkt niet ver, maar voor het grootste deel volg je een grillige, stoffige, onverharde landweg. Daar kan je niet harder dan een ezel sjokt. De tocht duurt anderhalf uur. 

Slavenposten

Albreda werd in 1681 verhuurd aan Franse handelaren door de koning van Niumi en was waarschijnlijk de drukste slavenpost aan de rivier Gambia totdat de handel in 1807 wettelijk werd afgeschaft. Op het centrale plein staat de relatief moderne Welcome Arch en het Emancipation Statue.

Onder een enorme schaduwrijke kapokboom staat een 19e-eeuws kanon. Daarmee hielden de Britten slavenschepen tegen. Op het plein worden onafhankelijke bezoekers benaderd door een vertegenwoordiger van het Juffureh-Albreda Development Fund. Dat werd opgericht in 2008 met een dubbele doelstelling. Met het fonds profiteert de lokale gemeenschap collectief van toerisme, en wordt het gedoe voor bezoekers door opdringerige gidsen en kinderen verminderd. 

Alle bezoekers moeten de gemeenschapskosten (D50 per persoon) betalen, inclusief de (optionele) diensten van een gids, die een eerlijke fooi verwacht. Twee gebouwen flankeren het plein. Ze staan beiden ingeschreven als UNESCO Werelderfgoed. 

Links staat de ruïne van een Portugese kapel uit de late 15e eeuw. Het is waarschijnlijk de oudste in zijn soort in West-Afrika.Aan de rechterkant bevindt zich een pakhuis van twee verdiepingen. Dit behoorde aan de Compagnie Française d’Afrique Occidentale (CFAO), de Franse West-Afrikaanse Compagnie.

De link tussen het CFAO-gebouw en de slavenhandel is enigszins zwak, omdat het waarschijnlijk in 1847 werd gebouwd. Dat is lang nadat de Britten met dubbele vestingwerken de rivier hadden afgesloten voor ongewenst slavenverkeer. 

Slavenmuseum

Een onverharde weg leidt van het centrale plein naar het Nationaal Museum van Albreda, dat is gehuisvest in het Maurel Frères-gebouw, een Britse constructie uit 1840 die later dienst deed als magazijn van de gelijknamige Libanese handelaar. 

Het museum is klein maar schrijnend, met een gedetailleerde tentoonstelling over de slavenhandel in West-Afrika en de zware behandeling die de slachtoffers ondervonden na hun aankomst in Amerika.Het museum heeft ook een kamer over Alex Haley en het fenomeen Roots

Ten oosten van Albreda grenst het kleine Mandinka-dorp Juffureh. Dit staat bekend als de bakermat van de Kunta Kinteh-familie.Historici weten niet zeker of Juffureh wel de plaats is waar Kunta Kinteh woonde (of dat hij uberhaupt echt bestaan heeft).

Toch is het huis van Kunta Kinteh (toegang D50) een bedevaartsoord geworden voor het ‘slavernij toerisme’. In de jaren negentig werd het door 80% van alle toeristen in Gambia bezocht. De familie die er woont vertelt je de geschiedenis van het dorp en het verhaal van Kunta Kinteh. Je krijgt ook een voorraad oude knipsels te zien over het bezoek van Alex Haley aan het dorp. 

9Kunta Kinteh (James) eiland

Vakantie naar Gambia Kunta Kinteh Island

Kunta Kinteh of James Island is een piepklein eiland, 3 km ten zuidoosten van Albreda. Het werd al in 1456 door de Portugezen opgemerkt om zijn strategische ligging aan de monding van de rivier. Het eiland lag ideaal om de rivier te verdedigen en als halteplaats voor de verscheping van slaven. 

Het eiland en het fort waren daarom eeuwenlang onderwerp van een felle strijd tussen onze West-Indische compagnie, Frankrijk en Engeland, piraten en lokale koningen. Het verhaal leest als een aflevering van Pirates of the Caribbean.

Nadat de Engelsen in het begin van de 19de eeuw de slavenhandel afschaften, werd het eiland verlaten. Bijna 200 jaar later vormen de uitgebreide ruïnes van Fort James het middelpunt van een UNESCO-werelderfgoed, het belangrijkste overblijfsel van de slavenhandel in dit deel van Gambia. Het is een aangrijpende site. 

Het kleine eiland werd tijdens de slavernijperiode uitgebreid met dijken van aarde, rots en boomstammen. Daarvan is het meeste alweer verdwenen in de golven. Wat overblijft van de dikke stenen muren, wordt bijeengehouden door bolvormige baobabwortels en bewoond door ratten en hagedissen.

Een van de weinige vertrekken die nog overeind staat is de kerker. Hier werden wel 20 slaven opeen gepropt voordat ze verscheept werden. Aan het water staan een paar kanonnen. De stranden zijn bezaaid met kralen, ooit de belangrijkste vorm van valuta in dit deel van Afrika. 

Bij de meeste Roots tours zit een boottocht naar James Island. Anders kun je voor ongeveer D800 een boot huren, via een van de gidsen die rond het centrale plein en de steiger rondhangen. Alle bezoekers moeten de toegangsprijs van de D150 betalen.

Is een vakantie naar Gambia veilig?

Gambia is een zeer veilig land. Als toerist zul je op vakantie naar Gambia niet snel met criminaliteit in aanraking komen, ook niet in de drukke toeristenwijken. Hotels zijn niet met hekken, poorten en bewakers afgesloten, zoals vaak in Afrika. Hotelkamers hebben een simpel slotje. Ook zakkenrollers of berovingen zijn uitermate zeldzaam.

Mensen zijn erg vriendelijk en erg hangt een onbezorgde sfeer. Je loopt op vakantie naar Gambia veel meer kans om voedselvergiftiging op te lopen. Let dus op met wat je eet en waar. Ook het verkeer is niet zonder gevaar.

Auto’s in Gambia zijn vaak oude wrakken, geimporteerd uit Europa. Op de nieuwe, fluisterstille asfaltwegen is dat vragen om problemen. Aan de kant van de weg zie je regelmatig verongelukte auto’s en busjes. 

Gambiaans klimaat

Gambia heeft een heerlijk warm klimaat met een lang droog seizoen van half oktober tot begin juni en een kort regenseizoen van half juni tot begin oktober. De beste reistijd voor een vakantie naar Gambia is van november tot en met maart.Juli en september zijn de warmste maanden, met ongeveer 30°C.

Tijdens deze periode koelen frequente regenbuien alles even af, voordat de luchtvochtigheid omhoog schiet tot bijna 100%. Van december tot half februari daalt de gemiddelde dagtemperatuur tot ongeveer 24°C, lekker als je uit Nederland komt.

Na februari worden de dagen steeds warmer, tot in juni de regens weer beginnen. De temperaturen zijn over het algemeen iets lager langs de kust, dankzij de zeewind. 

Vakantie Gambia tips

Gambia is een arm land. Veel mensen aan de kust leven van het toerisme. Dit toeristenseizoen duurt een half jaar. In die tijd moeten de mensen hun kostje voor het hele jaar zien te verdienen.Veel mensen zijn bovendien verantwoordelijk voor het inkomen voor de ‘extended family’: een uitgebreid gezin, inclusief vader en moeder, kinderen, broers en zussen.

In Gambia moet je er rekening mee houden dat je buiten je hotel voortdurend wordt aangeklampt door mensen die hun toeristische diensten aan je willen verkopen, zoals een taxiritje, een tour, massages, eten, drinken, een zonnebedje, enzovoorts. Alles is te krijgen!

Tussen deze mensen zit ook een groep die zich bijna letterlijk aan je vast hecht. Ze blijven net zolang bij je totdat je zwicht en ze iets -wat dan ook- verkocht hebben. Deze categorie heet bumsters of hustlers. Bumsters kunnen erg aanhoudend zijn en dat kan intimiderend zijn.

Verlies nooit je geduld en wordt nooit boos. Zolang je ze met respect behandelt, zullen ze niet lastig worden. Loop verder en zeg ‘maybe tomorrow’. Of zeg dat je al voorzien bent.

Transport en tours in Gambia

Vakantie naar Gambia vervoerIn Gambia rijden er overal gammele busjes. Deze bush-busjes worden gerund door particuliere chauffeurs en hun bemanning. Sommige van deze voertuigen hangen van ijzerdraad en ducktape aan elkaar en het comfort is nul, maar een ritje kost dan ook bijna niks.Voor toeristen zijn er een aantal mogelijkheden voor vervoer.

Er zijn om te beginnen twee soorten taxi’s aan de westkust. Beiden hebben geen meter, dus je kunt onderhandelen over de ritprijs. De duurdere zijn de erkende toeristentaxi’s (meestal groen) die buiten de toeristenhotels te vinden zijn. Deze worden gereguleerd door de Gambia Tourist Authority en moeten volledig verzekerd zijn. Ze brengen je naar elke bestemming en hebben meestal een vaste prijs voor een retour, inclusief een wachttijd, dus er kan worden onderhandeld voor enkele rit. 

De laatste lijst met tarieven staat altijd vermeld op boards buiten de meeste hotels en taxistandplaatsen in de toeristische zones.Een andere mogelijkheid is iemand inhuren voor je ritjes en tours. Zo iemand vinden is niet moeilijk. Zodra je uit je hotel de straat op loopt, zul je benaderd worden door allerlei chauffeurs en gidsen. Daarmee moet je wel oppassen. 

Veel toeristen kopen tijdens hun vakantie naar Gambia voor een laag bedrag een tour bij iemand op straat. Om er tijdens de tour achter te komen dat hun ‘gids’ niet zoveel te vertellen heeft. Ook gebeurt het dat ‘gidsen’ na betaling niet komt opdagen, de gasten ergens halverwege achterlaat, of dat hij voor elk extraatje laat bijbetalen. Goedkoop wordt dan duurkoop. 

Advies is om eerst een dag of wat rond te kijken naar gidsen, totdat je iemand hebt gevonden waar je je senang bij voelt. Ook weten receptionisten en conciërges betrouwbare tours te vinden. Zolang je nog niemand in de arm hebt genomen, zul je op straat worden aangesproken.

Zodra je je tours geboekt hebt, zul je merken dat dat minder wordt. Via de tamtam weet men namelijk dat je ‘bezet’ bent. Een van de betere organisaties is Papa’s Tours. Papa biedt kleinschalige tours aan door het hele land. 

Sekstoerisme Gambia 

Gambia staat bekend als een bestemming voor afgelebberde en afgedankte blanke vrouwen van middelbare leeftijd die op zoek zijn naar een man. Dat is terecht. Zeker in de kustplaatsen is dit soort prostitutie een probleem, hoewel het meestal niet in het oog loopt. In het openbaar gaat het meestal niet verder dan hand in hand over straat lopen.

 Je kunt hier van alles van vinden. Houd in het achterhoofd dat een relatie of huwelijk met een blanke vrouw voor jonge Gambiaanse mannen de snelste manier is om Europa binnen te komen.

En op die manier voor hun ‘extended family’ te zorgen. De mannen zijn dan ook erg goed in het binnen hengelen van hun prooi. Ze kunnen de meest sceptische vrouw het gevoel geven dat dit geen prostitutie of uitbuiting is, maar echte liefde en genegenheid.

Eten en drinken in Gambia

De Gambiaanse keuken is vrij eenvoudig. Er wordt veel gekookt met rijst en gierst en met echt Afrikaanse knolgewassen als yam, cassave en zoete aardappel. Op vakantie naar Gambia vind je overal velden waar pinda’s worden verbouwd. Die worden verwerkt tot een pindasaus, maar zachter dan die wij in Nederland kennen. 

Groenten groeien in dit warme klimaat natuurlijk als kool, dus er is altijd een voorraad aan tomaten, ui, aubergines, sla en komkommers. Kip is veruit het meest populaire stukje vlees. Een gerecht dat je moet proberen is chicken yassa, gegrilde kip in een milde chilisaus met limoen en gigantisch veel ui.

De variatie met vis heet fish yassa. Met de oceaan naast de deur is vis namelijk ook ruim voorradig. Op menukaarten staan garnalen, sardientjes en de smakelijke bongavis. En soms een verse moot zwaardvis. 

Gambia heeft voor elk seizoen een vrucht: in het regenseizoen loopt het land over van de mango’s, papaya’s en passievruchten, in het droge seizoen liggen er stapels watermeloenen op de markten. Daartussen zijn er bananen, sinaasappels en avocado’s te krijgen.

Het traditionele drankje is palmwijn. Palmwijn wordt met de hand geoogst door niet-islamitische mannen. De palmwijntapper klimt naar de top van een palmboom en maakt onder de jonge uitlopers een sneetje. Daar hangt hij een fles onder waar het palmsap in druppelt. Dat begint in de warme zon meteen te fermenteren. Even wachten en klaar is de palmwijn.

Gambia heeft een eigen biermerk, Julbrew, dat uitstekend te drinken is tijdens je vakantie naar Gambia. Een traditionele frisdrank is bissap, limonade van de hibiscus-bladeren. 

In de toeristengebieden Kotu en Kololi zitten veel goede restaurants. Opvallend is het aantal Indiase eettentjes gerund door Indiërs, met een uitstekende kwaliteit. Op tours naar het binnenland ben je voor eten op vakantie naar Gambia aangewezen op je hotel. 

Lunch stelt in Gambia niet zo heel veel voor. Meestal wordt er een stokbrood opengesneden en gevuld met wat mayonaise en een blikje tonijn of corned beef. Bij eetkramen langs de straat kun je kebab met ui en tomaat scoren.

Vaccinaties voor Gambia

Informatie over vaccinaties

Bowie in Berlijn: 9 beste bezienswaardigheden

Bezoek de Duitse hoofdstad in de voetsporen van popartiest David Bowie.

Bowie in Berlijn: Bezoek de Duitse hoofdstad in de voetsporen van popartiest David Bowie.

Bowie links op de foto in Berlijn

De man links op de foto herken je. Als je twee keer kijkt.

Met snor, blik bier en houthakkersblouse. Veel verder van zijn doorgesnoven, in glitterpakken of smokings gehulde Aliens en Thin White Duke kan je niet komen. Nog een geslaagde transformatie van David Bowie.

Het was de zomer van 1976. Na tien jaar in de spotlights te hebben gestaan als Ziggy Stardust stond Bowie op het punt van instorten. Hij was ten prooi gevallen aan de Fame (en cocaïne) van de rock-‘n-roll-lifestyle van Los Angeles. Hij vluchtte naar West Berlijn om zijn leven weer op te rit te krijgen. 

Om incognito te kunnen leven in de Duitse hoofdstad had Bowie een paar zinnen Duits geleerd en zijn snor laten staan. Als hij dan in de U-Bahn of tram herkend dreigde te worden, zei zijn assistent Coco Schwab in vloeiend Duits: “Ze denken weer dat jij het bent”. 

Bowie zei dan van achter zijn Duitse krant: “Ich weiß, wahnsinnig. Sie denken, Ich bin es. Täglich. so nervig.” 

Meestal liepen de Berlijners weer door, denkend dat zij zich vergist hadden. Voor Bowie was het een verademing, hij genoot van de desinteresse van de Berlijners.

Bowie in Berlijn

Op het moment dat David Bowie in 1976 naar Berlijn verhuisde, bevond hij zich op een dieptepunt. Door een rechtszaak met zijn management waren zijn inkomsten bevroren. (Fame, what you need you have to borrow). Hij kwam blut, cokeverslaafd en gefrustreerd over zijn roem naar Berlijn. 

Verder lag hij in een scheiding en hield zijn vrouw zijn zoon bij hem weg. Zelf zei hij daar later het volgende over:

I had approached the brink of drug induced calamity one too many times and it was essential to take some kind of positive action. I was going broke; it was cheap to live.

Bowie kwam in 1976 in Berlijn aan toen de stad nog een lege huls was, verwoest achtergelaten door de oorlog. Berlijn was voor hem een wedergeboorte. Hij leidde hier een heel clean, eenvoudig bestaan. Weg van de spotlights en weg van de drugs, vond Bowie in Berlijn een gevoel van rust en vernieuwing.

In de zomer van 1976 vond Bowie in Berlijn een nieuwe carrière. Twee jaar later had Bowie vijf geweldige albums voltooid en zichzelf opnieuw uitgevonden.

1Schöneberg

Wijk waar David Bowie woonde Schöneberg

Berlijn is dé stad om een David Bowie bedevaart te maken.

Bowie woonde in de Berlijnse wijk Schöneberg, een stadsdeel dat behoort tot de wijk Tempelhof-Schöneberg. In het verleden was dit stadsdeel een eigen dorp, maar sinds 1920 behoort dit district officieel tot Berlijn.

Prachtige pleinen tussen mooie oudbouw met koffiezaken, speeltuinen en de grootste vlooienmarkt van Berlijn. De gayscene is al sinds de jaren 20 in deze wijk gevestigd.

Bowie kende de wijk uit het boek Goodbye to Berlin (1939) van Christopher Isherwood, die hij had leren kennen in LA. Het boek was de basis voor de film Cabaret.

In 1978 speelde Bowie in Berlijn samen met Marlene Dietrich (die in de wijk Schöneberg werd geboren) in de campy verfilming van Isherwoods Just a Gigolo. Een film die zo slecht was dat Bowie hem ‘al zijn Elvis Presley-films ineen’ noemde.

Wat kun je doen in Schöneberg?

2David Bowie’s huis in Berlijn

Huis van David Bowie in Berlijn Hauptstraße 155

Waar woonde Bowie in Berlijn? 

Bowie’s stek was Hauptstraße 155. Hij woonde van 1976 tot 1978 in een ruim ‘altbau’ appartement op de eerste verdieping, met hoge versierde plafonds en ramen die uitkeken over een balkon boven de straat.

Het appartement werd gevonden door Bowie’s assistent, Coco Schwab, na een periode waarin Bowie in Das Schlosshotel im Grunewald verbleef. Het appartement was back to basics voor Bowie. Een blauwe kamer om te slapen.

In het begin woonde Iggy Pop hier ook. Later huurde Bowie voor zijn vriend een appartement aan de overkant van dezelfde straat.

Op een herinneringstegel aan het appartement staat de tekst “We can be heroes, just for one day” uit Bowie’s hit “Heroes”. De wit porseleinen tegel zelf wordt om de paar jaar gestolen door Bowie fans en binnen 24 uur vervangen door de KPM – Königliche Porzellan-Manufaktur Berlin.

Een muurschildering van Bowie staart je aan wanneer je voor de woning staat.

Berlijn bood in die tijd onderdak aan een grote verscheidenheid studenten, politieke activisten, muzikanten, schrijvers en kunstenaars. De unieke sfeer van Berlijn toen – bohemien maar pretentieloos, versleten maar glamoureus – stuwde Bowie naar grote hoogten.

Hauptstraße 155

3Neues Ufer

Neues Ufer stamcafé van Bowie in Berlijn

Een paar huizen verderop, op nummer 157, zit het café waar Bowie vaak zat: Neues Ufer.

Het is een eenvoudig, pretentieloos, bruin café met een permanente fototentoonstelling van Bowie aan de muur – je kunt er terecht voor slechte espresso en goedkoop bier. 

“Berlijn bracht me weer in contact met de mensen,” zei Bowie. “En bracht me terug op straat.”

Vanuit het café kun je net als Bowie in Berlijn struinen langs kunst en boekhandels aan de brede trottoirs rond het Nollendorfplatz en Winterfeldplatz.

Neues Ufer Café Bar

4Nightclubbing met Bowie in Berlijn

Nachtclubs die David Bowie bezocht in Berlijn

De eerste tijd in Berlijn was Bowie nog onrustig en verviel hij in oude patronen. 

Hij maakte de stad onveilig met huisgenoot Iggy Pop, dronk hij KöPi in Joe’s Beer House en gaf zich over aan het Berlijnse nachtleven in clubs als Dschungel, The Unlimited, Exxcess, Harlekin en Tolstefanz, allemaal met een vergelijkbare sfeer. Bowie hield ook van de Lützower Lampe, een beroemde travestietenclub.

Hun absolute favoriet was de SO36-club, een muziekclub aan de Oranienstrasse bij Heinrichplatz, in de buurt van Kreuzberg. Het ontleent zijn naam aan de historische postcode van dat gebied, SO36, waarin de SO staat voor Südost.

Uitgaan was niet de juiste weg voor Bowie: het was zo erg met hem gesteld dat hij op een nacht tijdens een cocaïnepsychose zijn jaren vijftig Mercedes keer op keer gedurende vijf gekke minuten tegen een betonnen muur van een ondergronds Berlijnse parkeergarage ramde: Always crashing in the same car.

Je hoeft de nummers van Bowie maar te luisteren voor verwijzingen naar het wilde uitgaansleven van Pop en Bowie in Berlijn, waaronder de nummers Nightclubbing en Funtime.

Tegenwoordig is Berlijn nog steeds het Walhalla van het uitgaansleven.

Clubs in Berlijn

5Paris Bar in Charlottenburg

Bowie at steak frites in Paris Bar

Toen Bowie in Berlijn kwam wonen, was hij bijna failliet. Hij leefde er relatief bescheiden. Maar als hij geld wilde uitgeven, ging hij met Iggy Pop vaak naar de Paris Bar, een duur Frans café in de Kantstraße 152, in de wijk Charlottenburg.

De bar ligt op slechts 5 minuten lopen van metrostation Savignyplatz. De Paris Bar in Berlijn is een gemiddelde Franse brasserie, maar staat bekend als ‘art bar’. Van Madonna tot Leonardo DiCaprio: iedere ster laat zich hier vroeg of laat zien. Je kunt er kaviaar en champagne bestellen, maar Bowie kwam er vooral voor de steak frites.

Paris Bar was ook de locatie van een beroemd Rolling Stone interview met Bowie en Iggy Pop, getiteld Bad Boys in Berlin. De journalist beschreef de bar als een scene uit het schilderij De Drinkers van Van Gogh. Iggy Pop werd zo dronken dat hij aan het einde van het gesprek rollend in de sneeuw lag.

Paris Bar

6Hansa Tonstudio

David Bowie nam Berlijnse trilogie op in Hansa Studios

De Hansa Studio’s stonden vroeger op enkele tientallen meters van de Berlijnse Muur. 

Het gebouw aan de Köthener Strasse 38 heeft een lange muzikale traditie. De plek heeft een roerige geschiedenis en is de laatste eeuw vaak onherkenbaar veranderd. 

Het is de thuisbasis van het beroemde Meistersaal, die in 1913 werd geopend als concertzaal voor kamermuziek. In de roerige jaren 20 was hier een danszaal gevestigd. 

Tijdens de nazi-jaren organiseerde de beruchte Reichsmusikkammer er concerten. Het gebouw werd in 1943 gedeeltelijk verwoest door een bom. 

Vlak na de oorlog stonden nog maar twee gebouwen overeind. In de jaren zestig werd het in gebruik genomen als opnamestudio.

Het is de plek waar Bowie een drietal albums schreef, opnam en uitbracht. Ze staan nu bekend als de Berlijnse triologie: Low (1977), Lodger (1979) en natuurlijk “Heroes” (1977).

In de jaren zeventig en tachtig, toen behalve Bowie ook Iggy, Nick Cave en Depeche Mode er opnames maakten, was het een desolate plek, pal aan de Muur. 

Ook in 1976, toen Bowie aankwam, stond het Hansa gebouw in een leegte. Omdat er verder geen baksteen meer overeind stond, keek de studio direct uit over de Muur en de wachters met hun mitrailleurs. Zo snap je ook hoe Bowie in “Heroes” zong over een zoenend stel, ‘standing against the wall’.  

Het lijkt een vreemde atmosfeer om een plaat op te nemen. Maar voor Bowie werkte het perfect. De Berlijnse albums zijn een artistiek hoogtepunt in zijn carrière. 

Duitsland was de belangrijkste wegbereider van de elektronische muziek en die invloed is duidelijk aanwezig. David Bowie wist er een funky, warme sound van te maken, die ook nu nog fris klinkt. Dat lukte de meeste Duitse bands waar hij zich door liet inspireren niet. 

Bowie zag deze albums als zijn beste: 

 It is some of the best work that the three of us have ever done. Nothing else sounded like those albums. Nothing else came close. If I never made another album it really wouldn’t matter now, my complete being is within those three. They are my DNA. Uncut.

De wereldberoemde geluidsstudio’s zijn nog steeds in gebruik en te bezoeken. Een bezoek aan de studio Big Hall by the Wall is fenomenaal.

Op de begane grond staat nog steeds de Meistersaal, waar “Heroes” werd opgenomen. De zaal komt ook voor in een van de video’s van One van U2. Je kunt de echo en ruimte van de zaal duidelijk horen.

Boven staat Tonstudio 2, die in 1979 state of the art was. Er stond namelijk een mengpaneel van 1.2 miljoen mark, dat zo groot was dat het met een hijskraan naar binnen moest worden getakeld. Het had mogelijkheden die tegenwoordig ook in een leuk uitgevoerde laptop passen. 

Tijdens de rondleiding klinken “Heroes” en Always Crashing in the Same car uit dezelfde boxen waar Bowie ze beluisterde. 

De studio was destijds minimaal de helft goedkoper dan alles wat David Bowie daarvoor had gebruikt. Voor de blutte Bowie een fijne bijkomstigheid. De vleugel die Bowie gebruikte voor Low en “Heroes” staat in de hoek. 

We kunnen het niet laten om even een paar toetsen aan te raken voor we de trap aflopen. 

Music Tours Berlin

Music Tours Berlin biedt keuze een drietal tours voor de Berlijnse Bowie Bedevaart; een Video Bustour, een Bowie wandeling naar de Hansa Studio en de buurt waar David Bowie en Iggy Pop woonden.

7Brücke museum

Bowie in Berlijn bezocht vaak Brücke Museum

Een paar stadsdelen in Berlijn hebben hun jaren 70-vibe weten te behouden – met name in de omgeving van het Brücke-museum. Dit museum is gewijd aan de expressionistische schilders in Dresden onder leiding van Ernst Kirchner en Erich Heckel. Het was een van Bowie’s favoriete plekken. 

Het Brücke-museum werd geopend in 1967 – negen jaar vóór Bowie’s aankomst in Berlijn. Het herbergt ’s werelds grootste verzameling werken van de kunstenaarsgroep Die Brücke.

De oprichters van de groep, opgericht in 1905, (Ernst Ludwig Kirchner, Fritz Bleyl, Karl Schmidt-Rottluff en Erich Heckel) zijn van enkele van de belangrijkste kunstenaars die geassocieerd worden met het Duitse expressionisme. Die Brücke had een enorme impact op de evolutie van moderne kunst in de 20e eeuw. En op Bowie.

Het museum is een kleine oase van rust in druk Berlijn. Maar de schilderijen die er hangen zijn intens en verontrustend. De verf en emoties spatten dik van de doeken.

Bowie en Iggy Pop brachten er vele uren door en namen zelfs de pose van Erich Heckels schilderij Roquairol over, voor de coverfoto’s van The Idiot en “Heroes”. 

Een ander werk dat Bowie zeer bewonderde was het schilderij Liebespaar zwischen Gartenmauern uit 1916 van Otto Mueller, waarin een paar in een gepassioneerde omhelzing tussen twee dreigende muren staat.

Brücke Museum

8Neukölln

Neuköln Bowie in Berlijn

Neukölln is shabby cool. Het is een van de meest spannende wijken – op geen andere plek kun je de Turkse sfeer van Berlijn zo goed voelen.

Het vormt ook de achtergrond voor een van de sombere instrumentale soundscapes op “Heroes”. Het is een kille klaagzang voor een ontheemd volk. Neukölln is een deel van Berlijn dat voornamelijk Turks is en ik moest een manier vinden om er een Turks ding in te stoppen,” zei Bowie in 1983 – vandaar zijn klagende saxofoon, die suggestieve Midden-Oosterse tonen speelt tegen Europese explosies van bas en synthesizer. 

Neukölln is een opkomende wijk, maar het heeft nog steeds een compleet eigen sfeer.

Neukölln

9David Bowie walk in Berlijn

Bowie in Berlijn wandeling

De Berlijnse muur heeft veel tegenhouden. Maar niet de Westerse radio.  Waarschijnlijk heeft dit onze Bowie Walk tourgids zo’n muziekliefhebber en Bowie fan gemaakt? 

Philipp is opgegroeid in Oost-Berlijn en vertelt voluit over de sfeer, de val van de Muur en dromen over ‘de andere kant’ die werden opgehangen aan Ziggy, Starman en the Thin White Duke.

Neem de wetenschap dat Bowie Berlijn-fan was, “Heroes” en Low daar opnam en Lodger over Berlijn schreef. Tel daarbij op de Duitse “Heroes” versie Helden, de film Christiane F. – Wir Kinder vom Bahnhof Zoo (1981) en het concert bij de Muur dat in Oost-Berlijn hoorbaar was, en je snapt waarom je hier een mate van loyaliteit en respect voor Bowie en Iggy vindt die wij ons nauwelijks kunnen voorstellen.

Phillip neemt ons mee naar de plek bij Brandenburger Tor, waar David Bowie in 1989 naar Berlijn terugkeerde. Berooid was hij niet meer. Hij had met Let’s Dance een van de grootste miljoenendeals met een platenmaatschappij ooit gemaakt. 

Bowie gaf hier, twee jaar voor de val van de Muur, zijn Berlijnse concerten. Phillip vertelt dat de boxen naar Oost-Berlijn gericht stonden en dat er aan die kant van de muur 10.000 man de straat opgingen. Volgens de aanwezigen (waar Philip een van was) was dit de eerste keer dat er massaal ‘de Muur moet weg!’ werd geroepen. 

Alleen daarom al zijn Berlijn en Bowie tot in de eeuwigheid met elkaar verbonden

Bowie Berlin walk

10 indrukwekkende Isle of Skye bezienswaardigheden

Isle of Skye 10 hoogtepunten

In het noordwesten van Schotland ligt het Isle of Skye, een dramatisch mooi eiland gevormd door vuur en ijs.

Isle of Skye is een van de mooiste eilanden van Schotland. Het is zo’n bestemming die helemaal perfect is als je een week wil uitwaaien en de wind langs je hoofd wilt voelen.

Het eiland is ongeveer zo groot als de provincie Zeeland en ligt pal aan de Atlantische Oceaan. Wind gegarandeerd. Daarnaast heeft Skye prachtige stranden, bergen en wildlife.

Isle of Skye bezienswaardigheden

1De laatste draaipont ter wereld

Isle of Skye Glenelg Kylerhea ferry

Skye is met het vasteland verbonden met een brug. Je kunt er dus direct naartoe rijden. Maar een veel leukere manier om er te komen is via een piepklein veer. Tussen Glenelg en Kylerhea vaart de laatste draaipont ter wereld. In dit chaotische tijdperk herinnert dit pontje ons aan een tijd waarin de dingen langzamer gingen en mensen nog de tijd moesten nemen om ergens te komen.

Op de draaipont passen welgeteld zes auto’s. Het laden en lossen is echt passen en meten. Het autodek moet eerst schuin gedraaid worden, zodat het dek naar de kade wijst. De auto’s moeten volgens een strikte volgorde oprijden. Anders kiept het pontje om!

Eerst moet auto nummer 1 tot halverwege het dek rijden. Dan mag auto nummer 2 ernaast. Dan moet auto nummer 3 achter nummer 1 oprijden. Nummer 4 moet op dat moment even op de laadklep blijven staan.

Zo blijft het evenwicht bewaard terwijl nummer 1, 2 en 3 naar voren rijden. Pas dan mogen 4, 5 en 6 erop. De hele manoeuvre gaat gepaard met veel gekraak en gepiep. Dan duwen de veermannen en -vrouwen het hele autodek recht en kan de overtocht beginnen.

Vijf minuten verder aan de overkant mag je in omgekeerde volgorde aan land. Meteen krijg je een steile haarspeldbocht omhoog voor de kiezen.

Skye Ferry crossing

2Wegen van Isle of Skye

rijden op Skye

De wegen van Skye maken deel uit van het karakter van dit afgelegen deel van Schotland. Rijden op Skye vereist concentratie en aandacht. De meeste wegen hebben namelijk maar één rijbaan en zijn erg bochtig.

De wegen slingeren alle kanten op. Om de zoveel meter staat een ‘passing place’, waar je een tegenligger kunt laten passeren. Denk vooruit, let op en probeer niet te worden afgeleid door het prachtige landschap. Dat kan lastig zijn als je bijrijder steeds oeh en ah roept.

Skye is namelijk vreselijk mooi, met overal vergezichten over grijze bergen en diepe groene dalen. Als je een voertuig ziet naderen, dan moet je een passing place aan je linkerkant in rijden. Of je wacht tegenover een passing place aan je rechterkant, zodat de andere bestuurder daar langs je heen kan rijden.

Klimmend verkeer heeft voorrang op dalend verkeer. Ga zonodig in zijn achteruit naar een passing place om een ander voertuig te laten passeren. Houd ook vooral de schapen in de gaten, want die lopen in Schotland overal vrij rond. De weides zijn niet omheind. Ga er vooral niet vanuit dat schapen slim zijn en uitwijken voor auto’s.

Vergeet niet om je spiegels te controleren op voertuigen achter je en wees voorbereid om te stoppen op een passing place om ze door te laten. Niet iedereen is op vakantie.

Rijtips van Isle of Skye

3De Cuillin

Cuillins

Erg veel wegen zijn er niet op Skye. Nog steeds zijn sommige plekken enkel met de boot bereikbaar. Zoals de Cuillin, een hoge bergketen. De Cuillin zijn de meest dramatische bergketen van Groot-Brittannië. Het unieke landschap is gevormd door vulkanen en gletsjers.

Om er te komen moet je eerst de eenbaansweg naar Elgol nemen, een dorpje in het zuiden van Skye. Daar loopt de weg dood. In de haven van Elgol ligt de Bella Jane, een boot met plek voor 20 passagiers.

“Dit panorama vanaf zee op de bergketen vind ik de mooiste ter wereld”, vindt schipper Harry. Uit de grijze golven rijzen steile bergen op, hun toppen in de wolken. Met een straffe wind in de rug zetten we koers naar de Cuillin. Onderweg vertelt de schipper over plekken aan de kust.

“Daar ligt Soay”, wijst Harry naar een eiland. “Soay betekent ‘schaap’ in het noors. De vikingen zetten er schapen uit. Als ze dan een paar jaar later weer langs zeilden, hadden ze te eten. Een soort viking take-away.”

Op glad gesleten rotseilandjes in de luwte van de wind liggen zeerobben te doezelen. Ze hebben allemaal een andere kleur: sommige zijn grijs, andere bruin of zwart. Ze zijn moe van de jacht op zee. Ze rekken zich uitgebreid uit, de staarten omhoog. Terwijl de Bella Jane voorbij vaart, kijken ze ons na. Dan geeuwen ze even en vallen hun ogen weer dicht.

The Cuillin

4Loch Coruisk

Loch Coruisk bezoeken

Na drie kwartier legt de Bella Jane aan bij Loch Coruisk, een meer in het hart van de Cuillin. “We komen jullie om 14.45 weer ophalen. Dus over anderhalf uur”, knoopt Harry de passagiers in de oren. Hij gaat alle namen na op de passagierslijst. De Bella Jane wil hier niemand per ongeluk achterlaten.

Dan vaart het bootje weer terug naar Elgol. Terwijl het gepruttel van de motor wegsterft, daalt er een diepe stilte over het landschap. Loch Coruisk lijkt wel aan het eind van de wereld te liggen. De toppen van de loodrechte bergen zijn gehuld in mist. Er is geen boom, geen beschutting. Een paar zeerobben kijkt ons vragend aan. Hoog in de lucht vliegt een enorme roofvogel, een zeearend die zijn territorium inspecteert.

De pieken van de Cuillin trekken al meer dan 200 jaar toeristen en klimmers van over de hele wereld aan. De ruige rotsen bieden namelijk goede houvast voor bergbeklimmers. De eerste bezoekers in de Cuillin waren geologen. Veel belangrijke theorieën in de geologie zijn in deze bergen ontwikkeld en getest. De Cuillin zijn miljoenen jaren oude, uitgestorven vulkanen.

Dit maakt Skye een van de beste plaatsen ter wereld om te bestuderen hoe vulkanen zich vormen. De bergen die je nu ziet, lagen miljoenen jaren geleden ingegraven onder kilometers lava. In de miljoenen daarna werden de bergen van onderaf naar het aardoppervlak opgeduwd. Daar werden ze vormgegeven door weer en wind.

En vooral door gletsjers. De groeiende en smeltende gletsjers vormden scherpe bergruggen en U-vormige valleien. Gletsjers lieten ook ander bewijs achter. Door ijs gedragen keien bleven ver van hun oorsprong zitten. Stromend ijs schuurde de rotsen glad. Hobbelige landschappen laten zien waar gletsjers puin achterlieten terwijl ze smolten.

De hoogste toppen van de Cuillin staken boven de gletsjers uit, en ontsnapten dus aan het schuren. Maar ze werden nog steeds gevormd door ijs. Hun grillige vormen komt door het voortdurende vriezen en dooien, dat alles verbrijzelde. De enige manier om warm te blijven is hier flink bewegen. Gelukkig legt schipper Harry stipt op tijd om 14:45 aan.

“Alsjeblieft”, zegt hij terwijl hij ons warme chocolademelk in onze handen drukt. “Hier zullen jullie wel aan toe zijn.” Tegen de wind en de golven in beukt de dappere Bella Jane zich een weg terug naar Elgol.

5Wandelen op Isle of Skye

Isle of Skye wandelen

Op het Isle of Skye loopt een aantal wandelpaden in verschillende gradaties. De beklimming van de Cuillin Ridge wordt door veel wandelaars beschouwd als een van de mooiste in Groot-Brittannië. Maar de tocht is niet zonder gevaar.

“De Cuillin Ridge is de moeilijkste en gevaarlijkste echte bergketen in Groot-Brittannië”, aldus Gerry Akroyd van het Skye Mountain Rescue Team. “Al zijn ze niet zo hoog, ze staan op gelijke voet met de Alpen.”

Het weer op de Cuillin is wispelturig en verder dan 12 uur vooruit kijken is onmogelijk. De weersvoorspellingen zitten er ook soms helemaal naast. “Je moet hier je beperkingen kennen. Realiseer je dat je begint op zeeniveau en dat alles steil is. Dat is waarom het zo dichtbij lijkt.

Vanaf 150 meter loop je op rots, steenslag en puin.” De Cuillin zijn uniek omdat je er ‘gabbro’ vindt, de hardste rots die bekend is. De bergen bestaan vooral uit basalt. Deze keiharde steensoort wordt als het vochtig is (zelfs met dauw) erg glad. Het terrein in elk keteldal verandert snel en als je niet vertrouwd bent met types en soorten rotsen en stenen, zul je dat snel zijn als je er eenmaal rondloopt.

Zodra je van de normale routes afwijkt kom je namelijk tussen breekbare rotsen terecht, die niet altijd te vertrouwen zijn. Die zorgen voor veel ongelukken. “Je moet bereid zijn om terug te keren in mist, die altijd opkomt op een moment wanneer je niet helemaal verdwaald bent, maar dat wel zou kunnen zijn. Let op waar je vandaan komt.”

Passende kleding en schoeisel zijn essentieel. Draag vooral goede bergschoenen. Je hebt maar één paar voeten! Eén scherpe kei en je sportschoenen liggen aan flarden. Om maar niet te spreken over verstuikte enkels, gebroken tenen en voetbotjes.

Neem voldoende eten en drinken mee. Twee liter op een warme dag is een redelijke hoeveelheid. Neem een goede kaart mee en weet hoe je die moet gebruiken. Het kan bij slecht weer erg verwarrend zijn voor mensen die hier voor het eerst zijn. Ook een kompas is handig, hoewel erop moet worden gewezen dat de Cuillin en zelfs sommige van de keteldalen magnetische eigenschappen hebben die een kompas op hol doen slaan.

Laat iemand weten waar je heen gaat. Noteer de namen van de keteldalen, pieken, enz. die je van plan bent aan te pakken. Als hulpverleners alle 24 keteldalen bezoeken kan het wel even duren voordat je gered wordt. Ja, een naald in een hooiberg – het gebeurt nog steeds.

Kom niet naar de Cuillin Ridge zonder eerst ergens anders in Schotland te hebben geoefend. Met bergen moet je je nooit haasten, want morgen zijn ze er ook nog.

Weer op Isle of Skye

6Wildlife op Isle of Skye

Wildlife op Skye

Het luchtruim boven Skye is het terrein van de zeearend, de grootste roofvogel van het Verenigd Koninkrijk. Je kunt ze met een beetje geluk spotten boven de rotsige kusten.

Gegarandeerd zie je ze op de Sea Eagle Exhibition in het Aros Center. Van maart tot oktober zendt hier de nestcamera live uit, waar je alle overwinningen en ontberingen kan zien van een zeearenden familie. Gedurende 12 weken veranderen de kuikens van kleine pluizige ballen in volledig gevederde kleintjes, die even groot zijn als hun moeder en vader.

Je kunt ook meer te weten komen over de andere prachtige wilde dieren die rond dit adembenemende eiland leven en tips krijgen over hoe en waar je zeearenden in het echt kunt spotten.

Midden in de Cuillins ligt een speciaal beschermingsgebied. Het is een van de beste plekken in Groot-Brittannië om een steenarend te spotten. Deze majestueuze vogels leven hier het jaar rond, dus je kunt ze altijd zien overvliegen.

De Cuillins zijn van groot belang voor belang voor natuur en wilde dieren. Tussen deze rotsachtige bergen leven acht paar steenarenden, een van de hoogste dichtheden in het land. Geen wildlife, maar toch ook schitterend zijn de Schotse hooglanders die op het eiland grazen.

De hooglanders lijken hier helemaal op hun plek met hun enorme hoorns en ruwe, dikke vacht die bestand is tegen de elementen. Je moet nog best geluk hebben om ze te zien. Er zijn geen hekken en de enorme runderen hebben zo hun eigen idee over waar het gras het groenst is. Ze hebben de neiging om de luwte van de heuvels op te zoeken.

Alles over de vogels op Skye

7Staffin, de ‘Dinosaur Capital of Scotland’

Staffin dinosaur museum

In het noordoosten van Skye ligt Staffin, de ‘Dinosaur Capital of Scotland’. In het Fossielen Museum van Staffin kun je de fossielen zien van deze ‘dinosauriër hoofdstad’.

Stel je er niet teveel van voor; het klinkt groter dan het is. Het museum huist in een oude stenen schuur en de fossielen worden bewaakt door een breiend oud vrouwtje achter een straalkacheltje. Tussen de fossielen zijn ook aangespoelde strandvondsten uitgestald. Het museum is heerlijk 1.0.

Is Dinosaurier Hoofdstad van Schotland niet wat overdreven? “Nou”, vertelt de gepensioneerde suppoost van het mini-museum, “dit is de enige plek in heel Schotland waar er überhaupt fossielen te vinden zijn. Dus we vonden dat we die claim wel konden maken.”

Hoewel er in Engeland en de rest van de wereld al honderden jaren dinosauriërs worden opgegraven, werd er in Schotland pas in de jaren 80 iets ontdekt. Bij Staffin werd toen de pootafdruk gevonden van een kleine dinosaurus. Al snel volgden er meer ontdekkingen.

“Als je de tijd hebt, kun je naar het strand lopen. Daar ligt een pootafdruk van een veel grotere dino”, vertelt de vrouw. Op het strand lopen ook andere toeristen te speuren. Een bordje wijst globaal de richting aan waar we moeten zoeken. Al snel werkt iedereen samen.

Is dit een pootafdruk? Nee, het moet de vorm van drie tenen hebben. Als jullie daar zoeken, zoeken wij hier. Na een half uurtje vruchteloos speurwerk bekijken we het bordje nog eens. ‘De sporen zijn alleen te zien met laag water.’ Een Belgische toerist bekijkt met een app zijn waterstanden. “Oh. Het is vloed. De sporen liggen dus onder water.” Zo af en toe is moderne techniek ook op Skye wel handig.

Dino Museum op Staffin

8Quiraing

Quiraing wandeling

Even verderop in het noorden van Skye ligt de Quiraing, een loeisteile bergkam op het Trotternish Schiereiland. De prachtige klif is de langste in Groot-Brittannië. En misschien ook wel de mooiste. De Quiraing heeft rotspartijen met klinkende namen als The Needle en The Prison.

De hoogste piek is de 800 meter hoge Starr. Deze rots bestaat uit tientallen lagen lava en betekent ‘groot’ in het Noors. Het landschap is een mix van geologische tijdperken. De toplagen komen uit het Tertiair (55 miljoen jaar geleden) en worden constant gevormd door weer en wind. Eronder liggen rotsen uit het Jura. De laatste ijstijd drukte de bergkam plat en vormde meren en hoogvlaktes.

Verborgen tussen de kliffen ligt een hoogvlakte waar de eilandbewoners vroeger hun vee verborgen voor plunderende vikingen. Het kost in dit landschap geen enkele moeite om je dat voor te stellen. Er zouden zo brullende noormannen achter de rotsen vandaan kunnen springen.

Wandelen op de Quiraing

9Coral Beach: kust en strandjutten

Coral Beach strand

Met zoveel kust en strand heb je ruime keuze voor strandwandelingen. Op Skye zelf vinden de inwoners Coral Beach het mooiste. Het exotisch klinkende strand ligt even ten noorden van Dunvegan.

Coral Beach ligt niet direct aan een weg, dus moet je een paar kilometer wandelen. Dat heeft als voordeel dat het er rustig is. Coral Beach heeft mooi geel zand. Voor de kust liggen eilandjes waar je zeerobben kun spotten. Er staat vaak een aardige wind dus het is een mooie plek om je hoofd uit te blazen.

Het is misschien wel de beste plek ter wereld om je hond uit te laten. Groot-Brittannie is een echt hondenland. Skye heeft veel strand en voldoende hondenweer, dus er lopen Britse soorten als terriers en collies rond. Die zijn bijna zonder uitzondering uitstekend opgevoed. Ze blaffen niet zomaar naar elkaar en blijven op commando braaf zitten.

Wel even iets anders dan de vrijzinnig opgevoede Hollandse hond. Een mooie strandwandeling sluit je natuurlijk af met een high tea. Terug in het dorpje Dunvegan ligt een piepklein eettentje, waar ze eigenhandig de lekkerste taarten bakken: worteltaart, cheesecake, bosbessentaart, pecan pie…

Claigan Coral Beach

10Neist point: het eind van de wereld

Neist Point coll Isle of Skye

Op het meest westelijke punt van Skye ligt het rotsige schiereilandje Neist Point. Het is de meest ruige plek van het toch al ruige Skye. Steile kliffen duiken recht de zee in duiken en zeevogels worden meegevoerd op de zeewind. In de verte kun je de Hebriden zien liggen, de meest westelijke eilanden van Schotland.

Een vuurtoren zorgt ervoor dat schepen niet verdwaald raken in de mist en regen. Als het hier regent, ben je op binnen een paar seconden doornat, regenjas of niet. De regen komt hier namelijk verticaal het land binnen, als een muur van water. Alsof je in een wasmachine zit!

Wandeling op Nest Point

Overnachten op Skye

Skye leent zich goed voor kamperen. Al die natuur komt het best tot zijn recht met een tent! Wel moet je op Skye voorbereid zijn op regen. De meeste regen bestaat gelukkig uit buien die even snel weer verdwijnen als ze gekomen zijn. Doe zoals de Britten en trek je er niets van aan: als je in dit land met regen rekening gaat houden, kun je namelijk niets meer.

Ook met kamperen zijn Britten standvastiger dan wij Nederlanders: zelfs bij stormen en plensbuien blijven ze stoïcijns in hun tent kamperen. Respect. Er zijn op Skye een paar mooie natuurcampings met ruime opzet. Ze liggen vaak aan de kust. Vanuit je tentje kan je zo het strand oplopen om bij laag water schelpen te zoeken.

De allermooiste camping is die in Glenbrittle, pal aan zee in een mooi dal. Een plaats voor een campertje of een tent per nacht voor twee personen ligt tussen de 20 en 25 pond. Als je helemaal goedkoop wilt gaan: in Schotland is wildkamperen een wettelijk recht. De Land Reform (Scotland) Act 2003 geeft het recht om te kamperen waar je wilt op openbaar terrein. Het recht geldt alleen voor trekkers met tentjes, niet voor campers en caravans. Alle details over kampeerrechten zijn beschikbaar op Outdoor Access Scotland.

Zorg ervoor dat je extra voorbereid bent als het gaat om kamperen in het wild. Wildkamperen betekent dat je geen toegang hebt tot reguliere kampeerfaciliteiten, dus je moet slim inpakken. Je hebt een fatsoenlijke tent, een goede slaapzak, een EHBO-doos, voldoende kleding, een kaart, een kompas en een mobiele telefoon nodig (volledig opgeladen).

Je moet voorzichtig zijn bij het aansteken van een vuur en als je wilde kampeertocht voorbij is, moet je alles opruimen en meenemen. Laat je plek achter zoals je hem hebt gevonden. Wees verstandig, respecteer je omgeving en wildkamperen kan een geweldige ervaring zijn.

Isle of Skye met de camper

Isle of Skye camper

Een leuk alternatief voor een tent is een camper. De grote luchthavens Edinburgh en Glascow hebben een aantal camperverhuurders. Met je camper rijd je binnen een uur of twee naar Skye.

Bij Edinburgh zit bijvoorbeeld Spaceships, dat simpele campertjes verhuurt voor een aangenaam prijsje. De meest eenvoudige camper is een Volkswagen Caddy bestelauto. Die biedt ruimte aan twee personen. Je krijgt er een kampeertafel en -stoelen bij, een koelbox, keukengerei en beddengoed.

Isle of Skye cottages en B&B

Nog comfortabeler is overnachten in cottage of een B&B. Het Isle of Skye heeft daar meer dan genoeg van, maar toch is het aan te raden je verblijf van te voren te regelen. Veel B&B’s zitten namelijk vaak stampvol, zelfs in het laagseizoen. Misschien dat het iets met het weer te maken heeft?

Je hebt B&B’s in allerlei soorten, van simpele kamers tot luxueuze cottages waar je bij een loeiend haardvuur kan fantaseren over je eigen kasteel en clan.

Isle of Skye eten en drinken

Bovendien kun je er erg lekker eten op Isle of Skye. Van hagis, Irn-Bru, Shortbread, Blodpudding, Kipper tot Fish and chips

Isle of Skye whisky

Talisker is een Schotse single malt island whisky, afkomstig van het eiland Skye. Het wordt geproduceerd door de gelijknamige distilleerderij in Carbost. Deze distilleerderij behoort tot United Distillers & Vintners, dat eigendom is van het Diageo concern.

Hoe reis je naar Isle of Skye?

Boek een weekend Isle of Skye of Isle of Skye vakantie. Nu de pond laag staat, is het ook nog eens betaalbaar. Informatie over Isle of Skye

Vliegen naar Isle of Skye

Skye kun je makkelijk bereiken via Glasgow of Edinburgh, waar verschillende airlines op vliegen.

Nice, de muze van Matisse

Nice de muze van Matisse

Wie kunstenaar Henri Matisse (1869-1954) beter wil leren kennen, daalt af naar Nice. Bekijk de stad door zijn ogen en je begrijpt waar hij zijn inspiratie vandaan haalde.

De zee van Nice

De Promenade des Anglais maakt een flauwe bocht rond de Baie des Anges. Meeuwen schreeuwen, golven ruisen over het kiezelstrand, palmbomen deinen in de wind, goed geklede paartjes struinen arm in arm over de boulevard, hier en daar ingehaald door skaters of joggers.

Op ieder tijdstip van de dag heeft de zee hier een andere kleur. Bij zonsondergang bijvoorbeeld versmelten lucht en zee in hetzelfde diep- blauw. ‘Een bepaalde soort blauw gaat de ziel binnen’, zei Matisse ooit. Wie weet doelde hij hierop.

Jeugd van Matisse

Het vormt een schril contrast met Bohain-en-Vermandois, het grauwe, weinig pittoreske gehucht in Noordoost-Frankrijk waar de koning van kleur opgroeit. Henri Matisse weet als tiener niet wat hij wil met zijn leven, alleen dat hij daar weg wil.

Hij heeft geen zin om het familiebedrijf, dat handelt in zaad, over te nemen. Wanneer hij op zijn negentiende door ziekte maandenlang bedlegerig is, geeft zijn moeder hem een verfdoos. Vanaf dat moment weet hij wat hij wil: schilderen. Matisse vertrekt naar Parijs, wordt kunstenaar, feest, wordt verliefd op ene Emily, met wie hij trouwt.

‘Ik houd van je, maar nooit zoveel als van schilderen’, laat hij haar weten. 

Eerst werkt hij realistisch, later impressionistisch, hij experimenteert met perspectief. Maar zijn eigen stijl vindt hij pas wanneer hij voor het eerst het licht aan de mediterrane kust ziet.

Matisse in Nice: Feest van licht en kleur

Matisse in Nice bezoekenIn de winter van 1918 arriveert het gezin Matisse in Nice, waar de schilder hoopt te herstellen van een heftige bronchitis. In die tijd is Nice een plek voor gokkers, vol luxe hotels voor puissant rijke vakantiegangers, niet voor scheppers van moderne kunst. Het is niet het enige waarmee hij de kunstwereld zal opschrikken.

Vandaag de dag is Nice nog steeds chic, maar in tegenstelling tot Cannes of Saint-Tropez méér dan een luxe badplaats. Het is de vijfde stad van Frankrijk en daarmee bruisend, compleet met studenten, jonge gezinnen en kantoorlui die zich aan het einde van de dag tussen de toeristen op het strand mengen. Aanvankelijk vindt Matisse Nice helemaal niks.

Het lampje gaat pas bij hem branden als, na een maand van regen, de zon gaat schijnen. ‘Toen het mij duidelijk werd dat ik dit licht iedere ochtend zou zien, kon ik mijn geluk niet geloven’, zei hij.

Matisse zal nog verre reizen maken, naar New York en Tahiti, maar zijn thuis wordt Nice. Okergele gebouwen, mintgroene luiken, knalroze, rode, oranje bloemen: wie wandelt door de stad wordt net als Matisse overvallen door de kleuren die door het heldere licht bijna overdreven lijken.

Toch speelt een groot deel van het werk dat hij er maakt zich binnenskamers af. De kleuren van de stad vertaalt hij naar kleurige stoffen waar hij naakte vrouwen op laat liggen. In deze zogenaamde odalisques geeft hij niet alleen de kleuren, maar ook de sensualiteit van de stad weer.

1Vieille Ville in Nice

Vieille Ville in Nice Matisse

Naast werken is Matisse in Nice vooral aan het genieten. Dagelijks zwemt en roeit hij in zee en struint, altijd strak in het pak, met zijn hondje door de Vieille Ville.In dit oude hart, een labyrint van smalle straatjes, is de Italiaanse invloed goed merkbaar.

Als Matisse er komt wonen, is Nice pas zestig jaar Frans. Nog steeds voelen de meeste inwoners zich niet echt Frans, wel heel Niçois. Ze hebben hun eigen taaltje, de architectuur is Italiaans en er worden volop traditionele gerechten aangeboden, zoals socca: een rond, nat brood van kikkererwtenmeel, dat je nergens anders in Frankrijk vindt.

Nog een typisch Niçoise specialiteit: in suiker geweekt fruit, bitter doordat de schil er nog aan zit en mierzoet tegelijkertijd.

2Huis van Matisse

Huis van Matissen in Nice

Matisse woont op verschillende adressen, waarvan één het mooiste huis van de stad wordt genoemd. Inmiddels is de villa op Place Charles-Félix 1 toe aan een schilderbeurt, maar ook nu knalt de gouden graankleur tegen de blauwe lucht. 

Vanaf de vierde verdieping kan Matisse pijp rokend naar buiten staren, naar de Baie des Anges, of de ochtendmarkt die ernaast ligt, aan de Cours SaleyaNog steeds is hier iedere ochtend markt: op maandag koop je antiek, de rest van de week groenten, fruit en bloemen, uitgestald als ware stillevens.

’s Avonds staat het vol tafels en parasols. Bestel er Matisse’s favoriet: een salade niçoise en een lokale ravioli gevuld met daube, vlees gestoofd in wijnbouillon.

3Musée Matisse in Nice

Musée Matisse in Nice bezoeken

Een must voor Matisse-liefhebbers is het Musée Matisse. Verlaat het centrum en steek de Place Masséna over, het weidse stadsplein dat de stad adem geeft. Volg de Boulevard de Cimiez, die langs statige huizen en schaduwrijke eiken omhoog kronkelt. Bij de top van de heuvel staat een victoriaans appartementencomplex als een soort witte huwelijkstaart: Hôtel Régina.

Hier verhuizen de Matisses in 1938 naartoe; de kunstenaar begint steeds groter werk te maken en hier zijn de plafonds lekker hoog. De straten hebben er jazznamen, van Ellington tot Armstrong, want dit is sinds jaar en dag de locatie van het Nice Jazz Festival

Aan de overkant ligt een olijfgaard met picknickende families en mannen die passioneel potjes jeu de boules spelen. In het midden staat een felrood huis met een gele rand: Musée Matisse

De geluikte ramen zijn nep, een gevalletje trompe-l’oeil. Toepasselijk dat de ramen in het museum van een beroemde schilder geschilderd zijn.Het museum, gesponsord door nazaten, richt zich op Matisse’s ontwikkeling als kunstenaar. 

Zijn stijl vereenvoudigt steeds meer naar slechts vormen en primaire kleuren. In zijn tijd ongezien en zwaar bekritiseerd, maar gelukkig voor zijn bankrekening zijn er tijdens zijn leven genoeg kunstverzamelaars met een vooruitziende blik die zijn werk weten te waarderen. 

Er staan ook persoonlijke bezittingen: zijn verfspullen, de ijzeren tafel en rood gestreepte leunstoel die op zoveel van zijn schilderijen staan afgebeeld. Maar ook de schenkkan uit Stilleven op een groen buffet, zelfs de gigantische vingerachtige plant die als achtergrond dient in het stuk Muziek.

Musee Matisse Nice

4Begraafplaats van Matissse

Nice Matisse Cimetiere du Monastere de Cimiez bezoeken

Na het Musée loop je naar het franciscaner klooster om te wandelen in de tuin. Matisse hobbelt hier als oude man vaak rond, want het is een uitstekende plek om tot rust te komen. Netjes bijgehouden bloemperken, prieeltjes. Je kijkt er uit over de stad, in zuidelijke richting glinstert de zee. Een puike plek om begraven te worden.

‘Où est Matisse?’ ‘Là!’ Het is even zoeken, want hij ligt dus niet op de begraafplaats van het klooster, maar op een aangrenzend stuk grond dat de stad Nice doneert wanneer Matisse in 1954 op 85-jarige leeftijd overlijdt. Zijn lichtgrijze tombe in Cimetiere du Monastere de Cimiez wordt omringd door rozenstruiken en olijfbomen. 

Maar eindig een Matisse-bedevaart niet bij zijn laatste rustplaats. Daar bewijs je de kunstenaar, die zijn werk tot zijn laatste ademzucht blijft vernieuwen, geen eer mee.

Paroisse Sante-Marie des Anges

Villa Le Rêve in Vence

Villa Le Rêve in Vence waar Matisse woondeNet als zijn kunst blijft zijn privéleven in beweging. Matisse is al dik in de zestig als hij tot over zijn oren verliefd wordt op zijn assistente: de twintig- jarige Lydia Delectorskaya, een Russische émigrée.

Na 42 jaar loopt zijn huwelijk met Emily op de klippen, Lydia trekt bij hem in en zal niet meer van zijn zijde wijken. Met haar verhuist hij in de Tweede Wereldoorlog – om te vluchten voor bombardementen op Nice – naar het nabijgelegen dorp Vence.

Ze nemen hun intrek in Villa Le Rêve, een huis in de heuvels, met terracotta dak, een prachtige tuin en uitzicht op de middeleeuwse daken van Vence. Door een operatie aan darm-kanker wordt Matisse voor de rest van zijn leven een semi-invalide. Het weerhoudt hem er niet van om door te werken, vanuit een rijdend bed.Hij ligt erbij als een sultan, in een lang gewaad, meestal met een tulband op zijn hoofd.

Tegenwoordig is Villa Le Rêve een artiesten- residentie, waar kunstenaars vanuit de hele wereld naartoe komen om te werken. ‘Het is een unieke plek’, zegt madame Joelle Audry, al twintig jaar beheerder van het pand. Ze vertelt dat vrijwelalle logés zich enorm geïnspireerd voelen door in het huis van Matisse te verblijven.

Een enkeling heeft de geest van Matisse heel letterlijk gevoeld. ‘Die kunstenares vertelde dat er ’s nachts aan haar benen werd getrokken, terwijl ze een sterke verflucht rook. Maar het ruikt hier altijd naar verf!’ lacht Audry. In de tuin staan ezels met natte doeken te drogen.

Villa Le Rêve

La Chapelle du Rosaire in Vence

Matisse kerk La Chapelle du Rosaire in VenceMatisse is al in de tachtig als hij de kunstwereld opschrikt met zijn Jazz-cut-outs: gelegen op zijn bed in Villa Le Rêve knipt hij vormen van knallende kleuren. Picasso, misschien wel zijn grootste fan, bezoekt hem er en verbaast zich over de grootte van de schaar waarmee Matisse het papier te lijf gaat.

Matisse is aangekomen bij de essentie van zijn stijl. Toch is het niet de kroon op zijn werk. Om zijn zelf benoemde pièce de résistance te zien, moet je verderop in de straat zijn. Hier staat La Chapelle du Rosaire.

Als dank voor een non die hem tijdens zijn ziekte verpleegt, ontwerpt de atheïstische Matisse een kapel. ‘Ik heb het gemaakt met als enige doel mezelf totaal te uiten’, beweert hij over het witte, rechthoekige kerkje met lange verticale ramen. 

Eenmaal binnen word je als het ware omsloten door het werk van de kunstenaar: van het gebouw, kandelaars, muurschilderingen, het stenen altaar, eenvoudige houten banken tot de uiteraard kleurrijke pijen van de pastoor: Matisse ontwierp echt alles zelf.

Voor een leek bijzonder, voor een gelovige devoot en een Matisse-fan een minstens zo religieuze ervaring. De glas-in-loodramen stelen de show. Je ziet Nice terug in de groene palmbladeren, het geel van de zon, het blauw van de lucht en de zee. Het licht dat hij jarenlang probeert te scheppen met verf, kan hij op deze manier eindelijk vangen. De kerk baadt in de kleuren van Matisse.

‘Mijn enige religie is de liefde om te scheppen, de liefde voor de schepping en grote eerlijkheid’, zegt Matisse aan het eind van zijn leven. 

Een betere afsluiting dan afdalen naar de zee om het laatste licht van de dag te zien verdwijnen, wanneer de lucht en zee samen Matisse-blauw kleuren, is er niet. En een betere plek om de liefde voor de schepping te vieren dan Nice, waarschijnlijk ook niet.

Chapelle du Rosaire/Chapelle Matisse

Meer informatie Matisse Nice

Hotels in Nice

Hôtel Villa Saint Hubert

Elegant hôtel de charme. De tuin is een oase van planten, bloemen en bomen waar het heerlijk niksen is.26, rue Michel-Ange

www.villasainthubert.com

Hôtel La Pérouse

Het mooiste hotel van de stad. chic, maar met een warme uitstraling. De meeste kamersbieden prachtig uitzicht op Nice en de baai.

www.hotel-la-perouse.com

Restaurants in Nice

Olive & Artichaut

In een middeleeuws pand in een van de smalle straatjes van de Vieille Ville is chef-kok thomas Hubert, voormalige leerling van Alain Ducasse, hard op weg zijn eerste ster bij elkaar te koken. met enkel verse producten van de markt steekt hij typisch Niçoise gerechten in een nieuw jasje.

www.oliveartichaut.com

Les Deux Canailles

Proef hoe de mediterrane en Japanse keuken een overheerlijke match zijn als chef tsumoro takano achter de pannen staat. Een insider tip, want tot nu toe bestaat de fijnproevende klandizie slechts uit Fransen en Japanners.

www.lesdeuxcanailles.com

Bezoek avontuurlijk Amiens met Jules Verne

amiens jules verne bezoeken

De naam Jules Verne is onlosmakelijk verbonden met Amiens. In de Noord-Franse stad zijn nog veel plekken te zien die zijn verbonden aan de oervader van de science-fiction. 

In de middeleeuwen werd Amiens schatrijk met een bloempje. De stad werd namelijk omringd door velden met kruisbloemen, en daar kan je een diepe kleur blauw uit winnen. 

Met Engelse wol maakten de lakenhandelaren de mooiste stoffen. Het velours, brocade en tuile van Amiens werd gedragen door koningen en keizers over heel Europa. De textielbaronnen van Amiens hadden zoveel geld dat ze in de twaalfde en dertiende eeuw het ene na het andere protserige huis lieten bouwen om elkaar de loef af te steken. 

Maar ze hadden ook een gezamenlijke droom. Midden in de stad lieten ze de grootste gotische kathedraal van Frankrijk verrijzen, hoger Parijs en zelfs Reims, waar de Franse koningen gezalfd werden.

Cathédrale Notre-Dame d’Amiens bezoeken

Ook nu nog torent de Cathédrale Notre-Dame d’Amiens boven alles in de stad uit. Als je de kerk binnenloopt merk je ook meteen: dit is inderdaad nog net even groter en hoger dan de Notre Dame. Dan alle kathedralen, eigenlijk. 

“The sky is the limit, dat typeert wel een beetje de volksaard van de Amienois”, vertelt Verne-kenner Josette Guyot, terwijl we met stijve nek het enorme middenschip van de kathedraal bewonderen. 

“En zeker ook onze beroemdste inwoner, Jules Verne.”

Jules Verne in Amiens

Jules Verne in Amiens

Jules Verne werd in 1828 geboren in Nantes (Bretagne). Na wat omzwervingen door Frankrijk streek hij neer in Amiens. Het was een tijd van ontdekkingen in de wetenschap, van spannende kunst en grote bouwprojecten. 

Amiens deed daar volop aan mee, dus de schrijver voelde zich hier helemaal thuis. Net zoals hij in zijn boeken de moderne tijd omhelsde, wilde Verne ook Amiens opnemen in de vaart der volkeren.

“In het Belle Epoque was Amiens rijker en ambitieuzer dan ooit”, vertelt Guyot verder terwijl we de oude binnenstad in lopen. “Er stonden veel textielfabrieken en de textielbaronnen wilden van hun stad de mooiste van het land maken.” 

Verne was tegen die tijd al een bekende schrijver. Hij zat goed bij kas. Als deel van de rijke bourgeoisie raakte hij nauw betrokken bij het reilen en zeilen van Amiens. Hij zat in de gemeenteraad en was toezichthouder bij banken. 

Zoals een spaarbank in de Rue de la République, die er nog steeds staat. “Kijk, op de gevel beitelden ze hun vermogen: 20 miljoen franc”, wijst Guyot. “Ze waren niet bang om te laten zien hoeveel ze in huis hadden.”

Amiens bezienswaardigheden

1Musée de Picardie

amiens jules verne Musee de Picardie bezoeken

Even verderop staat een ander gebouw waar Verne zijn stempel op drukte: het Musée de Picardie, het museum van de regio Picardië. “Net als zijn tijdgenoten vond Verne dat een beetje stad een goed kunstmuseum moest hebben. Ter verheffing van de bevolking.” 

Amiens was de rest van het land hiermee ver voor, want het is het eerste kunstmuseum in Frankrijk dat voor dit doel werd ontworpen en gebouwd. 

“Je hebt natuurlijk het Louvre”, geeft Guyot toe, “maar dat was oorspronkelijk een paleis.” 

De hoofdgalerij in het midden van het museum werd ontworpen met kathedraal-effect. Door het hoge plafond en de neoclassicistische doeken van tien bij tien meter kijk je automatisch omhoog, de hemel in.

Musée De Picardie 

2Stadsbibliotheek Amiens

amiens jules verne Stadsbibiotheek Amiens bezoeken

Pal naast het museum ligt de stadsbibliotheek. Verne kwam hier vaak bladeren in encyclopedieën, om te controleren of zijn verhalen wetenschappelijk onderbouwd waren. Ook nam hij hier dagelijks de kranten door voor nieuwe ideeën. Interessante artikelen knipte hij uit. 

Thuis categoriseerde hij de nieuwtjes in een kaartenbak. In de bibliotheek gelden ouderwets strenge regels: geen gepraat. “We moeten stil zijn, anders worden we eruit geknikkerd”, fluistert Guyot terwijl de bibliothecaresse ons streng over haar bril aankijkt.

Bibliothèque Louis Aragon

3Cirque Jules Verne

amiens jules verne Cirque Jules Verne bezoeken

Verne was ook dol op het circus. Aan het eind van de Rue de la République ligt het Cirque Jules Verne, een rond stenen gebouw waar Verne aan de grondslag lag. Ook dit circustheater was zijn tijd vooruit. Voor die tijd werden gebouwen ontworpen voor een enkel doel. 

Maar het Cirque Jules Verne werd gebouwd voor een compleet avondje uit, met brasseries voor een snelle hap. Ook was het groter dan andere circusgebouwen: het bood plek aan voorstellingen met 33 paarden tegelijk. 

“Paardenshows waren de hit van die tijd”, aldus Guyot, “dus met dit circus zette Amiens zich echt op de kaart.”

Le Cirque Jules-Verne

4Huis van Jules Verne; Maison de Jules Verne

amiens jules verne Huis van Verne bezoeken

Even verderop, vlakbij het station, ligt het Jules Verne museum.

Ze noemen Verne’s huis ook wel het “Huis met de toren” in Amiens. Verne leefde er tussen 1882 en 1900. Hier vind je een mix tussen de imaginaire wereld van Verna en het dagelijks leven van de beroemde schrijver zich vermengen.

Dit luxe 19e-eeuwse herenhuis was getuige van het succes van de schrijver, die er de meeste van zijn ‘buitengewone reizen’ schreef.

Vier verdiepingen vol met meer dan 700 objecten uit de Amiens Metropole-collectie onthullen de persoonlijkheid, inspiratiebronnen en herinneringen van Jules Verne.

Van het conservatorium tot de zolder, beleef de avonturen van zijn helden opnieuw: Michel Strogoff, Phileas Fogg en Captain Nemo. 

Maison de Jules Verne

5Kathedraal van Amiens 

amiens jules verne Katherdraal Amiens bezoeken

Verne stierf op het hoogtepunt van het nieuwe Amiens, in 1905. Nog geen tien jaar later brak de Eerste Wereldoorlog uit en spatte de grote droom van vooruitgang door wetenschap uiteen. 

Dankzij moderne techniek werd oorlog een gemechaniseerde gehaktmolen, met tientallen miljoenen slachtoffers. Amiens werd een frontstad. Op een steenworp afstand werden de bloedige veldslagen aan de Somme uitgevochten. Zestig procent van de stad werd verwoest.

Als door een wonder overleefde de kathedraal de beschietingen. De kwetsbare beelden werden ingepakt in stapels zandzakken, 60.000 in totaal. Aan de pilaren hangen gedenktekens van Australische, Nieuw-Zeelandse en Canadese troepen die in de buurt vochten. 

Ze worden nog steeds herinnerd: vaak hebben nabestaanden er een kaartje onder gehangen. Met een plastic klaproos er bij, het symbool van het nutteloze bloedvergieten. 

In de Tweede Wereldoorlog werd nog eens meer dan de helft van Amiens beschadigd. Zo ook de bibliotheek, waar de kogelgaten in de buitenmuren duidelijk te zien zijn.

Kathedraal Amiens bezoeken

6Cimetière Madeleine, graf van Jules Verne

amiens jules verne Cimitiere Madeleine bezoeken

Verne maakte dat gelukkig allemaal niet mee. Hij ligt begraven op de cimetière Madeleine, tussen de andere de 19de eeuwse rijke burgers. Er staan mausolea met de vormen van kathedralen en paleizen. 

“Net als in het leven wedijverden de negentiende-eeuwse bourgeois ook in de dood”, vertelt Guyot. 

Maar de graven liggen er nu vervallen bij, overwoekerd door klimop. De namen zijn nauwelijks leesbaar achter een laag mos. Alleen de tombe van Verne is fris en opgeruimd. Het is er druk met kinderen.

Cimetière de La Madeleine d’Amiens

7Saint-Leu

amiens jules verne Saint-Leu bezoeken

Na de oorlogen stierf de textielindustrie een snelle dood. Amiens werd bekend als het ‘Timboektoe van Frankrijk’, een straatarme stad waar je weg moest wezen. Pas sinds een jaar of twintig gaat het beter. 

Er zijn een paar universiteiten en de studenten brengen leven in de brouwerij. Daarnaast werden beschadigde gebouwen gerenoveerd, vervallen buurten opgeknapt en de gaten gevuld.

De leukste buurt is nu Saint-Leu, aan de oevers van de Somme. De scheve middeleeuwse huisjes zien er super-pittoresk uit en daarboven torent de trotse kathedraal. Zelfs Chinese toeristen op crash-tour door Europa maken inmiddels een omweg voor het romantische plaatje.

“Ik geloof dat Amiens weer een goede tijd tegemoet gaat”, zegt Guyot. “In onze geschiedenis zijn we zes keer verwoest. En elke keer hebben we de stad mooier opgebouwd. The sky is the limit.”

Zelf Jules Verne achterna in Amiens

Toeristische weetjes over Amiens vind je op: www.amiens-tourisme.com

Voor meer info over de regio Picardie:

www.picardietourisme.com

Magazine Amiens en regio

Het toerismebureau heeft een gratis, Nederlandstalig glossy magazine met reistips over deze mooie regio: Esprit de Picardie

B&B Amiens

Een leuke Bed & Breakfast voor je trip naar Amiens is La Cour 26. Het chambre d’hotes wordt gerund door twee super aardige Parisiens die de drukte van de hoofdstad hebben verruild voor het meer gemoedelijke Amiens. 

La Cour 26 is gevestigd in een 19de eeuws herenhuis, op twee minuten lopen van zowel het treinstation als het Maison Jules Verne. De designkamers zijn ruim en stil.

La Cour 26

Eten amiens restaurants

Eten in Amiens doe je naast het station in La Brasserie Jules.

Deze brasserie is ingericht met schilderingen van de verhalen van Verne. Het eten is lekker, niet duur en staat supersnel op tafel.

La Brasserie Jules

 

 

Ontdek de 7 geheimen van graafschap East Yorkshire

East Yorkshire bezienswaardigheden

Ontdek de 7 geheimen van graafschap East Yorkshire. In het oostelijke deel van Engeland vind je het golvende platteland van de Yorkshire Wolds vol kunst, landhuizen en lieflijke dorpjes.

East Yorkshire bezienswaardigheden:

1Havenstad Hull

East Yorkshire Hull Kingston upon Hull stedentrip Engeland

Kom East Yorkshire binnen via de havenstad Hull om vervolgens binnen no-time de natuurpracht van de Yorkshire Wolds in East Yorkshire te bezoeken.

In de handzame stad Hull is net zoveel te beleven als in het bekendere, drukbezochte York.

Bezoek de vele gratis musea, de prachtige Hull Minster, het theater of dwaal langs de hippe bruine havengebouwen voordat je je overgeeft aan het natuurlandschap van East Riding of Yorkshire dat even buiten de stad te vinden is.

Hull

2Beverley

East Yorkshire dorpje Beverly

Beverly is de perfecte basis om de Yorkshire Wolds te bezoeken. Het ligt op nog geen twintig minuten van Hull vandaan.

Het dorpje is gekozen tot een van de beste plekken om te wonen in Groot-Brittannië en is tegelijkertijd een van de best beschermde geheimen van East Yorkshire. Geen wonder, bij het zien van alles wat Beverly te bieden heeft.

Hoogtepunt is de Beverly Minster uit de 13e eeuw. Deze gotische kerk is beroemd om zijn houtsnijwerk en glas-in-lood en doet vaak mee als achtergrond in Engelse tv series. Beroemdste inwoner is de heilige Sint John van Beverley (beschermheilige van doven en slechthorenden).

Klim 113 treden naar boven om door de kerkramen op Beverly neer te kijken. Grappige details: bekijk eeuwenoude graffiti gekerfd in het kerkglas of tuur als je durft door het gat in het kerkplafond naar de kerkvloer met Escher-achtig effect.

Shoppen, eten, drinken en slapen in Beverly

Beverly heeft ook een fijne markt, een actieve theater scene en een onaangetaste Middeleeuwse horizon. Geschikt voor geschiedenisliefhebbers, wandelaars maar ook shoppers.

Beverly is een leuke winkelervaring, wandel langs de typische Engelse winkeltjes met klinkende namen als St Crispin Antique & Collectables, in sfeervolle Middeleeuwse winkelstraten.

Of dwaal rond op de traditionele zaterdagmarkt, ideaal voor het proeven van lokale producten als vers gemaakte worsten, huisgemaakte chutney of scherpe Yorkshire Blue kaas.

Beverley beschikt ook over eigenzinnige cafés en historische pubs (zoals de niet te missen Nellies akka The White Horse pub uit 1666). En een bezoek is niet compleet zonder een wandeling door het nabijgelegen Westwood park.

Overnachten doe je in het Beverley Arms, een compleet gerestaureerde herberg uit de 17e eeuw waar ooit de beruchte struikrover Dick Turpin logeerde.

Met vanuit de hotelkamers een prachtig uitzicht op St Mary’s een onvergetelijke ervaring.

Beverly

3Yorkshire Wolds

East Yorkshire Yorkshire Wolds bezoeken

De Yorkshire Wolds zijn eigenlijk een enorm gebied gelegen tussen York, Filey en Hull met een zeer divers landschap bestaande uit krijtrotsen, gras valleien, dramatische kustlijnen en eeuwenoude wandel weggetjes.

Maar het mooiste is het groene glooiende platteland van de Yorkshire Wolds.

Of je nu op zoek bent naar een actieve wandelvakantie of een paar dagen gewoon genieten van geweldige uitzichten en fijne Engelse kost: de Yorkshire Wolds zullen je niet teleurstellen.

Yorkshire Wolds

4David Hockney Trail

East Yorkshire David Hockney Trail Yorkshire Wolds

Wandel in de voetsporen van David Hockney door de Yorkshire Wolds.

De schilderijen van de wereldberoemde David Hockney (1937) zijn kleurrijk en kolossaal. Hockney laat zich inspireren door felle kleuren die je in het prachtige landschap van East Yorkshire tegenkomt.

Bezoekers van de Yorkshire Wolds voelen meteen met Hockney mee. Ieder uitzicht hier ontroert: van de wegen door de heuvels, de pittoreske dorpen en het landleven. Engelser dan dit wordt het niet.

Geniet van het bijzondere licht. Het lijkt alsof er in het landschap niets gebeurt. Alleen het ruisen van de bladeren en kwetteren van de vogels doorbreken de stilte van de groene heuvels.

Loop door enkele bekende schilderijen van David Hockney:

Je wordt zelf een deel van zijn kunstwerken door met wandelschoenen aan urenlang te struinen door deze groen gele droom.

Het is heel makkelijk om precies die landschappen en de dorpjes die Hockney zo inspireerden voor zijn Arrival of Spring collectie achterna te reizen met de Hockney trail: De route meandert van het dorpje Warter naar het hart van de Wolds.

Bekijk alle 17 inspiratie plekken van Hockney in de Yorkshire Wolds

5Yorkshire Wolds National Trail

East Yorkshire Yorkshire Wolds National Trail wandelen

De 127 kilometer lange Yorkshire Wolds National Trail loopt door de East Riding of Yorkshire. Trek goede wandelschoenen aan, neem desnoods wandelstokken mee en trek dwars door het groene platteland met de eindeloze blauwe luchten.

Er zijn meer dan 250 wandelroutes te vinden in East Riding of Yorkshire, dwars door velden en bossen.

Wanneer je uitgeput raakt, zoek je gewoon de dichtstbijzijnde kerktoren in de landelijke omgeving om vervolgens uit te komen bij een pub. Gelukkig zijn er veel makkelijk gelegen busstops wanneer je voeten niet meer willen.

Nog makkelijker: om in alle rust en op je eigen tempo East Yorkshire te ontdekken ga je op de fiets. Op veel plekken in Engeland kun je tegenwoordig een e-bike huren om alle routes te befietsen.

Yorkshire Wolds Way

6The Robert Fuller Gallery

The Robert Fuller Gallery East Yorkshire bezoeken

Robert Fuller is een levende legende. Hij is namelijk de eerste en enige ter wereld die het gezinsleven van schichtige hermelijntjes heeft kunnen vastleggen met video en verf.

Zijn kunst galerie annex studio ligt in het hart van de Yorkshire Wolds, vlakbij het dorpje Thixendale.

Aan de muren hangen zijn schilderijen: Hazen die rechtstreeks uit de The Watership Down lijken gelopen, wezels met brutale koppen en uilen die over het landschap van East Yorkshire uitkijken.

Met een beetje geluk kun je Fuller zelf ontmoeten terwijl hij in zijn stoel aan het werk is met uitzicht op de Wolds of in zijn kelder gekluisterd  zit te wachten voor videoschermen tot zijn favoriete hermelijnen familie weer iets onderneemt.

Robert E Fuller Gallery

7Sledmere House

Sledmere House bezoeken East Yorkshire

Sledmere House is een Gregoriaans landhuis dat al meer dan 200 jaar bezoekers weet te boeien met zijn vreemde charme.

Ooit zorgvuldig ontworpen door Sir Christopher Sykes, 2e Baronet. De kamers staan vol met Chippendale en Frans meubilair. Maar ook papier maché versies van favoriete bull terriers, klokken gestolen van de generaals van Napoleon en een prachtige bibliotheek.

Met wat geluk kun je de etensluchten opsnuiven van de lunch van Sir Francis John Badcock Sykes, de 10e Baronet die nog steeds in het huis woont.

Een beroemde inwoner was Sir Mark Sykes (6e Baronet) beter bekend als ‘The Man Who Fucked Up the Middle East’. Dit door zijn ondertekening van een verdrag dat het Midden Oosten met haarscherpe liniaal verdeelde.

Zijn inbreng aan Sledmere House: de zogenaamde Turkish Room, een kopie van het appartement van de Sultan in de Yeni Cami moskee in Istanboel, vol met uitzinnig blauwe tegels.

Op het landgoed Sledmere House kun je door een park wandelen dat is ontworpen door Capability Brown of echte raspaarden aaien in de nabijgelegen stallen.

Leuk weetje: schilder David Hockney was vaste gast in Sledmere House en zijn officiële biograaf is dan ook Christopher Simon Sykes.

De plek die Hockney inspireerde voor zijn schilderij The Road to York Through Sledmere’(1997) , vindt je net buiten de poort het landhuis.

Sledmere House

Hoe reis je naar East Yorkshire?

Ondanks de relatieve onbekendheid is East Yorkshire heel eenvoudig te bereiken, zeker vanuit Nederland.

Havenstad Hull is de toegangspoort tot East Yorkshire als je per boot reist. P&O Ferries biedt een directe veerverbinding naar East Yorkshire vanuit Rotterdam Europort.

Je kunt als voetpassagier aan boord van de Hull ferry, maar ook met je eigen auto, motor, fiets of camper. Er meren dagelijks ferry’s vanuit Rotterdam aan, in combinatie met zeven directe treindiensten per dag van en naar Londen.

Reis je liever met vliegtuig dan is Leeds Bradford het dichtstbijzijnde vliegveld met directe verbinding naar Amsterdam. Met de trein ben je binnen anderhalf uur in Beverly.

Visit Hull and East Yorkshire

Alle informatie over Hull, East Yorkshire en de Yorkshire Wolds vind je op visithullandeastyorkshire.com

 

13 heerlijke Hull bezienswaardigheden

Hull Engeland bezienswaardigheden

De Engelse havenstad Hull heeft het allemaal: Je kunt er geweldig winkelen en cultuur opsnuiven. Hier de 13 meest heerlijke hotspots van Hull.

Hull is een havenstad in East Riding Yorkshire. Officieel heet het Kingston-upon-Hull maar die naam gebruiken ze alleen wanneer de Queen langskomt, bewoners zeggen gewoon: ‘Ull’.

Vroeger voerden hier schepen binnen vol wol en walvisspek, maar tegenwoordig is het stad aan zee die bruist en verrast.

Bezienswaardigheden in Hull Engeland:

1Hull’s Old Town

Hull bezienswaardigheden Old Town

Een ontspannen eerste kennismaking met de compacte havenstad is een wandeling door het oude centrum.

Vol imposante gebouwen uit de tijd van de koningen George en Edward (de zogeheten ‘Georgian’  en ‘Edwardian’ architectuur) en vele andere goed gebleven overblijfselen uit lang vervlogen tijden.

Geen wonder dat de stemmige kiezelsteenstraatjes vaak ingezet worden als decor voor historische TV series, bijvoorbeeld in The Young Victoria.

Hull centrum is nog steeds het Middeleeuwse hart van de stad en bruist met pubs, cafés en barretjes rondom het bedrijvige Market Square.

2Fish Trail

Hull Engeland bezienswaardigheden Fish Trail

Sporen van de oude visindustrie zijn nog overal te vinden.

Volg de Fish Trail – een serie van 41 vissige beeldhouwwerken van de kunstenaar Gordon Young – door de straten van Old Town. Langs bijvoorbeeld een elektrische paling buiten het elektriciteitsstation of een haai voor de bank.

De Fish Trail neemt je mee langs een historische tocht door Hull waar de welgestelde gentlemen woonden en floreerden, in grote Georgiaanse huizen gebouwd tijdens de bloeiende handel in de 17e en 18e eeuw.

Maar ook langs het standbeeld van William de la Pole, de eerste burgemeester van Hull, en de marina vol zeilboten en wandelaars.

Als je de route helemaal afloopt, kun je een certificaat ophalen bij het toeristeninformatie centrum. Mochten vissen niet je ding zijn, kun je ook de meer poëtische Larkin trail volgen aan de hand van gedichten van Philip Larkin.

Hull fish trail

3Trinity Quarter

Hull Engeland bezienswaardigheden Trinity Quarter

Maak een wandeling over de geplaveide straten en ontdek het Trinity Quarter met een rijke en interessante geschiedenis.

Vergeet niet tijdens je slentertocht om je heen te kijken. Met prachtige oude gebouwen, architectuur en musea is het Trinity Quarter een van de interessantste onderdelen van de Old Town.

Naast de barretjes, winkels en restaurants vind je aan de rand van de Trinity Square de populaire overdekte Trinity Market waar van alles te koop is, van elpees tot chocolade, en met een geweldige hal vol streetfood.

Hier vind je ook de befaamde Hull Pie. Een stedentrip Hull, hoe kort ook, is eigenlijk niet compleet zonder een keertje deze pie te bestellen. Lekker hartig, gevuld met draadjesvlees of vis.

Streetfood in Trinity Market

4Hepworth’s Arcade

Hull Engeland bezienswaardigheden Hepworth's Arcade

Een bijzondere winkelervaring in Hull is in de Hepworth’s Arcade in Old Town.

Wandel onder de overdekte doorgang van Hepworth Arcade. Mr Marks en Mr Spencer (die van Marks & Spencer) hadden hier ooit een van hun eerste penny bazaars. Het is vooral een fijne plek voor als de Engelse regen toeslaat.

In deze Victoriaanse Arcade vind je nu nog steeds vreemde typische Engelse authentieke winkeltjes die je nergens anders ziet.

Van de fopgrappenwinkel Dinsdale’s Joke Shop (voor valse tanden en nepbloed), tv-winkel Fairthorpe’s tot het vintage kleding instituut Beasley’s.

Hull Old Town and Trails

5Hull Minster

Hull Engeland bezienswaardigheden Hull Minster

Hoogtepunt tijdens een stedentrip Hull is de Holy Trinity Church. Het is geen kathedraal, maar wel Engelands grootste parochiekerk uit 1300.

Het kostte meer dan 120 jaar om de Hull Minster te bouwen. In het gebouw hangen prachtige tapijten die de belangrijkste momenten uit Hulls geschiedenis vertonen.

Grappig weetje: de Engelse Burgeroorlog van 1642 begon hier omdat King Charles I niet door de toegangspoort van Hull mocht.

Hull Minster

Museums in Hull

De stad beschikt ook over het fascinerende Museum Quarter, waar je in de gratis toegankelijke plaatselijke musea diep in de lokale geschiedenis kunt duiken.

6Huis van William Wilberforce

Hull bezienswaardigheden Engeland William Wilberforce House

Niet te missen is een bezoek aan het stemmige huis van de beroemde politicus en campagnevoerder tegen slavernij, William Wilberforce. Hij is de beroemdste zoon van Hull (of sjieker gezegd: Kingston upon Hull).

Het museum vertelt het verhaal van de slavenhandel en de afschaffing ervan in 1833.

De permanente tentoonstellingen van Wilberforce House omvatten, naast een stoffige pop die Wilberforce zelf moet voorstellen, ook zijn persoonlijke spullen, waaronder zijn originele kostuums en pennenset.

Wilberforce House

7Streetlife Museum of Transport

Hull bezienswaardigheden Streetlife Museum of Transport Engeland

Ga terug in de tijd en geef je over aan alle beelden, geluiden en geuren van 200 jaar aan transport geschiedenis. Van paarden, dubbeldekkers tot trams.

Klim in een paardenkoets en laat je in het donker schuddend en wel rondrijden of neem plaats, snuif de geur op van paardenpoep of ga zitten in een antieke tram.

Vreemde zeer Engelse artifacten als ‘The Laughing Policeman’: een hysterisch lachende pop in een automaat, passeren ook de revue.

Street Life Museum

8East Riding Museum of Archeology

Hull Engeland bezienswaardigheden East Riding Museum of Archeology

Betreed een wereld met ruim 235 miljoen jaar geschiedenis.

Loop langs een levensgrote en overbehaarde mammoet, langs prachtige orginele Romeinse mozaïeken in een badhuis (compleet met poppen), bezoek een dorp tijdens de Zwarte Pest of straten vol agressief uitziende Saksische indringers.

Bekijk vreemde houten krijgers, skeletten, liggend in foetus houding, en vitrines vol met Middeleeuwse goudschatten uit Hull.

East Riding Museum of Archeology

9The Ferens Art Gallery

Hull Engeland bezienswaardigheden The Ferens Art Gallery

Een ander hoogtepunt van het Museum Quarter is The Ferens.

The Ferens heeft een prachtige collectie schilderijen en sculpturen, waaronder werken van Nederlandse oude meesters, portretten, mariene schilderkunst en hedendaagse Britse kunst.

Hoogtepunten uit de collectie van The Ferens zijn onder andere de meesterwerken van Lorenzetti, Frans Hals en David Hockney.

Na alle kunst is het goed genieten in het populaire café Venue Hull.

The Ferens

Het maritieme verleden kom je op vele plekken in de stad tegen, vooral in de Waterfront area.

10Maritime Museum

Hull Engeland bezienswaardigheden Maritime Museum

In het Maritime Museum kun je een duik nemen in het maritieme verleden van Hull.

Hier vind je fascinerende artefacten uit de tijd dat Hull floreerde door de walvisvangst, visserij en handel, waaronder een gigantisch walvisskelet.

Naast de geschiedenis van de grote vaart is er een aparte plek voor de ‘scrimshaw’ van walvisvaarders. Dit zijn de tanden van onder andere walvissen en walrussen die met gravures tot in detail zijn versierd.

Het museum is gevestigd in een Victoriaanse havenkantoor uit 1871.

Maritime Museum

11The Deep

The Deep Hull bezienswaardigheden

Het prijswinnende aquarium van Hull is maar 5 minuten van de haven en korte wandeling vanaf het stadscentrum.

Het is alleen al niet te missen door zijn bizarre vorm: een soort gigantische haai die met zijn neus uit de rivier Humber uitsteekt.

In deze blikvanger leer je het verhaal van de wereldzeeën. Loop rond tussen haaien, reusachtige kwallen en de VIP van het museum: de Very Important Penguins (met andere woorden: een heuse kolonie pinguïns). Het aquarium heeft daarnaast meer dan 3500 vissoorten, waaronder haaien en roggen.

Tip: Het mooiste uitzicht vind je op het dak van het hoekige aquariumgebouw. Kijk uit over het water en de typische rode bakstenen gebouwen van Hull. Handig om te weten: in januari kun je een Day Plus Pass kopen die het hele jaar geldig blijft.

The Deep

12Fruit Market

Fruit Market Hull bezienswaardigheden

Vanaf The Deep is het maar een korte wandeling langs de kade naar de historische Fruit Market. Tegenwoordig vind je hier geen potige fruithandelaars meer maar vooral veel hipsters met baarden.

Geen wonder, want de verlaten fruit magazijnen zijn getransformeerd tot Hull’s culturele hub vol microbrouwerijen, gin distilleerderijen en betaalbare kunstgaleries.

Fruit Market Hull

13The Lion and Key Pub

The Lion and Key Pub Hull bezienswaardigheden

Het is een must een lokale pub te bezoeken: in de Old Town vind je The Lion And Key. Het is een familiebedrijf met hun eigen geheime recept: De andere fish and chips is rotzooi, voor toeristen. Hier krijg je de echte.”

De belangrijkste vraag hier betreft hoe je je vis wil: “Skin on/Skin off?”

Doe je tegoed aan de lokale makreel, fish & chips en natuurlijk de Hull Pattie (soort van bitterbal gemaakt van aardappel, salie en boter). Vergeet niet de gefrituurde hap te laten zwemmen in een goede pint.

The Lion and Key pub

Na een bezoekje aan deze fijne Engelse havenstad moet je naar de natuurpracht van de Yorkshire Wolds en dorpen van East Yorkshire gaan.

Hoe reis je naar Hull Engeland?

Hull is de toegangspoort tot Yorkshire en Noord-Engeland als je per boot reist. Er meren dagelijks ferry’s vanuit Rotterdam aan, in combinatie met zeven directe treindiensten per dag van en naar Londen: lekker makkelijk voor een stedentrip Hull.

Hull bootreis Rotterdam

P&O Ferries biedt een directe veerverbinding naar Hull vanuit Rotterdam Europort.

Je kunt als voetpassagier aan boord van de Hull ferry, maar ook met je eigen auto, motor, fiets of camper. Ontspan tijdens de bootreis met een pint en het uitzicht op zee.

De ferry vaart ‘s nachts dus jij kunt goed slapen op de wiegende golven en de volgende ochtend van boord gaan voor een stedentrip Hull.

Reis je liever met vliegtuig, dan is Leeds Bradford het dichtstbijzijnde vliegveld met directe verbinding naar Amsterdam. Met de trein doe je er daarna ongeveer een uur over om in Hull te komen.

Visit Hull and East Yorkshire

Meer informatie over Hull bezienswaardigheden of een stedentrip Hull vind je op visithullandeastyorkshire.com

 

De 7 mooiste Costa Rica natuur parken en ervaringen

Costa Rica natuur Arenal

De 7 mooiste Costa Rica natuur parken en ervaringen. Costa Rica is beroemd om zijn schitterende tropische natuur maar ook om zijn aarbeikikkers en vleermuizen.

1Tortuguero | Costa Rica natuur

Costa Rica natuur Tortuguero

Tortuguero is een van de meest bezochte natuurparken van Costa Rica. Het oerwoud ligt in laagland aan de Caribische kust.

Er zijn in Tortuguero bijna geen wegen en er is maar een plaatsje, Tortuguero. Dit dorpje aan zee is het knooppunt van waaruit je het park verder per boot verkent.

Tortuguero wordt wel de Amazone van Costa Rica genoemd, omdat de jungle vol zit met slingerende kanalen. Het water is zo glad en stil, dat de bomen en planten weerspiegeld worden. Het woud vormt een ondoordringbare wand van reuzenbamboe, bananenplanten, palmen en tropische bomen met steunwortels.

Tussen de bomen is elk plekje opgeëist door planten die elkaar uit de weg duwen. Het lijkt alsof je door een toverkijker vaart, waarbij boven en onder hetzelfde eruitzien. Het water staat hoog, het heeft lang geregend. Het is allemaal zo nat dat de bomen en planten nog maar net het hoofd boven water houden.

Tortuguero lijkt te twijfelen of het nou land is, of water. Met een luchtvochtigheid van bijna 100 procent is het een van de natste plekken op aarde. Zodra het begint te schemeren, klinkt er een koor van insecten en kikkers.

Eentje klinkt als een kinderxylofoon, met een helder getinkel: ping, ping. Hij krijgt antwoord van zijn soortgenoten, eentje links en eentje rechts. Door het bos klinkt het gezoem van krekels en het gedreun van de golven van de Caribische zee. Soms vallen de dieren stil en dan lijkt het alsof ik doof ben geworden, zo stil is het.

In deze drijfnatte groene hel leven de meest schattige dieren die je je kan voorstellen. Tortuguero is een van de hoogtepunten van het land, dankzij de vele kikkertjes die hier leven. In Costa Rica komen zo’n 180 verschillende kikkersoorten voor.

De meeste kikkers zijn nachtdieren. Ze worden pas rond zonsondergang actief. Overdag verstoppen ze zich, zodat ze nog moeilijker te vinden zijn. Van al die verschillende soorten kikkers zijn er zeven giftig: de zogenoemde gifpijlkikkers.

Aardbeikikker van Costa Rica

Costa Rica natuur aardbeikikker

De aardbeikikker is daar een van. Zoals de naam al een beetje verraadt, is de kikker rood, aardbeirood. Echt gecamoufleerd, zoals de doorzichtige glaskikker, kun je hem daarom niet noemen. Die moet toch makkelijk te vinden zijn in een groene jungle.

Maar niets is minder waar. De aardbeikikker is namelijk maar twee centimeter.

Sommige kikkers zijn nog kleiner. Daar heb je helemaal een loep voor nodig. Ik ga de volgende morgen op stap met natuurgids Ricardo, twee laarzen en een kapmes. We soppen ons een weg door het bos.

„Wist je dat er ook aardbeikikkers met blauwe jeans bestaan?”, vertelt gids Ricardo, terwijl we de jungle in baggeren. „Hun achterpoten zijn blauw en het lijkt net alsof ze een spijkerbroek aan hebben.  In het Engels wordt hij daarom ook wel Blue-Jeans Frog (Blauwe-Jeans Kikker) genoemd.”

Maar vooralsnog zie ik nog niks. Dat er dieren zijn, is echter wel zeker.

Overal klinken namelijk prrrtt’s, iiiieeew’s en toktoktokken. Ik kijk om me heen, zoek, speur, tuur, maar ik ontdek niets. Zelfs een reiger op een tak zie ik pas als Ricardo hem aanwijst.

Als ik niet eens een reiger op een tak kan spotten, hoe moet ik dan een kikkertje van nog geen centimeter vinden? Heb ik een bril nodig? Zou mijn gids soms laserogen hebben? Bezit Ricardo bijzondere gaven, die alleen gidsen hebben?

Ricardo is bijna iedere dag op pad en kent iedere boom, struik, bloem en dier. Dat is zijn grote voordeel, want hij weet uit ervaring waar hij de dieren kan vinden. Maar voor iedereen die niet in Costa Rica woont, heeft Ricardo handige trucs. Ken de vormen. Je moet weten hoe de dieren eruit zien.

„De vorm, de grootte, de kleur. Als je dat weet, weet je waar je naar moet zoeken.” Ken het leefgebied. Ricardo weet van ieder dier in welke planten, struiken en bomen die te vinden is. „Aardbeikikkers vind je meestal dicht bij de stam van een boom op grondhoogte.”

Daarnaast moet je je oren open houden. Elk dier maakt een ander geluid. Door goed te luisteren, kun je het geluid peilen. Je hoeft dan alleen maar die kant op lopen en goed om je heen kijken.

Dieren hebben allemaal hun eigen gewoontes. Er zijn dieren die het liefst hoog in de bomen zitten, want daar zijn ze veilig. Er zijn dieren die alleen ’s nachts leven en overdag slapen.

Dat is handig om te weten; het heeft weinig zin om midden op de dag naar ze op zoek te gaan.

Witte vleermuizen van Costa Rica

Costa Rica natuur witte vleermuizen Er zijn dieren die zich onder palmbladen verstoppen.

De witte vleermuis bijvoorbeeld: die slaapt overdag het liefst onder een zelfgemaakte bladertent. Voorzichtig pakt Ricardo een breed blad. Er lijken wel een paar bolletjes katoen onderaan geplakt te zitten.

„Dat zijn slapende witte vleermuizen”, wijst Ricardo. „De vleermuizen knabbelen aan de nerf en vouwen het blad dicht. Lekker droog en beschut. Kom, we laten ze maar met rust.”

Het is dus handig om niet alleen de leefgewoontes van de dieren te kennen, maar ook alle bomen, struiken en planten. En dan?

„Dan kijk je naar afwijkende vormen in een boom of een struik. Misschien zie je wel een gekke bobbel in de boom hangen.”

Bobbels horen over het algemeen niet in bomen. Kijk naar bewegingen, vervolgt Ricardo.

„Als die bobbel bijvoorbeeld beweegt en het waait niet, dan zou dat wel eens een dier kunnen zijn, zoals een luiaard of een aap.”

Even later hebben we beet. Een knalrood, piepklein kikkertje: inderdaad zo rood als een aardbei!

2Arenal Volcano National Park

Costa Rica natuur Arenal

De aardbeikikker is schitterend, maar de roodoogmakikikker is de mooiste van alle kikkers in Costa Rica.

De kikker heeft knalrode ogen, een lichtgroene kop en rug, een witte buik, rode vingers en blauw met gele benen. Ik weet inmiddels dat ik er wel wat voor moet doen, om hem te zien te krijgen.

De beste plek is in het midden van het land, in de jungle bij de Arenal. Dit is een populair toeristisch gebied rond een van de mooiste vulkanen van het land.

Ecocentre Danaus

Het ecocentro Danaus is een nieuw bos.

Een natuurorganisatie kocht hier een stuk landbouwgrond en liet het een paar jaar met rust. Al snel nam de jungle het weer volledig over, en in het kielzog van het bos kwamen allerlei dieren. Het pad door de jungle is modderig.

Af en toe blijft mijn schoen vastzitten, glijd ik bijna uit en zoekt mijn gids een andere route om grote modderpoelen te ontwijken. Soms stopt hij en wijst hij naar een bloem, een boom of een liaan, die vanuit de hemel lijkt te komen.

Een makkelijke klus is het niet, want deze kleine nachtkikker is overdag nergens te bekennen. Maar mijn junglegids kent dit deel van de jungle net zo goed als de binnenkant van zijn broekzak. Niet veel later staan we bij een tropische plant.

Roodoogmakikikker van Costa Rica

Costa Rica natuur roodoogmakikikker

„Zie je hem?”, vraagt hij me, en kijkt me lachend aan.

Ik tuur, zoek en speur… maar hoe ik ook kijk, ik kan de roodoogmakikikker niet vinden. Een kikker met knalrode ogen, een lichtgroene kop en rug, een witte buik, rode tenen en vingers, en blauw met gele zijkanten en bovenbenen, die moet toch snel te spotten zijn in zo’n groene plant?

Maar nee… niets…

Mijn gids laat me niet langer in spanning en wijst naar iets groens. Het lijkt op een… bobbel. Serieus? Is dat groene bobbeltje de kleurrijke kikker waar iedereen het over heeft?

„Hij is goed gecamoufleerd, hè?”, zegt de gids. „Hij slaapt. Hij hangt met de zuignapjes aan zijn poten aan het blad. Daar verstopt hij zich voor de vogels en tegen de zon. Pas tegen zonsondergang komt hij eronder vandaan. Dan begint hij te zingen, om vrouwtjes te lokken.”

Voorzichtig schudt de gids aan het blad.

En dan… ontwaakt de kikker. Hij opent zijn ogen en meteen begrijp ik waarom hij roodoogmakikikker wordt genoemd. Dan komt hij een stukje overeind, zodat zijn rode tenen en vingers en zijn blauwe bovenbenen goed te zien zijn. Als betoverd kijk ik ernaar.

„Felle kleuren zijn de dierenwereld een waarschuwing. ‘Pas op, ik ben giftig.’ Maar de roodoogmakikikker is niet giftig. Hij heeft felle kleuren om zijn vijand te verwarren”, legt de gids uit.

In dat ene verwarmomentje neemt de kikker gauw de blauw-met-gele-bovenbenen. Hij is dus niet alleen mooi, maar ook slim!

3Gandoca Manzanillo National Wildlife Refuge | Costa Rica natuur

Costa Rica natuur Gandillo

De dieren van Costa Rica mogen er dan betoverend mooi uitzien, het land zelf is ook een plaatje.

Zoals het nationale wildreservaat Gandoca Manzanillo aan de Caribische kust. Het ligt tegen de grens van Panama, in het zuidelijkste puntje van Costa Rica. Gandoca Manzanillo is letterlijk oerwoud: het stond er al toen Columbus Amerika ontdekte.

Het reservaat ziet eruit als een ansichtkaart. Het strand heeft wit zand en palmbomen, op de blauwe zee kabbelen lieflijke golfjes.

„Mooi he?”, zegt mijn gids. Guyla komt oorspronkelijk uit Duitsland. Nadat hij hier twintig jaar geleden verzeild raakte is hij nooit meer weggegaan. „Mooi en dodelijk.”

„Deze strandappelboom bijvoorbeeld”, wijst Guyla naar een mooie boom met frisse groene vruchten en een breed bladerdek met veel schaduw. „Die vruchten zorgen voor misselijkheid en hoofdpijn en je moet nooit onder een strandappelboom schuilen, want de bladeren geven gif af.”

Of die kokospalm dan.

„Elke boom produceert negentig kokosnoten per jaar. Een kokosnoot weegt een paar kilo en komt van twintig meter hoog naar beneden suizen.”

Inderdaad zie ik er honderden liggen, overal verspreid. „Kokosnoten doden jaarlijks meer mensen dan vliegtuigongelukken”, zegt Guyla droog.

Toch maar even kijken waar ik loop.

Die blauwe zee? „Er zijn hier gevaarlijke stromingen die je naar zee trekken.”

Het witte zand dan? „Ja, het zand is ok.”

Costa Rica natuur Gandillo

En we moeten nog de jungle in. Wat ligt daar dan op de loer?

Groefkopadders bijvoorbeeld”, zegt hij terwijl we het bos inlopen. „Ze zijn perfect gecamoufleerd en giftig. Je staat er nu naast een.”

Op nog geen meter afstand zit een slang, onzichtbaar op een boom. Hij kijkt me recht aan. Zijn tong flitst in en uit zijn bek.

Guyla bukt zich naar de grond en pakt een duizendpoot, die kronkelend tegenstribbelt.

„Ruik eens”, reikt hij het insect aan. Die geur…het lijkt wel marsepein, of amandel. „Dat is cyanide. Een prima afweer tegen hongerige vogels.”

Met een stokje poert Guyla in de bast van een boom. Meteen komen een grote, boze mieren uit.

„Dit zijn kogelmieren, die hebben de meest pijnlijke beet op aarde. Ik ben ooit gebeten en toen lag ik tien minuten knock-out op de grond.”

De mier wordt in de Amazone gebruikt voor initiatierituelen bij indianenstammen. Jongens die een man worden, steken hun hand in een mand met een paar kogelmieren en mogen geen kik geven. Even later staan we voor een grote berg aarde.

„Dit is een nest bladsnijdersmieren. Zo’n nest is wel twintig vierkante meter groot en gaat metersdiep de grond in.” Guyla stampt en even later komen er driftig mieren naar boven. „Dit zijn de soldaten, die het nest komen verdedigen.”

Behendig pakt hij zo’n soldaat tussen zijn vingers en toont de kaken, die venijnig de vijand proberen te grijpen. Met zijn andere hand pakt hij een tak en houdt hem voor de mier, die er meteen zijn kaken er in zet.

Terwijl Guyla zijn hand draait, blijft de tak gewoon hangen. Alles lijkt hier elkaar naar het leven te staan. Wat verder zien we een reusachtige klimop die een hele boom heeft verzwolgen. De boom is al lang geleden vergaan, alleen de klimop staat er nog. In het midden is nu een perfect ronde leemte.

Niet alles is eropuit om je om te leggen hoor, zegt Guyla lachend. „Dit termietennest bijvoorbeeld”, wijst Guyla. „Termieten zijn geen mieren en je kunt ze eten. Hier, proef maar.” Inderdaad, ze smaken een beetje naar nootmuskaat. Het bos kan je voeden.

„Lianen kun je afhakken voor zoet drinkwater, de jonge bladeren van de hibiscus zijn lekker als sla, de bast van de kinine-boom is goed tegen koorts en ga zo maar door. Een bos is een supermarkt.” Het bos staat vol met geneeskrachtige planten.

„Deze peperplant bijvoorbeeld of daar, citroenkruid. Of deze, cacaoboon. Als je een wond hebt, smeer je de schil erop. Die sluit de wond hermetisch af en is antiseptisch. Na een paar dagen is je wond dicht. Het bos doodt en het bos heelt. Als je maar weet waar je moet kijken.”

4Uvita | Costa Rica natuur

Costa Rica natuur Uvita

Je moet in Costa Rica rekening houden met de kleinste dieren, snap ik inmiddels.

Nietsvermoedend stap ik op een avond de badkamer binnen van mijn tent (nummer zes). Ik logeer in Rio Tico Safari Lodge in Uvita, een klein plaatsje aan de Pacifische kust. Na een dag in de jungle wil ik even douchen.

Ik trek het douchegordijn opzij en zie dat ik niet alleen ben. Verbaasd zie ik een handjevol mieren over de rand van de muur lopen. Er zijn grote en kleine bij, maar het is duidelijk dat de grote de kleintjes opdrachten geven.

Sommigen wagen zich over de rand en glibberen over de gladde douchetegels naar beneden. Het worden er ook steeds meer. Door een gat onder de wastafel stromen ze naar binnen; het lijkt wel een scene uit een slechte insectenfilm.

Wie in een tent slaapt, kan de natuur binnen verwachten, maar ik stel mijn douchebeurt toch maar even uit. Dan maar een duik in de rivier. Van de eigenaar begreep ik dat de mieren eerder op de dag in tent vier en vijf zijn geweest.

„Iedere zomer komen ze terug”, vertelt de Nederlandse eigenaar Cees. „Het zijn legermieren. Ze overvallen alles op hun weg, nemen alles in beslag, doden en nemen het mee. De grote zijn een soort toezichthouders. De kleintjes moeten doen wat ze wordt opgedragen. Als ze hun taak niet goed uitvoeren, doden de grote de kleine mieren.”

De natuur is hard, keihard. Dat ondervindt ook een grote, dikke spin. Hij is uit zijn huisje gedreven. Ook daar maken de legermieren schoon. „Als hij niet vlucht, doden ze hem en nemen ze hem mee.”

De spin neemt de poten. Dat gaat best snel als je er acht hebt. Iets minder geluk hebben mieren van een andere soort. Ze worden aangevallen, gedood en afgevoerd. De legermieren doorzoeken alles en ze vinden ook alles.

Een paar legermieren loopt met iets wits op de rug de tent uit. Het lijkt op een rijstkorrel, maar het blijken larven van andere miersoorten te zijn die in de bamboe stoelen zaten. Gedood en afgevoerd.

Inmiddels zitten de legermieren overal. Het zijn er duizenden en duizenden. Ze zitten in de kledingkast, op het tentzeil, op het plafond, op het bed, in mijn rugzak, op het nachtkastje, in mijn schoenen, in mijn toilettas…

„Vannacht krijg jij een andere tent, want deze schoonmaakbeurt duurt nog wel een paar uur”, zegt Cees. Snel -ik wil niet gebeten worden- pak ik alleen mijn tandenborstel en tandpasta. De rest van mijn spullen laat ik liggen, want ik wil natuurlijk niet de halve kolonie meenemen naar mijn nieuwe slaapplaats.

En terwijl ik als een prinsesje slaap, wordt mijn tent grondig schoongemaakt. De volgende ochtend ligt tent nummer zes er verlaten bij. De tent is helemaal schoon, er is geen kruimeltje te bekennen. Alle mieren zijn verdwenen.

„Ze zijn naar ze hun volgende schoonmaakklus”, zegt Cees hoopvol. Tent nummer zeven misschien?

5Monteverde | Costa Rica natuur

Costa Rica natuur Monteverde

Een van de grootste attracties van Costa Rica zijn de vogels. Er leven honderden soorten. De een is nog mooier dan de andere en ze hebben zulke felle kleuren dat ze een feest zijn om te zien.

Papegaaien en ara’s in fel rood en helder groen, toekans met enorme gele snavels, en natuurlijk kolibries, die piepkleine, hyperactieve, glinsterende wondertjes.

Maar de aller-aller-allermooiste? Een vogel die zo mooi is en die zo’n exotische naam heeft, dat hij wel uit een andere wereld lijkt te komen? Dat is de quetzal.

En als je er een dier is in Costa Rica waar je voor moet werken, dan is het deze wel. De quetzal leeft in nevelwoud. Dat zijn wouden tegen de hellingen van vulkanen. Wolken uit de Stille Oceaan botsen hier tegen de bergen.

Ze creëren zo een bos waar, nou ja, altijd nevel hangt. Het mooiste nevelwoud is dat van Monteverde Cloud Forest Biological Preserve. Het ligt aan het eind van een eindeloos slingerende weg door de vulkanen, hoger en hoger tot ik bijna geen hand voor ogen meer zie door de mist.

Bij de ingang van het park staan gidsen in regenpak te wachten op klanten. Ik weet inmiddels dat mijn spot-vermogens niet om over naar huis te schrijven zijn. Dus neem ik gids Antonio in de arm voor een tochtje door het park.

Het nevelwoud is een sprookjesachtig bos waar ik niet verder dan tien meter zie. Tussen de flarden zie ik dikke woudreuzen die volhangen met lianen, klimop, orchideeën en bromelia’s.

„Op zo’n oude boom leven wel 25 verschillende soorten planten”, zegt Antonio. „Ze onttrekken geen voeding aan de boom en leven in perfecte symbiose.”

Soms fladdert er iets voorbij, de mist in. Een quetzal? De paden in Monteverde zijn goed verzorgd en dus staan we een half uurtje later al midden in het reservaat. Antonio houdt zijn hand op en fluistert: „Shhh. We hebben beet.”

Het pad staat vol vogelaars die door telescopen staan te kijken. Af en toe kijken ze op. Ze hebben een volkomen gelukzalige blik. Ze zien eruit alsof de wereld van hun mag vergaan; zij hebben hun doel bereikt.

Antonio volgt hun blik en pakt zijn telescoop. Na een paar momenten fluistert hij: „ik heb hem. Kijk.”

Nu ben ik geen vogelaar. Ik zie niet eens een reiger op een tak.

Costa Rica Monteverde quetzal

Maar de vogel die ik nu door de lens zie…dat kan gewoon niet.

Leeft dit op onze planeet? Het lijkt alsof de quetzal licht geeft. De vogel heeft een diepblauwe rug die overgaat in een groene glans van veren, die als een soort koninklijke mantel over zijn dieprode borst heen vallen.

Zijn ronde koppie heeft een kroon van kleine veertjes. Hij kijkt ons parmantig aan. Alsof hij heus wel weet dat hij de mooiste is. De wereld kan ook wat mij betreft nu vergaan.

Bat Jungle | Costa Rica natuur

Costa Rica natuur Monteverde vleermuizen

Terug beneden in het dorp breng ik een bezoek aan een van de beste attracties hier in Monteverde. In de Bat Jungle leeft de tegenhanger van de quetzal, een dier dat de meeste mensen eng, vies en gevaarlijk vinden.

Gids Wim De Backer (alias ‘mister Batman’) geeft gepassioneerd uitleg over het minst begrepen dier ter wereld. Hij toont me hoe de vleermuizen in Bat Jungle leven. In een donkere ruimte leven hier een stuk of tachtig vleermuizen achter glas.

„Vleermuizen zijn juist helemaal niet gevaarlijk”, roept hij gepassioneerd. De jonge Belg is twaalf jaar geleden naar Costa Rica gekomen om onderzoek te doen naar vleermuizen. „Ze zijn zelfs onze beste vrienden.”

Beste vrienden? Dat verdient uitleg, want vleermuizen hebben een slechte naam: ze zouden ziektes verspreiden, mensenbloed drinken…

„Dat komt door de media en door al die Hollywoodfilms over bloedzuigende vampiers”, antwoordt De Backer stellig. „Ze eten duizenden insecten per nacht. Als je vleermuizen in de buurt hebt, zul je nooit last van muggen hebben. Ze bestuiven bloemen en planten en zijn daarin belangrijker dan bijvoorbeeld bijen.”

Zonder vleermuizen heeft de wereld echt een groot probleem, verzekert De Backer.

6Corcovado | Costa Rica natuur

Costa Rica natuur Corcovado

Het is biologisch gezien ‘de meest intense plek op aarde’, aldus National Geographic.

Nergens anders vind je zo veel soorten dieren op zo’n klein oppervlak. Corcovado National Park is misschien wel het meest bijzondere natuurgebied in Costa Rica. Natuur kijken is in Costa Rica goed geregeld en bij de meeste parken kun je met je huurauto zowat naar binnen rijden.

Maar Corcovado bereiken is best wel een onderneming. Het meest afgelegen park van het land ligt op een schiereiland in de Stille oceaan en is alleen via de zee bereikbaar. Dat betekent een boottocht van een paar uur vol gas en gegarandeerd een houten kont van het gebonk. Maar dan heb je ook wat.

Vanaf ons bootje ziet het Nationale Park Corcovado eruit als een perfect tropisch plaatje: schitterende afgelegen baaien met wuivende palmbomen, groene jungle met kleurrijke papegaaien en witte stranden waar de golven van de Stille Oceaan kalmpjes tegenaan kabbelen.

„Het ziet er mooi uit, inderdaad!”, roept mijn gids Faustino boven de motor uit. „Maar in die blauwe kreek daar zwemmen hongerige krokodillen en heel agressieve stierhaaien.”

„En die witte baai daar is bij hoogtij afgesneden van het kustpad, zodat je de nacht in de jungle moet doorbrengen als je te laat bent”, roept hij. „Als het pad al begaanbaar is, want meestal zijn dat dampende modderpoelen”, zegt de ervaren gids. „Dus geniet nog maar van de frisse zeebries!”

De bootsman zoekt voorzichtig een plek tussen de rotsen om aan land te gaan. Het motorlawaai pruttelt weg en wordt overstemd door het geruis van de golven en getjirp uit de jungle.

We waden door het warme water naar het strand, banen ons een weg door de duisternis onder de bomen. Faustino loopt voorop, maar al na een paar passen staat hij stil en wijst hij naar dicht struikgewas.

Ik kijk, hoor gekraak en geritsel en… zie nog net iets wegrennen, een grote donkere schim.

„Een tapir”, fluistert Faustino. „We hebben hem gestoord in zijn middagdutje. Wacht maar, we komen er nog wel een tegen”, zegt hij. „Dat beloof ik.”

Dat hoop ik maar, want een tapir is het grootste landdier van Midden-Amerika en staat hoog op mijn lijstje. Deze verre verwant van de neushoorn kan wel 400 kilo zwaar worden en twee meter lang.

De pootafdruk die Faustino laat zien is al indrukwekkend: drie tenen die diep in de modder steken. Maar ondanks dat hij zo groot is al een tank, is een tapir moeilijk te spotten. Overdag zoekt hij een beschutte plek op om te slapen en probeer hem dan maar eens te vinden in dit groene doolhof.

Pas bij zonsondergang komt hij tevoorschijn om te grazen. Opeens klinkt er weer geritsel. Even staat mijn hart stil… zou het een tapir kunnen zijn? Eentje die trek heeft in een middagsnack?

Costa Rica natuur Corcovado Nee, het is geen tapir.

Voor onze ogen trekt een grote groep coati’s voorbij. De witsnuitberen scharrelen met hun lange neuzen over de junglevloer, wroeten onder boomstammen, in nesten en andere interessante holen, op zoek naar eten.

Net zoals andere kleine beren zijn het alleseters. Spinnen, duizendpoten, insecten, muizen kikkers, hagedissen, noten en vruchten: er staat van alles op het menu. Vandaag zijn het landkrabben. We horen overal een smakelijk gekraak, van verse krabben die niet op tijd konden wegkomen. Dan ineens is er grote onrust.

Binnen een oogwenk schieten alle coati’s in de bomen, hun instinct bij gevaar. Even is het onduidelijk waarom de beertjes zo in paniek zijn. Dan volgen we hun blik en zien we de reden: er staat een mannetje recht tegenover een groot vrouwtje.

„Om inteelt te voorkomen worden jonge mannetjes op een gegeven moment uit de groep verjaagd”, fluistert de gids. „Dit mannetje heeft de boodschap nog niet begrepen.”

Er volgt een kort gevecht met veel geblaas en gegrom. Het mannetje druipt af, het alfavrouwtje heeft duidelijk gemaakt dat hij zijn eigen weg moet zoeken. De rust keert terug in de groep en een voor een klimmen de beren uit de bomen om verder te scharrelen. Al die tijd hebben ze ons volkomen genegeerd.

„Ze vinden een familieruzie veel interessanter dan menselijke bezoekers. Dat toont wel hoe ongerept de dierenwereld hier is”, zegt Faustino. Een paar minuten lopen verder worden we bedolven onder een lawine van bladeren. „Een groep slingerapen in het bladerdek”, wijst Faustino naar boven.

Ze zwaaien van tak naar boom, stoppen even om ons te bekijken, en slingeren dan verder. Nog geen tien meter verder klautert er een groep brulapen door de takken.

„Dat is niet ongewoon”, zegt Faustino. „Als je de ene soort ziet, is de andere vaak nabij. Ze trekken samen op voor de veiligheid. Met zijn allen kunnen ze een jagende adelaar of jaguar eerder spotten.”

Ons wandelpad loopt parallel aan de oceaan en op het moment dat we het strand op lopen, wordt Faustino onrustig. Hij loopt sneller, bukt zich, kijkt in het struikgewas en loopt verder.

Costa Rica natuur CorcovadoOok ik word onrustig. Ik houd Faustino goed in de gaten en ik merk dat ik mijn adem inhoud als hij naar een paar struiken wijst en grijnst.

„Ik zei toch dat je een tapir zou zien.” Ik loop zachtjes achter Faustino het dichte gewas in, met mijn hart ergens in mijn keel. Dan buk ik me en kijk recht tegen een paar enorme tapirbillen aan, zo dichtbij dat ik ze bijna kan aanraken. Is hij niet bang voor ons?

„Nee, daarvoor is het hem te warm”, zegt Faustino. „Trouwens, waar moet hij bang voor zijn? Hij dendert zo over je heen.”

Nooit geweten dat ik zo blij kon zijn met een paar dikke harige billen met een staartje. De rest van het enorme lichaam zie ik nauwelijks. Het maakt niets uit, want het zijn wel de dikke, harige, slapende billen van een tapir, een van de diersoorten in Costa Rica die het moeilijkst zijn om te spotten.

7Marino Ballena | Costa Rica natuur

Costa Rica natuur Marino Ballena

Costa Rica kent veel tropisch regenwoud. Maar vergeet tijdens je natuurreis ook de zee niet. Vlakbij Corcovado, In het nationale park Marino Ballena in de Stille Oceaan.

Hier leven veel walvissen. Elk jaar trekken hier bijvoorbeeld bultruggen langs, op hun tocht langs Noord- en Zuid-Amerika. In Marino Ballena zijn ze zo dicht bij de kust, dat je ze vanaf het strand kunt zien.

Ongelooflijk maar waar: de kust van Marino Ballena ziet er vanuit de lucht uit als de staart van een walvis! In zee leven wel 25 soorten dolfijnen. Soms vormen die ‘megapods’ van wel 200 dolfijnen. Op een dolfijnentocht zwemmen ze soms met je boot mee en springen ze uit het water.

De beste dolfijnentour is die van Divine Dolphin in het dorpje Drake. De Amerikaanse dolfijnenfreak Sierra Goodman doet hier al zo’n twintig jaar onderzoek naar dolfijnen en weet tijdens de tocht alles te vertellen.

Zelf een Costa Rica natuur avontuur beleven?

Boek zelf een Costa Rica rondreis:

  • In Tortuguero liggen een aantal hotels waar je kunt verblijven. Ze liggen midden in de jungle en je hoeft alleen maar naar buiten te stappen.
  • Costa Rica kent ook veel dierentuinen en opvangcentra. Beroemd is bijvoorbeeld het Sloth Sanctuary in Cahuita, waar luiaarden worden opgevangen. De berichten rond dit soort opvangcentra zijn niet unaniem positief. Daarom zijn ze hier buiten beschouwing gelaten. In dit artikel zijn alleen natuurparken genoemd waar dieren in de vrije natuur leven.
  • Je kunt in Corcovado alleen overnachten in een rangerstation, waar ook de parkwachters wonen. Het enige dorp in de buurt met goedkope hostels is Drake. Ook Drake ligt afgelegen en is alleen bereikbaar met de boot vanuit het dorpje Sierpe.

Kaart Costa Rica natuur park

18 Sensationele Shanghai bezienswaardigheden

Shanghai bezienswaardigheden

Wat te doen in Shanghai? Hier de 18 meest sensationele Shanghai bezienswaardigheden. In de 19de eeuw was Shanghai nog maar een stadje. Inmiddels is de Chinese metropool de grootste en snelst groeiende stad ter wereld, met maar liefst 24 miljoen inwoners. 

1Shanghai bezienswaardigheden

Shanghai crazy rich asians
Shanghai crazy rich asians

De hoofdattractie van Shanghai is de omvang van Shanghai zelf. Geen stad kan zich meten met deze mega-metropool.

Er komt geen einde aan de gebouwen, wolkenkrabbers en wegen. In deze concrete jungle krioelt een onvoorstelbare mensenmassa, een zee van mensen die 24 uur per dag over de straten stroomt.

Toch is het op straat minder lawaaiig dan in een gemiddelde westerse stad. Veel straatvervoer gaat namelijk per scooter en die zijn allemaal elektrisch, net als veel auto’s en bussen.

Een bezoek aan Shanghai kan overweldigend zijn. Er is bijvoorbeeld een enorme taalbarriere. Er zijn -zelfs in Shanghai- maar heel weinig Chinezen die Engels spreken, dus je verstaat elkaar niet. Ook opschriften en menu’s in restaurants zijn maar zelden in iets anders dan Chinees.

Ook tonen Shanghainezen niet zo snel hun emoties, waardoor ze moeilijk te lezen zijn. Lachen, roepen, huilen, ruzie maken, zoenen, affectie: je komt het maar weinig tegen op straat. Als vreemdeling kan je dus niet terugvallen op de internationale lichaamstaal.

Als je hier iets laat zien, dan is het dat je geld hebt. Er zijn crazy rich Asians in het centrum, die in het weekeind hun peperdure Italiaanse en Duitse auto’s staan te showen voor het stoplicht. Er zijn de moderne, zelfverzekerde jonge vrouwen, strak gekleed en een kop langer dan hun ouders.

Ver onder deze nouveau riche ploeteren de immigranten van het platteland. Er wonen en werken in Shanghai miljoenen gelukszoekers, arbeidsimmigranten uit alle hoeken van het land. Ze proberen zoveel mogelijk geld naar huis te sturen. Vaak zijn ze maandenlang van hun familie gescheiden.

Vaak doen ze de echte hondenbanen, zoals bezorger. Er rijdt in Shanghai een leger van tienduizenden bezorgers rond op scooters, volgepakt met pakketjes en maaltijden.

Shanghai French Concession
Shanghai French Concession

Er zijn natuurlijk veel Han, de grootste etnische groep, maar ook Hui, Tibetanen en Oeigoeren uit het westen, mongolen uit het noorden, immigranten uit Sechuan en Yunnan. Allemaal worden ze aangetrokken door de economische krachtpatser Shanghai.

Het is verslavend om je in die stroom van mensen te gooien en je te laten meevoeren.

2De Bund

Het iconische plaatje van Shanghai is het zicht op de zakenwijk Pudong vanaf de Bund. Waar de waterkant van de Bund het erfgoed van vroeger toont, wordt aan de overkant in Pudong aan de toekomst gebouwd.

Deze boulevard aan de waterkant was in de negentiende eeuw de plek waar Engeland, Frankrijk, de VS en Japan hun banken en handelskantoren hadden. Dit stukje oever aan de Huangpu was het financiële hart van Azië.

3Skyline Pudong

De skyline van Shanghai Pudong

Pudong, aan de overkant van de rivier, was tot halverwege de twintigste eeuw een krottenwijk. In 1990 werd Pudong aangewezen als het nieuwe zakencentrum van de stad. Tegenwoordig staan hier de hoogste wolkenkrabbers, zoals de iconische Oriental Pearl TV tower. Het is de meest imposante skyline op aarde.

De Bund is heel populair bij Chinese toeristen, die op de foto willen met het icoon van hun economische wonder. Als het donker is worden de wolkenkrabbers verlicht met flitsende neonlichten die in de Huangpu weerspiegelen.

Een cruise over de Huangpu is een zachte manier om met Shanghai in aanraking te komen. De cruise is vooral ‘s avonds leuk, wanneer aan beide kanten van de rivier de gebouwen verlicht zijn.

Cruises vertrekken vanaf de Bund en onderaan de Oriental Pearl Tower in Pudong.

4Nanjing Road | Winkelen Shanghai

Het is onmogelijk om in Shanghai niet te winkelen. Shoppen is hier de nationale religie en de stad is een groot winkelparadijs.

De belangrijkste winkelstraat van Shanghai, Nanjing Road, is verdeeld in twee stukken: East Nanjing Road, van de Bund naar het Volksplein, en West Nanjing Road, van het Volksplein naar de wijk Jing’an.

East Nanjing Road is de Kalverstraat van Shanghai, een voetgangersgebied die baadt in fel neon. Een wandeling over Nanjing Road is een tocht door de geschiedenis van de stad.

Het is altijd de hoofdstraat geweest. Rond de vorige eeuwwisseling stonden hier acht sjieke warenhuizen. Warenhuis nr.1 is een van de weinige die het overleefd heeft. Het heeft rond de feestdagen schitterende etalages, in de echte Britse traditie.

West Nanjing Road liep door de Internationale nederzetting en werd Weg van de Borrelende Bron genoemd. Het was een rustige straat met bomen, een geliefde plek bij expats om te flaneren. Tegenwoordig is West Nanjing Road is drukke, dure straat met glimmende malls, winkels, kantoren en hotels.

5Shopping malls | Winkelen Shanghai

Shanghai heeft zo’n 70 shopping malls. De grootste en bekendste staan bij de grote metro knooppunten.

Malls hebben een vaste indeling, dus als je er een hebt gezien weet je ook hoe de andere werken.

Op de begane grond zitten de luxe Franse en Italiaanse modemerken, zoals Prada, Gucci, Cartier en Louis Vuitton. Chinezen zijn dol op dure Europese merken, ze zijn het statussymbool bij uitstek.

Ook Japanse ketens zijn populair, zoals Muji, Uniqlo en Mini So.

De hogere etages zijn voor de minder luxe merken. Op de bovenste etage zitten de restaurants. In de kelder bij de ingang naar de metro staan de winkels voor de dagelijkse beslommeringen, zoals de supermarkt en de bakker.

Een alternatieve Mall is Metro City. De Mall richt zich op een jonger publiek.

Er zitten kleine winkels die voorzien in de Chinese obsessie voor alles dat klein en schattig is: friemeltjes, poppetjes die je kunt stylen en miniatuurhuisjes.

Supermarkten zitten vaak in de kelder van een shopping mall. Ketens zijn Watsons, city’Super en het Franse Carrefour. De meeste producten zijn import uit Europa, Australië en Nieuw-Zeeland. De prijzen zijn er ook naar.

Op straat vind je om de 100 meter een Family Mart voor basisbehoeftes als broodjes, melk en knabbels.

6Fake market | Shanghai bezienswaardigheden

Chinezen zijn erg goed in kopiëren en ook in Shanghai vind je nepproducten en zelfs nepwinkels.

Wat te denken van Loius Vuitton of een Plada?

  • Qipu Lu is een rij malls volgepropt met spotgoedkope merkkleding, die uit elkaar valt voordat je ‘special price’ kan zeggen. ‘Cheap street’ is de hemel als je op zoek bent naar nep, voor alle anderen is het hel. Het is er krankzinnig druk en de verkopers zijn opdringerig.
  • AP Plaza is de grootste fake market van Pudong. Het zit ondergronds bij metrohalte Science & Technology Museum op Lijn 2.

Het noordelijke deel heet Xinyang en is een verzameling stalletjes en inhalige verkopers die erop uit zijn om argeloze toeristen een poot uit te draaien.

Zodra je ergens interesse in toont, staat er een verkoper naast je die een idioot hoge prijs noemt. De echte waarde is slechts 10 procent daarvan. Zodra je weer verder loopt zakt de prijs al minstens de helft. Heb geduld en draag cash.

Ook populair is Pearl Market.

Juwelen, parels en andere edelstenen zitten op de eerste verdieping. Op de begane grond worden neptassen, souvenirs en wat kleding verkocht.

7Franse concessie | Shanghai

Shanghai French Concession
Shanghai French Concession

Er zijn tal van leuke buurtjes in Shangai. In 1849 stond Shanghai een stuk land af aan de Franse Consul voor een nederzetting.

Het Franse consulaat bouwde er huizen in westerse stijl. Geïmporteerde platanen zorgden voor schaduw op straat.

In de Franse concessie konden buitenlanders winkelen, zuipen, eten, opium roken en naar het bordeel. Terwijl de concessie groeide kwamen er ook Britten en Amerikanen wonen. Na de Eerste Wereldoorlog volgden Russen die voor de communisten op de vlucht waren.

Ondanks de enorme bouwwoede in Shanghai ziet de Franse Concessie er nog zowat hetzelfde uit als een eeuw geleden. De straten zijn redelijk rustig en lommerrijk, met cafés, boetiekjes en restaurants. Alleen de bordelen en opiumkits, die zijn verdwenen.

Het hart van French Concession ligt rond South Shaanxi Road, Huaihai Road en Maoming Road. Hier zitten de meest modieuze boetiekwinkels van de stad.

Mode in Shanghai is hip, maar binnen grenzen. Hoe iemand zich kleedt is de ultieme uiting van individualiteit. En die kan je in China maar tot op bepaalde hoogte tonen. Chinezen zijn redelijk preuts. Meer dan een blote kuit staat hier gelijk aan porno. Naveltruitjes, decolletés of korte broeken zul je niet zien.

Binnen die beperkingen is een stijl ontstaan die onmiskenbaar Shanghai is: kleurrijk en met uitbundig gebruik van accessoires en patronen. Soms vloekt het, soms werkt het, maar interessant is het zeker.

Shanghai Tianzifang
Shanghai Tianzifang

8Tianzifang | Leuke buurt Shanghai

Tianzifang is een gezellig winkelwijkje van oude, rood bakstenen huizen.

Tianzifang is doolhof aan steegjes met van alles tussen kunst en kitch. In de design- en prullenwinkeltjes vind je echte kunstvoorwerpen, porselein, thee en Mao-bekers, miniatuur friemeltjes en figuurtjes.

De voorkant ligt op Taikang Lu, de achterkant op Jianguo Zhong Lu nummer 155.

9Jing’an Tempel | Tempels Shanghai

Shanghai Jing'an tempel

Tempels zijn oases in de stad. Deze lage, elegante gebouwen zijn zeldzame rustpunten tussen de flatgebouwen.

De Chinese religie heeft drie geloofssystemen.

Het taoïsme kent allerlei goden en scheppingsverhalen. Het lijkt een beetje op het oude Griekse of Noorse godenrijk.

Het confucianisme omschrijft humanistische normen en waarden.

Het boeddhisme komt oorspronkelijk uit India en geeft antwoord op spirituele vragen en het hiernamaals.

De drie samen worden neoconfucianisme genoemd.

De drie beroemdste tempels van Shanghai zijn boeddhistisch.

De Jing’an tempel is een van de heiligste en meest bezochte tempels van de stad.

De tempel is niet groot en biedt een compact inkijkje in het geloofsleven van Shanghai. Een open voorhof met wierrookvaten leidt naar de hoofdtempel.

De boeddhistische tempel werd in de jaren ‘30 geleid door gangster abt Khi Vedhu. Die ging altijd vergezeld van zijn bodyguards, die kogelvrije aktetassen bij zich hadden.

Jing’an Tempel, toegang ¥20.

10Jade Buddha Temple | Tempel Shanghai

Shanghai Jade Buddha tempel

De Jade Buddha Temple is pas honderd jaar oud, gloednieuw volgens Chinese normen.

De tempel werd gebouwd in de stijl van de Song Dynastie, met symmetrische hallen en binnenplaatsen, opkrullende dakranden en fel gele muren.

De tempel overleefde de Culturele Revolutie dankzij een paar slimme monniken, die portretten van Mao op de buitenmuren plakten. De Rode Gardisten konden de muren niet verwoesten zonder ook Mao naar beneden te halen.

De grootste trekpleister hier is de twee meter grote Boeddha van witte jade en een mantel van edelstenen, oorspronkelijk afkomstig uit Burma.

Dit is de meest toeristische tempel van Shanghai en erg in trek bij groepsreizen en cruisepassagiers. Soms zijn er meer toeristen dan locals. Een erg authentieke sfeer hangt er dus niet.

Toegang tot de Jade Buddha Tempel is ¥20.

11Longhua Temple | Tempel Shanghai

Shanghai Longhua tempel

De leukste tempel van Shanghai is Longhua Temple. Dit is de grootste en meest actieve tempel van Shanghai, met vijf hallen en twee torens met een vijf ton zware, twee meter hoge koperen bel die met oud en nieuw wordt geluid.

Als je Empire of the Sun van Steven Spielberg hebt gezien, zul je de tempel wel herkennen. De ingang wordt gemarkeerd door een achtzijdige pagode met zeven verdiepingen. Grote rode poorten leiden naar het voorhof.

Hier begin je als gelovige je bezoek door wierook aan te steken. Daarmee richt je een gebed tot de vier windstreken. De boeddhistische stroming waarvan Longhua deel uitmaakt, gelooft dat Boeddha terug zal keren op aarde om de mensheid te verlossen.

Op het complex staan vijf hallen. In elke hal is Boeddha afgebeeld in een andere fase van verlichting of verschijningsvorm. Het is een feest van kleurige beelden en schilderingen.

In een hal wordt Boeddha omringd door zijn 18 apostelen. De levensgrote beelden zijn expressief gebeeldhouwd. In een andere zaal staan de gouden beeldjes van zijn 500 discipelen, afgebeeld in een feeststemming met een gelukzalige glimlach.

Toegang tot de Longhua tempel is ¥10 (inclusief wierookstokjes).

Shanghai Longhua martelarenpark

De Longhua tempel werd ooit omringd door een grote tuin. Vandaag de dag is die de Martelarenbegraafplaats van Longhua. Op deze plek werden in de jaren twintig communisten geëxecuteerd door de Kuomintang.

In het park staan beelden zoals alleen communisten die kunnen maken, Groots en Meeslepend naar een Glorieuze Toekomst. In het midden van het park staat links een beeldengroep die het oude China voorstelt.

De figuren hebben vermoeide trekken en zien er oud uit. Rechts staat de groep van het nieuwe -communistische- China. Iedereen lacht en lijkt volkomen gelukkig.

12Yu Yuang Garden | Shanghai bezienswaardigheden

De Yu Yuang Garden is onmogelijk te missen. Het is een van de weinige oude bezienswaardigheden die nog overeind staan in dit deel van Shanghai.

De tuinen beslaan een huizenblok en werden in de zestiende eeuw tijdens de Ming Dynastie opgericht. Daarna werd er twintig jaar aan geboetseerd door de beroemde architect Zhang Nanyang.

In het midden van de negentiende eeuw beraamde hier de Gemeenschap van de Kleine Zwaarden een opstand tegen de Franse kolonisten, die daarop de tuin verwoestten. De bazaar om de tuinen heen zijn een soort Chinees themapark. Al het Chinese culturele erfgoed is hier op een hoop gegooid met een flinke scheut commercie erover.

In de bazaar vind je vijvers met koikarpers, tempels, jadewinkels, goudsmeden, acrobaten en apotheken met traditionele medicijnen. Er zijn tientallen eettentjes met Chinees lekkers: stinky tofu, knapperige pannenkoeken met bieslook, spiesjes met saté, sappige dimsums.

De Yu bazaar is in het weekeinde waarschijnlijk de drukste plek op aarde. Dan schuifelen tienduizenden bezoekers voetje voor voetje voort op een plek van een paar voetbalvelden groot. In het midden van een koivijver staat her Huxinting Tea House. Het interieur van dit theehuis is een en al donker hout en traditioneel gesneden meubels.

Thee is hier duur, want je betaalt natuurlijk voor de sfeer en de locatie. Er is thee in alle soorten; Oolong, jasmijn en groene thee uit het nabije Hangzhou. Bij een pot thee krijg je typische snacks als gekookte kwarteleieren en gemarineerde tofu.

Pal naast de Yu Yuan ligt een oud buurtje, onder de rook van de wolkenkrabbers van Pudong. Het is zo’n wijk die in China in rap tempo aan het verdwijnen zijn.

Met smalle straatjes, was die buiten tussen de huizen hangt te drogen, piepkleine voortuintjes die omgetoverd zijn tot miniatuurparkjes en katten in de deurposten. Alleen scooters en fietsen kunnen hier rijden.

13Volksplein en Volkspark | People’s park Shanghai

Het Volksplein is het geografische hart van Shanghai. Het metrostation onder het plein is waar lijn 1, 2 en 8 elkaar kruisen. Het is met 700.000 passagiers per dag het drukste station in China.

Het enorme plein is een favoriete hangout voor de locals, die hier lekker rondhangen en -slenteren. De bankjes zijn meestal bezet door oudjes, goed uitgerust met thermoskannen met thee en een dekentje. Later op de dag worden de laantjes gebruikt door stijldansers.

Aangrenzend aan het Volksplein ligt het Volkspark. In de koloniale tijd lag hier de paardenrenbaan, de plek waar beau-monde in het weekend samenkwam voor de paardenraces. Vandaag de dag zijn de bloembedden, lotusvijvers en bomen en heerlijke afwisseling in de drukke stad.

Mis vooral niet de huwelijksmarkt, elk weekend van 12:00 tot 17:00. Dan gaan ouders en grootouders op zoek naar een goede match voor hun volwassen kinderen. Gewapend met flyers met daarop informatie als lengte, gewicht, opleiding, baan, inkomen en sterrenbeeld proberen ze -meestal- hun zoon aan de vrouw te brengen.

China heeft een mannenoverschot, een erfenis van de eenkindpolitiek. Tegen 2020 zijn er naar schatting 30 miljoen meer mannen dan vrouwen op zoek naar een partner. In China vinden ouders dat ze verantwoordelijk zijn voor het huwelijk van hun kroost. Een ongetrouwde zoon betekent gezichtsverlies.

Sommige ouders leuren al jaren met hun Shengnan, overgebleven man. Jonge Chinese vrouwen mogen kieskeurig zijn. Als ze een goed salaris hebben, wachten veel vrouwen met trouwen.

14Fuxing Park

Shanghai Fuxing park

De parken van Shanghai zijn een sociaal gebeuren. Nergens is het in Shanghai zo gezellig als in Fuxing park. Er wordt gedanst, gesport en gespeeld. Mensen doen aan tai chi en qi gong, spelen badminton of kalligraferen met water op het plaveisel. Oudjes kijken toe of spelen mahjong, kaart of schaak.

Een hoek is bestemd voor de muzikanten, elke dag een ander instrument. De ene dag zijn de blazers aan het oefenen en hoor je klarinet en saxofoon, de andere dag zijn de drummers aan het repeteren.

Bij de kiosk aan het grote veld klinkt op zonnige zaterdagen livemuziek. Tijd om te dansen en stijldansers doen het voor. Er wordt verwacht dat je mee doet, zelfs vreemdelingen worden ten dans gevraagd. Wees gewaarschuwd.

15Shanghai museum

In het midden van het centrum, in het Volkspark, ligt het Shanghai Museum. Het heeft een prachtige collectie met antieke kunstvoorwerpen.

Het museum is overzichtelijk ingedeeld. Elke zaal behandelt een bepaald materiaal. Je volgt een chronologische route. Op de begane grond ligt een ruimte met bronzen en een met stenen beelden.

Op de eerste verdieping ligt een zaal met een mooie verzameling aardewerk en porselein, zoals blauw-wit geglazuurde Ming-vazen. Op de tweede verdieping zijn papieren rollen met kalligrafie tentoongesteld.

Het Shanghai Museum is gratis toegankelijk.

16Natural History Museum | Shanghai museum

Het gloednieuwe Natural History Museum is een voorbeeld van hoe Chinezen kunnen bouwen: met een wow-factor. Het gebouw lijkt wel een kolossaal buitenaards geraamte.

Het museum toont fossielen uit de tijd van de dinosauriërs en daarna. China is een van de rijkste vindplaatsen op aarde op dit gebied. De centrale hal is gevuld met replica’s van reuzendieren op ware grootte, zoals een Brachiosaurus en een blauwe vinvis. Even verderop brult een levensgrote mechanische T-rex.

Door de architectuur en de spectaculaire collectie is dit een van de mooiste musea in zijn soort.

Toegang tot het Natural History Museum is ¥30.

17Shanghai eten

Shanghai West Nanjing road

China is groot en elke streek en stad heeft zijn eigen specialiteit. Het gerecht van Shanghai is de dimsum, xiao long bao. Die wordt in bouillon geserveerd, die je opslorpt met een rietje.

Ook uit de streek komt Bedelaarskip. De kip wordt in klei gebakken en die wordt aan tafel gebroken, zodat het aroma vrijkomt. Erg populair zijn gemarineerde en gefrituurde kippenklauwen, plakken varkensvlees en krab.

Mocht je echt niet meer weten wat je moet eten: in elke straat staat een McDonalds. Die wordt ontzettend druk bezocht.

In Shanghai zijn ook enkele buitenlandse restaurants. Chinezen zijn geen avontuurlijke eters, dus dat zijn meestal Thaise of Vietnamese restaurants. Bij metrostation West Nanjing Road zit Wujiang Road Leisure Street, ook wel Lovers Lane genoemd.

Hier vind je zowel eettentjes voor een snelle en goedkope hap als restaurants waar je uitgebreid kunt tafelen. Westerlingen zijn hier een bekend gezicht, dus menu’s zijn er ook in het Engels en de staf spreekt het een woordje.

Bij metrostation Xintiandi zit de gelijknamige uitgaansbuurt. Xintiandi is de hippe hoek van Shanghai. Overdag zitten hier de koffiebars vol, ‘s avonds verhuist de Beau monde naar de cafés en daarna naar de restaurants.

Xintiandi is speciaal gebouwd als uitgaanswijk. Het buurtje heeft westerse, knusse straatjes met bomen en sfeervolle verlichting.

18Thee Shanghai

Wie China zegt, zegt thee. Zou je denken.

Maar niet in Shanghai: coffee rules hier. Elke winkelstraat heeft koffiebarretjes voor een shot en de Starbucks is hier even talrijk als in New York. Shanghai heeft de grootste Starbucks ter wereld.

Deze Reserve Roastery is gebouwd als een cafeïne-attractiepark. Het interieur is een open koffiebranderij, waarbij je het hele proces kunt zien.

De branders schudden de bonen uit de jute zakken, waarna ze worden gebrand, gemalen en verpakt. Over het plafond lopen doorzichtige buizen waar de bonen ratelend doorheen worden geblazen. Hier wordt per minuut genoeg cafeïne weggewerkt om een Nederlandse stad een jaar van energie te voorzien.

Natuurlijk is er een enorme giftshop met koffieapparaten, -kopjes, -mokken en -machines alle soorten en maten.

Werkt internet in Shanghai?

Hoe westers Shanghai er ook uitziet, China is een autoritaire staat. Dat betekent dat veel buitenlandse websites geblokkeerd worden.

Google (Gmail, Maps, YouTube), Facebook (Messenger, Instagram) en WhatsApp bijvoorbeeld werken niet. GPS (een Amerikaans militair systeem) zit er een meter of honderd naast.

Voor social media heeft China eigen varianten die gecontroleerd worden door de staat, zoals Weibo (een soort Twitter) en Wechat (WhatsApp). Je kan in principe ook als toerist van Wechat gebruik maken om te appen.

Wechat heeft echter een moeizaam aanmeldproces, waarbij je door een bestaande -Chinese- gebruiker geïntroduceerd moet worden. Dat moet voorkomen dat je er anoniem gebruik van maakt. Privacy bestaat hier niet.

Voordat je naar China afreist, moet je daarom een zogenoemde VPN app installeren op je mobiel en laptop. Die verhuist je IP-adres naar buiten China, zodat westerse sites wel bereikbaar zijn.

De meeste VPN-apps hebben een proefperiode van een week, daarna moet je er voor betalen. Een betrouwbare app is bijvoorbeeld VPN express.

Shanghai kaart

Uitzondering op de Grote Chinese Firewall zijn Apple apps.

De Kaarten-app op de iPhone is een van de weinige routefinders die het prima doet.

Metro Shanghai

De metro is schoon, snel, efficiënt en veilig. Het metronetwerk van Shanghai is een van de grootste ter wereld. Sommige lijnen duren twee uur van begin- tot eindstation.

Reizen met de metro is spotgoedkoop: ¥3, 40 cent. Het systeem werkt net als in Nederland. Je kunt een oplaadbare ov-kaart kopen of met losse kaartjes door de toegangspoortjes. Vlak voor de poortjes is er een security check. Tassen moeten door een scanner.

Druk is de metro wel en beleefdheden zijn na een lange werkdag ver te zoeken. Als je een zitplaats ziet: spring! Voordringen is hier doodnormaal.

Het is beleefd om kinderen te laten zitten. Zelfs ouderen zullen hun zitplaats afstaan aan kinderen, het omgekeerde dus van wat wij gewend zijn. Kinderen in China worden gigantisch in de watten gelegd!

Een metrostation heeft wel twintig uitgangen, elk met een nummer. Het is precies een mierenhoop. Sommige uitgangen lopen op straat uit, andere in de kelder van een winkelcentrum. Probeer vooraf dus uit te zoeken welke uitgang je moet hebben.

Bus Shanghai

De bus wordt wel eens over het hoofd gezien als vervoermiddel in Shanghai, maar is een prima alternatief voor de metro. En je ziet meer van de stad.

Een handige buslijn is 71, die rijdt zonder files over zijn eigen busbaan. De busbaan loopt onder de verhoogde Yan’an snelweg, de oost-west hoofdas van Shanghai.

Lijn 71 begint bij de Bund en rijdt langs het Shanghai Museum en het Volkspark, de Jing’an Tempel, de Franse concessie en Shanghai Zoo.

Over het algemeen zul je in Shanghai makkelijk en snel van a naar b komen en als je zoekend rondloopt komt er soms zelfs iemand op je af die je wil helpen.

Shanghai smog

Moet je een mondkapje dragen in Shanghai? China heeft de ergste luchtvervuiling ter wereld met heel veel fijnstof, stikstof en ozon.

Vaak ruikt de stad naar steenkool en voel je het prikken aan de ogen en op de tong. Dan is een mondkapje aan te raden. Sporten in de buitenlucht is een slecht idee en binnenshuis heb je een luchtzuiveraar nodig.

Met de app Air Matters kun je de vervuiling volgen.

Social check-in

1,851FansLike
2,033VolgersVolg
8,607VolgersVolg